Binnenkort wordt uw zoon opgenomen in het HagaZiekenhuis, locatie Juliana Kinderziekenhuis voor een hypospadie correctie, een operatie aan de penis.

De duur van de opname varieert, maar is gemiddeld 1 tot 3 dagen, tenzij uw zoon op de afdeling Dagbehandeling wordt opgenomen.

Bij een hypospadie is het laatste stukje van de plasbuis niet goed gevormd. Daardoor mondt de plasbuis uit op een andere plaats dan gewoonlijk, bijvoorbeeld midden op de penis.

De hypospadie wordt zo vroeg mogelijk, maar bij voorkeur in de peuterleeftijd, gecorrigeerd. Daardoor zal uw zoon zich er later weinig of niets meer van herinneren.

Een opname in een ziekenhuis is natuurlijk erg spannend. Het is van belang dat u uw zoon zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Omdat hij nog erg jong is, raden wij u aan dit niet te lang van tevoren te doen, maar bijvoorbeeld een paar dagen voor de operatie.

U kunt uw zoon vertellen, dat:

• hij een paar dagen naar het ziekenhuis moet, omdat de dokter zijn plasser gaat repareren;
• hij hier niets van merkt door de speciale slaapdokter;
• hij net zo plast als andere jongens als alles voorbij is.

De opnameverpleegkundige laat u ongeveer 4 weken voor de ingreep weten wanneer deze is gepland.

Afhankelijk van het tijdstip van de operatie wordt uw zoon één dag vóór de operatie of op de dag van de operatie zelf opgenomen. U meldt zich op de afgesproken datum en tijdstip bij het Opnamebureau. Vanaf daar worden u en uw zoon naar de afdeling gebracht, waar u een gesprek heeft met de arts of de arts-assistent.

Aan het eind van de dag komt de anesthesist (narcose arts) langs om naar uw zoon te kijken en om te beoordelen welke narcose het beste bij hem past. Het kan zijn dat dit gesprek al tijdens een bezoek aan de polikliniek heeft plaatsgevonden.

De verpleegkundige van de afdeling vertelt u over de verzorging van uw zoon na de operatie en geeft u een pakket waarin alles zit wat u daarbij nodig heeft. De medisch pedagogisch medewerker bereidt uw zoon voor op de operatie en de verzorging.

Hoe uitgebreid de ingreep is kan pas definitief vastgesteld worden tijdens de operatie. Dit is afhankelijk van de plaats van de plasopening. Ook wordt er tijdens de operatie gecontroleerd of de penis bij een erectie recht staat. Is dat niet het geval, dan wordt de verkromming opgeheven. Daarna wordt de plasbuis hersteld zodat de opening zoveel mogelijk op de ‘normale’ plaats komt te liggen, dat wil zeggen bij de punt van de penis.

Om de plasbuis te verlengen, wordt soms een deel van de voorhuid gebruikt. Als dit nodig is bij uw zoon, bespreekt de uroloog dat vooraf met u. Na de operatie ziet de penis er dan uit als een besneden penis.

Om de nieuwe plasbuis waterdicht te laten genezen, wordt er meestal een splint (buisje) in de plasbuis gebracht. Verder kan het zijn dat een zogenoemde suprapubisch katheter wordt geplaatst. Dit is een slangetje dat via de buik (vlak boven het schaambeen) in de blaas is geplaatst en is vastgehecht aan de huid. Tijdens de genezing wordt de urine afgevoerd door deze katheter die op een urineverzamelzak aangesloten is.

De katheter wordt aan de huid vastgehecht. Daardoor kan de huid rondom de katheter er geïrriteerd uitzien.

Na de operatie wordt de penis verbonden met een speciaal verband. Ongeveer 5 dagen na de operatie verwijdert de uroloog dit verband.

Door de katheter kan uw zoon last hebben van blaaskrampen. Als dat nodig is, krijgt hij hiervoor medicijnen. In het ziekenhuis wordt gestart met deze medicijnen, maar ze moeten thuis ook nog worden ingenomen. U krijgt hiervoor een recept mee naar huis.

Soms is een tweede operatie noodzakelijk. Bijvoorbeeld wanneer de arts tijdens de controle meer dan één plasgaatje ontdekt (fistel). Dit moet dan ook nog worden gedicht.

Ook kan het gebeuren dat er op langere termijn een vernauwing in de nieuw gevormde plasbuis ontstaat. Dit komt echter zelden voor.

Een tweede operatie is meestal minder ingrijpend dan de eerste.

Wij raden u aan om de verzorging in de eerste dagen samen met uw partner of iemand uit uw directe omgeving te doen. Uw zoon kan angstig zijn en daardoor de verzorging bemoeilijken.

U krijgt na de uitleg van de verpleegkundige over de verzorging van de katheter ook een folder, waarin nog eens beschreven staat wat die verzorging inhoudt.

De verpleegkundige van de afdeling maakt voor uw zoon een aantal controleafspraken bij de uroloog.

De eerste afspraak is ongeveer een week na de operatie. De uroloog verwijdert het drukverband en het splint en beoordeelt de wond. Het verwijderen van de splint geeft een raar gevoel in de onderbuik, maar is niet pijnlijk. De katheter wordt met een stopje afgesloten, zodat uw zoon weer zelf kan plassen.

De tweede afspraak vindt meestal 2 dagen later plaats. De uroloog beoordeelt opnieuw de wondgenezing en verwijdert de katheter. Dat is in principe pijnloos. Uw zoon krijgt dan een antibioticakuur voorgeschreven om eventuele infecties te voorkomen. Deze kuur duurt 5 tot 7 dagen en moet altijd worden afgemaakt.

• Zo lang uw kind nog een verband/splint heeft mag hij niet op zijn buik over de grond schuiven of fietsen. Ook mag hij niet zwemmen, sporten en zwemmen en niet in de zandbak spelen.
• Uw kind mag wel op de buik slapen.
• U heeft instructie gekregen over het knippen van luiers/het gebruik van een dubbele luier. Dit moet u doen zo lang het drukverband nog op de wond zit. Tijdens de controleafspraak verwijdert de uroloog het drukverband. Het is belangrijk uw zoon vaak te verschonen om infectie te voorkomen.
• Als uw kind met een katheter naar huis gaat, heeft u instructie gekregen over de verzorging hiervan. Zorg ervoor dat de katheter altijd lager hangt dan de blaas en controleer of er urine in het zakje blijft komen.
• Het is belangrijk dat uw kind goed drinkt.
• Zo lang het drukverband aanwezig is, mag uw zoon niet in bad of onder de douche. Zodra het verband eraf is, maar de katheter er nog in zit, mag hij wel douchen (maximaal 5 minuten).
• Zo lang de katheter nog aanwezig is, mag hij niet in bad. Deze wordt meestal ongeveer een week na de operatie verwijderd.
• Geef pijnstilling volgens het recept van de uroloog en de instructies van de verpleegkundige. U heeft een kaartje met tijden meegekregen.

• Als het verband loslaat. Dit kan in geval van een dagbehandeling.
• Bij koorts >38.5 graden.
• Als de katheter niet goed druppelt en bij weinig urineproductie.
• Wanneer de hechting van de splint loslaat of de splint eruit valt.
• Als er ontlasting in de splint zit.
• Nabloeding/zwelling van het wondgebied.
• Tekenen wondinfectie (roodheid, warmte, pijn) of wijken van het wondgebied.
• Als uw kind 3 dagen na het verwijderen van de katheter pijn blijft houden bij het urineren.

Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan aan de uroloog of zijn assistente. U kunt hiervoor een (bel)afspraak maken via telefoonnummer (070) 210 0000.