Aangepaste contact-isolatie

U bent opgenomen in het HagaZiekenhuis en wordt hier geïsoleerd (afgezonderd) verpleegd. Geïsoleerd verplegen is soms nodig om verspreiding van bacteriën of virussen naar medepatiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers te voorkomen.

Uw behandelend arts legt u uit waarom de speciale isolatiemaatregelen bij u nodig zijn. Welke specifieke isolatiemaatregelen op u van toepassing zijn, hangt af van de isolatievorm die bij u nodig is. Er zijn zeven isolatievormen met speciale verzorging. Voor iedere isolatievorm is een aparte folder beschikbaar):

1. Strikte isolatie

2. Contact-isolatie

3. Druppel-isolatie

4. Contact-druppel isolatie

5. Aangepaste contact-isolatie

6. Aërogene isolatie

7. Strikt aërogene isolatie

8. Beschermende isolatie

Bij u is sprake van aangepaste contact-isolatie. In deze folder vindt u informatie over de maatregelen die hierbij nodig zijn.

Micro-organismen

Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën en virussen worden ook wel micro-organismen genoemd, omdat ze niet met het blote oog te zien zijn, maar wel met een microscoop. Ze komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond en darmen. Micro-organismen kunnen van de ene mens op de andere worden overgebracht. Bij sommige micro-organismen gebeurt het overbrengen via direct lichamelijk contact (vaak via de handen) en bij andere gebeurt dit via de lucht (bijvoorbeeld als iemand hoest). Ook zijn er micro-organismen die via direct lichamelijk contact én via de lucht kunnen worden doorgegeven.

In de contacten die mensen onderling hebben of met voorwerpen worden micro-organismen via de handen opgepakt en afgegeven. Dit gebeurt vele malen per dag. De meeste micro-organismen zijn niet-ziekmakend en helpen bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel. Maar er zijn ook micro-organismen die wel ziekmakend zijn en waartegen maatregelen genomen moeten worden.

In het ziekenhuis bevinden zich veel mensen dicht op elkaar, waardoor de kans op verspreiding van micro-organismen wordt vergroot. Daarnaast hebben patiënten in een ziekenhuis vaak een verminderde weerstand en kunnen ze sneller een infectie oplopen met ziekmakende micro-organismen.

Van sommige virussen en bacteriën is bekend dat ze gemakkelijk ziekenhuisinfecties veroorzaken. Patiënten die zo’n virus of bacterie bij zich dragen, worden altijd geïsoleerd verpleegd.

Aangepaste contact-isolatie wordt toegepast om overdracht van bepaalde bacteriën of virussen via lichamelijk contact te voorkomen. U wordt op een eenpersoonskamer verpleegd om verspreiding van de ziekmakende micro-organismen, die u bij u draagt, te voorkomen.

U mag de kamer alleen na overleg met de verpleging verlaten als dit voor uw behandeling van belang is, zoals voor (oefen)therapie. Als u de kamer om een dergelijke reden moet verlaten, gelden de volgende voorwaarden:

• Voor het verlaten van uw kamer wast u uw handen met water en zeep, waarna u uw handen zorgvuldig afdroogt met papieren handdoekjes die u direct in de daarvoor bestemde afvalbak gooit.
• U heeft geen lichamelijk (fysiek) contact met andere patiënten.
• U maakt geen gebruik van algemene toiletten/kamers/ruimtes.

Buiten uw kamerdeur hangt een oranje kaart waar de maatregelen op staan die iedereen moet nemen om uw kamer binnen te mogen gaan.

Iedereen die van buiten het ziekenhuis bij u op bezoek komt, moet zich aan de volgende maatregelen houden:

• De bezoekers moeten zich vooraf melden bij de verpleging.
• De verpleging geeft vooraf instructies (aanwijzingen) over welke maatregelen de bezoekers moeten nemen. De verpleging moet er ook op toezien dat deze maatregelen worden genomen.
• Bezoekers wordt geadviseerd niet op uw bed te gaan zitten.
• Bezoekers wordt geadviseerd intensief (lichamelijk) contact met u te vermijden (hand geven mag wel).
• Voordat de bezoekers uw kamer verlaten, moeten zij de handen wassen met water en zeep, waarna u uw handen zorgvuldig afdroogt met papieren handdoekjes die u direct in de daarvoor bestemde afvalbak gooit
• Kinderen jonger dan 6 jaar worden alleen in overleg toegelaten. Vraag hierover advies aan de verpleging.

De ziekenhuismedewerker die op uw kamer komt, houdt zich aan de volgende maatregelen:

• Voor het betreden van de kamer draagt de ziekenhuismedewerker handschoenen.
• De ziekenhuismedewerker draagt bij uw lichamelijke verzorging en bij eventueel onderzoek handschoenen en een schort met lange mouwen, waar geen vocht doorheen kan.
• Nadat de ziekenhuismedewerker de handschoenen heeft uitgedaan, wast deze de handen met water en zeep of desinfecteert deze handen.

Wanneer u voor een onderzoek of behandeling naar een andere afdeling (zoals een röntgenafdeling of operatiekamer) in het ziekenhuis wordt gebracht, wordt u vervoerd in een schoon bed of rolstoel en draagt u schone kleding.

De mensen die u tijdens het vervoer begeleiden, dragen geen beschermende kleding als er geen lichamelijk contact is. Als er wel lichamelijk contact is (als u bijvoorbeeld op een onderzoekstafel moet worden getild) nemen de begeleiders wel beschermende maatregelen en trekken zij vooraf handschoenen aan en een schort met lange mouwen dat geen vocht doorlaat.

Deze maatregelen worden in alle Nederlandse ziekenhuizen getroffen en zijn gebaseerd op landelijke richtlijnen voor hygiëne- en infectiepreventie. Wij zijn ons ervan bewust dat de maatregelen ingrijpend kunnen zijn voor u en uw bezoek, maar vragen hier wel begrip voor. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw behandelend arts en bij de verpleegkundige.