Dunne darmonderzoek bij kinderen

De behandelend arts heeft in overleg met u een röntgenonderzoek van de dunne darm van uw kind aangevraagd. Met behulp van dit onderzoek is het mogelijk eventuele afwijkingen aan de dunne darm op te sporen of uit te sluiten. Een röntgenonderzoek van de dunne darm is niet pijnlijk. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde arts, de radioloog. Deze wordt bijgestaan door een radiologisch laborant.

Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen. Röntgenstralen zijn niet zichtbaar of voelbaar.

Hoewel röntgenstralen nadelig kunnen zijn voor de mens, is dit röntgenonderzoek voor het stellen van een diagnose vaak onmisbaar. De bij dit röntgenonderzoek gebruikte straling is zo gering, dat u niet ongerust hoeft te zijn over de nadelige effecten van deze straling.

Als uw kind overgevoelig is voor bepaalde medicijnen of middelen, zoals pleisters of jodium meldt u dit dan vóór het onderzoek aan de radioloog.

Verslikt uw kind zich gemakkelijk? Vertel dit ook vóór het onderzoek aan de radioloog.

Uw kind moet nuchter zijn voor het onderzoek. Dit houdt in dat uw kind vanaf 24.00 uur ’s nachts voor het onderzoek niet mag eten en drinken.

In heel enkele gevallen is een speciale voorbereiding nodig, waarvoor uw kind enkele dagen moet worden opgenomen. Dit wordt vooraf met u besproken.

Als uw kind nog uit een flesje drinkt, wilt u dit dan meebrengen.

Het onderzoek bij kinderen ouder dan 10 jaar wordt gedaan met behulp van een MRI-enterografie. Bij het maken van de afspraak krijgt u de informatiefolder MRI-scan, informatie voor ouders/verzorgers mee. Daarin staat nadere informatie over de voorbereiding, het onderzoek en waar u zich moet melden.

U meldt zich op de afgesproken datum en tijd bij een van de aanmeldzuilen in de centrale hal van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg.

Kinderen jonger dan 10 jaar

Een röntgenonderzoek van de dunne darm is niet pijnlijk. Om de dunne darm zichtbaar te maken op de foto’s, is het nodig de darm te vullen met een contrastmiddel (bariumpap). Bariumpap is een onschuldig wit middel dat geen röntgenstralen doorlaat. Hiervan moet uw kind een beker drinken. De pap smaakt naar vanille.

Kinderen tussen 5 en 10 jaar krijgen na de bariumpap een eetlepel bruiskorrels te slikken om extra lucht in de maag te brengen. Deze bruiskorrels lijken op knettertops (ijsjes die knetteren op de tong).

Wanneer uw kind niet kan of wil drinken, wordt de bariumpap met een spuitje in de mond gespoten. In het uiterste geval moet een maagsonde (slangetje) worden ingebracht. Dit gaat via de neus naar de maag, zodat de bariumpap via de sonde kan worden ingespoten. Dit is vervelend, maar niet pijnlijk.

Afhankelijk van de leeftijd komt uw kind vervolgens voor het röntgenapparaat te zitten (ouder dan 4 jaar) of op een beweegbare röntgentafel te liggen (tot ongeveer 4 jaar). De radioloog maakt eerst foto’s van de maag. Hiervoor zal uw kind verschillende kanten op moeten draaien.

Daarna worden om de 15 à 30 minuten foto’s gemaakt, net zolang tot de gehele dunne darm is afgebeeld.

De duur van het onderzoek is per kind verschillend en kan de hele ochtend duren.

Na afloop van het onderzoek is geen nazorg nodig, uw kind mag na het onderzoek weer alles doen. Wel moet u er rekening mee houden, dat de eerste dagen na het onderzoek de ontlasting wit gekleurd kan zijn. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf weer.

De uitslag krijgt u van de behandelend arts. Hiervoor maakt u zelf een afspraak bij het afsprakenbureau in het Juliana Kinderziekenhuis. U kunt ook bellen met: (070) 210 7300.

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de Radiologie afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis, bereikbaar:

• van maandag tot en met vrijdag
• tussen 08.30 - 16.30 uur
• telefoonnummer: (070) 210 7365