Uw baby en het bloedsuikerprotocol

In deze folder vindt u informatie over het bloedsuikerprotocol en de reden waarom uw baby moet worden opgenomen op de kraamafdeling of kinderafdeling van het Haga Juliana Geboortecentrum (HJGC).

Wat is het bloedsuikerprotocol?

Bij pasgeboren baby’s, die kans hebben op een afwijkend bloedsuikergehalte, wordt volgens een vast schema het bloedsuikergehalte bepaald. Dit wordt het bloedsuikerprotocol genoemd. Dit is nodig om op tijd een afwijkende bloedsuikerwaarde op te sporen. Een baby die meerdere dagen een laag bloedsuikergehalte heeft, kan namelijk nadelige gevolgen ondervinden in de ontwikkeling. Zoals het oplopen van hersenschade. Een te hoog bloedsuikergehalte bij een pasgeborene komt vrijwel nooit voor.

Oorzaken van een afwijkend bloedsuikergehalte

Oorzaken kunnen zijn:

  • de zwangerschapsduur was bij de geboorte minder dan 37 weken;
  • het geboortegewicht is te hoog of te laag ten opzichte van de duur van de zwangerschap;
  • moeders met een insuline afhankelijke diabetes of diabetes gravidarum (zwangerschapsdiabetes) met insulinegebruik;
  • een minder goede conditie van de baby rondom de geboorte;
  • hypothermie (een te lage lichaamstemperatuur van de baby);
  • overige problemen waarbij uw baby opgenomen moet worden op de Neonatologie afdeling.

Wat zijn de regels van het bloedsuikerprotocol?

Volgens het bloedsuikerprotocol wordt verschillende keren bloed afgenomen uit de hiel van uw baby, namelijk:

  • 1 uur na de geboorte, nadat het kind een eerste voeding heeft gehad
  • 3 uur, 6 uur en 12 uur na de geboorte, voor de voeding

De kinderarts bepaalt of er vaker een glucosebepaling moet worden verricht. Hierbij wordt gekeken naar de suikerwaarden en het voedingsgedrag van de pasgeborene. Als uw baby te licht is bij de geboorte of te vroeg is geboren, worden ook glucosecontroles afgenomen bij:

  • 18 uur en 24 uur na de geboorte, voor de voeding

Het is mogelijk dat er in opdracht van de kinderarts vaker gecontroleerd moet worden.

Verschijnselen van een laag bloedsuikergehalte

Veel voorkomende verschijnselen bij een laag bloedsuikergehalte zijn:

  • uw baby is suf en drinkt daardoor slecht;
  • uw baby maakt trillende bewegingen met de armen (fladderen);
  • uw baby ziet bleek van kleur;
  • uw baby kan zich niet warm genoeg houden (ondertemperatuur).

Voeding

Uw baby krijgt binnen een uur na de geboorte voeding. Dit kan zowel fles-, als borstvoeding zijn. Het voeden gebeurt minimaal 8 keer per dag (zo nodig vaker). Indien u borstvoeding geeft en dit nog niet voldoende op gang is, kan het gebeuren dat uw baby onvoldoende energie heeft om de bloedsuikerwaarde goed te houden. Indien er een lage bloedsuiker wordt gemeten, dan krijgt uw baby in overleg met de kinderarts bijvoeding. Dit zal zoveel mogelijk met een cupje gegeven worden. Het cupje is een bekertje waar uw baby de voeding uit nipt om te voorkomen dat uw baby went aan een speen. De kinderarts bespreekt met u of de verpleegkundige hoe vaak uw baby bijvoeding moet krijgen.

Hoe is het verloop van de opname?

De kinderarts komt na de geboorte uw baby nakijken. De verpleegkundige vertelt u na het bloedprikken de bloedsuikerwaarde van uw baby. Als de bloedsuikerwaarden goed zijn en de voeding gaat goed, wordt overlegd met de kinderarts of uw baby met ontslag naar huis kan. Let hierbij goed op de temperatuur van uw baby. Als uw baby het te koud heeft, zal de bloedsuiker makkelijker dalen. Zorg ervoor dat uw baby niet te koud op schoot of in bed ligt.

Blijft de bloedsuikerspiegel niet binnen de normale waarde dan kan de kinderarts besluiten dat het beter is om uw baby samen met u op te nemen op de afdeling Neonatologie van het Juliana Kinderziekenhuis. Uw baby krijgt dan regelmatig voeding en eventueel een infuus met een suikeroplossing ( glucose). Op de afdeling krijgt u hier dan meer informatie over.

Heeft u nog vragen?

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd aan de verpleegkundige of arts stellen.

  • Verloskamers: telefoonnummer (070) 210 7560
  • Kraamafdeling: telefoonnummer (070) 210 7574

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie