U heeft eerder een MRI van uw prostaat gehad. Hierop zijn gebieden gezien die de arts nader wil onderzoeken. Uw behandelend arts heeft in overleg met u dit MRI-onderzoek aangevraagd. Een radiodiagnostisch laborant voert het onderzoek uit. De radioloog verricht de biopsie.

Omdat het sterke magnetische veld van de MRI-scanner elektrische voorwerpen en/of voorwerpen met een magneetstrip kan ontregelen, dient u het gebruik of bezit van de volgende materialen/middelen absoluut te melden vóórdat u de ruimte van de MRI-scanner betreedt:

• pacemaker
• gehoorapparatuur
• kunstmatige hartkleppen
• magnetische implantaten in het gebit
• insulinepomp
• aangebrachte operatieclips
• metalen gewrichtsprotheses
• drains
• metaalsplinters
• stents
• neurostimulators
• glucose sensor (bijvoorbeeld Freestyle Libre), de sensor dient voor het onderzoek eraf gehaald te worden

• Het is noodzakelijk om tijdig en tijdelijk te stoppen met het innemen van sommige bloedverdunnende middelen (Plavix, Reopro (abciximab), Persantin, Asasatin, dipyridamol, sintrom of marcoumar).
  • Acetylsalicylzuur, aspirine en carbasalaat calcium mogen wel gebruikt worden.
• Twee uur voor de prostaatbiopsie moet u een antibioticum innemen. Meestal krijgt u 750 mg Ciproxin mee van de arts. Het kan ook zijn dat u een recept met een antibioticum voorgeschreven krijgt.

Bij hartklepafwijkingen en/of hartklepprothesen en bij sommige andere prothesen moeten extra antibiotica gebruikt worden. U krijgt hiervoor dan een recept.

U wordt opgehaald uit de wachtruimte en naar een kleedkamer gebracht waar u zich, voor zover noodzakelijk, gedeeltelijk kunt ontkleden. U kunt de toegangsdeur naar de gang op slot doen.

U dient alle voorwerpen achter te laten die metaal bevatten. Denk hierbij aan:

• gebitsprotheses en plaatjes
• orthodontisch materiaal (beugels et cetera)
• bank- en overige betaalpasjes
• portemonnee
• sieraden (ook horloges)
• haarspelden
• make-up en make-up artikelen.

Bij binnenkomst controleert de laborant u op eventueel metaal. Daarna wordt u verzocht op de onderzoektafel van de MRI-scanner te gaan liggen. De laborant helpt u de juiste positie en houding in te nemen.

De radioloog brengt in de endeldarm een naaldgeleider in de vorm van een dun buisje in.

Hierbij wordt een verdovende gel gebruikt.

Eerst worden opnames gemaakt ter oriëntatie. Vervolgens bepaalt de radioloog de plek van de biopsie.

Er wordt een naald in de naaldgeleider gebracht en een biopsie genomen. Dit kan gevoelig zijn. Daarna worden er opnames gemaakt om de aangeprikte prostaatlocatie te kunnen controleren.

Eventueel zijn meer biopten van hetzelfde gebied of van andere gebieden nodig.

Het is belangrijk dat u tijdens de opnames stil ligt.

De laboranten zitten niet in de kamer zelf, maar in een kamer ernaast. Er zit een groot raam tussen beide kamers, zodat zij u altijd kunnen zien. Als u tijdens het onderzoek kramp krijgt of hulp nodig heeft, kunt u de noodbel gebruiken die u heeft gekregen.

Het onderzoek duurt 45 minuten.

U kunt uw dagelijkse activiteiten na het onderzoek hervatten.

Het is mogelijk dat u tot enkele dagen na dit onderzoek nog wat bloed in de urine, ontlasting of in de zaadlozing ziet. Het advies is om dan extra te drinken.

Als het bloedverlies langer dan een week duurt of u krijgt koorts boven de 38,5 graden, neem dan contact op met uw behandelend uroloog. Soms kan een grotere bloeding ontstaan.

Indien uw urine of ontlasting helemaal bloederig is en stolsels bevat, adviseren wij u om contact op te nemen met de Urologie polikliniek (het telefoonnummer staat aan het eind van deze informatie). Na kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp (het telefoonnummer staat aan het eind van deze informatie).

Blijf vooral goed drinken. Meestal houdt het bloeden vanzelf op. Bij twijfel dient u altijd contact op te nemen met de Urologie polikliniek.

Ondanks het antibioticum en het goede drinken kunt u toch een blaas- of prostaatontsteking krijgen. U merkt dit doordat u vaak moet plassen en als het plassen pijnlijk wordt. Neemt u dan ook contact op met de Urologie polikliniek.

In uitzonderlijke gevallen kunnen er bacteriën in het bloed komen. U merkt dit doordat u een koude rilling krijgt. Bij een temperatuur - rectaal (via de anus) gemeten - boven de 38,5 graden, moet u direct contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.

De MRI-scanner wordt ook voor spoedgevallen gebruikt, waardoor vertraging in het programma kan ontstaan. Dit kunnen wij helaas niet voorkomen. Wij vragen uw begrip hiervoor.

De medewerkers doen hun best u zoveel mogelijk op tijd te helpen. Wilt u zo vriendelijk zijn op tijd aanwezig te zijn voor het onderzoek. Indien u niet op de afgesproken tijd voor uw onderzoek verschijnt, wordt bekeken of het onderzoek nog plaats kan vinden of dat voor u een nieuwe afspraak moet worden gepland.

Als u om wat voor reden dan ook de afspraak niet kan nakomen, verzoeken wij u dringend dit zo snel mogelijk te melden aan de Radiologie afdeling. Zo kunnen wij de wachtlijst zo kort mogelijk houden.

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Radiologie afdeling:

• van maandag tot en met vrijdag
• tussen 8.30 - 16.30 uur
• telefoon: (070) 210 2349

U kunt ook contact opnemen met uw behandelend arts.

De laboranten vertellen u vlak voor het onderzoek wat er gaat gebeuren. U kunt natuurlijk ook aan hen vragen stellen.

• Urologie polikliniek, locatie Leyweg: (070) 210 2534/2541
• Spoedeisende Hulp, locatie Leyweg: (070) 210 2060