Mitomycine blaasspoeling

Binnenkort krijgt u een nabehandeling voor een gezwel in de blaas. Dit gezwel is al eerder met een operatie verwijderd. Hoewel dit gezwel zich betrekkelijk goedaardig gedraagt, bevat het wel kwaadaardige cellen. Deze gezwellen heten ook poliepen en hebben de neiging terug te komen.

U krijgt blaasspoelingen die gericht zijn op het voorkomen en uitstellen hiervan. Daarom krijgt u een nabehandeling met Mitomycine blaasspoelingen.

Mitomycine is een vorm van chemotherapie (cytostatica) die rechtstreeks in de blaas wordt ingebracht.

• Afhankelijk van het aantal gezwellen en de mate van ingroei van het gezwel in de blaaswand, wordt er een schema van blaasspoelingen toegepast. Dit schema varieert van een éénmalige blaasspoeling tot 9 blaasspoelingen gedurende een ½ jaar.
• De eerste spoeling vindt meestal binnen 24 uur na de operatie (TUR-blaas) op de polikliniek plaats.
• Bij meerdere spoelingen wordt meestal gestart met 4 spoelingen, éénmaal per week gedurende
• 4 weken, gevolgd door maandelijkse spoelingen. Uw uroloog kan redenen hebben om een afwijkend behandelschema met u af te spreken.
• Om het effect van de behandeling te kunnen beoordelen zal elke 3 tot 6 maanden de blaas van binnen bekeken worden door middel van een cystoscopie. Daarna worden er verdere controle afspraken gemaakt met steeds langere tussenpozen.

Voorbereiding

• Wij raden u aan om vanaf 4 uur voor de spoeling, en ook tijdens het ophouden van de spoeling, zo min mogelijk te drinken. Bijvoorbeeld alleen water om uw medicijnen in te nemen. Als u drinkt kunt u uw plas minder goed ophouden omdat de blaas sneller volloopt. Bovendien wordt het medicijn vermengd met urine, waardoor het minder werkzaam is.
• De verpleegkundige op de polikliniek brengt, als u op een onderzoekstafel ligt, een dun slangetje (katheter) via de plasbuis in de blaas. Zij laat eerst de blaas helemaal leeglopen. Vervolgens vult de verpleegkundige de lege blaas met 50 ml. Mitomycine-spoeling via de katheter. Deze spoeling is blauw van kleur. Uw urine is daardoor bij de eerste keer plassen ook blauw van kleur. Hierna wordt de katheter weer verwijderd. Om de Mitomycine-spoeling goed in te laten werken, moet u de spoeling minimaal 1 uur (maximaal 2 uur) in de blaas houden. Het inbrengen en uithalen van de katheter kan een onaangenaam gevoel veroorzaken.
• Voor iedere blaasspoeling vraagt de verpleegkundige u of u last heeft gehad van bijwerkingen.
• Bij klachten wordt de urine eventueel onderzocht.

Duur van een spoeling

• Het inbrengen van de katheter en het laten inlopen van de vloeistof duurt bij elkaar ongeveer
• 10 minuten. U kunt direct daarna weer naar huis.
• Minimaal 1 uur (maximaal 2 uur) na het inbrengen van de spoeling, plast u thuis de vloeistof zittend uit.

Er wordt gebruik gemaakt van chemotherapie (cytostatica). Dit betekent dat u een goede hygiëne in acht moet nemen, zodat uw huisgenoten hier niet onnodig mee in aanraking komen.

De volgende voorzorgsmaatregelen moet u in acht te nemen:

• Plas zittend (ook mannen), tot 2 dagen na de spoeling. Dit voorkomt spatten.
• Spoel het toilet met het deksel gesloten na ieder bezoek tweemaal door (i.v.m. spatten).
• Was uw handen goed met zeep na ieder toiletbezoek. Als u morst op uw huid, maak dit dan direct schoon met Ph-neutrale zeep.
• Om uitwendige irritatie aan schaamlippen of penis te voorkomen, is het belangrijk dat u de schaamstreek na het plassen spoelt of wast met water. Dit hoeft alleen op de dag van de spoeling.
• Maak het toilet dagelijks schoon met Ph-neutrale zeep. Dit doet u tot 2 dagen na de spoeling.
• Gebruik bij gemeenschap tot 1 week na de blaasspoeling een condoom.
• Drink, nadat u de spoeling heeft uitgeplast, extra om infectie te voorkomen, tot 24 uur na de spoeling.
• Als u diuretica of plastabletten gebruikt, neem deze dan na het uitplassen van de spoeling in en niet daarvoor.

De Mitomycine-blaasspoeling geeft nogal eens aanleiding tot bijverschijnselen. De meeste klachten ontstaan 6 tot 12 uur na het toedienen van de spoeling. Ze verdwijnen meestal spontaan binnen 1 tot 2 dagen.

Bijwerkingen die kunnen optreden zijn:

• verschijnselen van blaasontsteking; pijn en branderig gevoel bij het plassen, vaker plassen, frequente aandrang en bloed bij het plassen
• huiduitslag of jeuk

Neem bij deze verschijnselen contact op met de oncologie- of urologieverpleegkundige van de urologie of met uw behandelend uroloog.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie. Indien u bekend bent bij de oncologieverpleegkundige urologie, kunt u ook bij haar met uw vragen terecht.

• maandag tot en met vrijdag
• van 8.00 -16.30 uur
• via telefoonnummer (070) 210 6482.