Over de afdeling Radiotherapie

U heeft van uw arts het advies gekregen om u te laten bestralen bij de afdeling Radiotherapie in het HagaZiekenhuis Den Haag. U krijgt een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog* (bestralingsarts).

*Voor de leesbaarheid gebruiken we in deze tekst het woord ‘bestralingsarts’ in plaats van ‘radiotherapeut-oncoloog’.

De bestralingsartsen van de afdeling Radiotherapie HagaZiekenhuis krijgen assistentie van zogenoemde MBB-ers (Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundigen). Zij zijn speciaal opgeleid om onder andere radiotherapeutische behandelingen uit te voeren.

In deze folder vindt u algemene informatie over de gang van zaken rond uw behandeling. Bij het lezen van deze folder kunnen vragen bij u opkomen. U kunt deze opschrijven en ze bij uw volgend bezoek stellen aan de bestralingsarts of de MBB-ers. Zij geven u graag meer uitleg.

Aanvullend op deze folder ontvangt u informatie over het gebied waar u bestraald wordt. Hierin staan de eventuele instructies, bijwerkingen en adviezen wat u daaraan kunt doen.

Wat is radiotherapie?

De letterlijke betekenis van het woord radiotherapie is: ‘Een behandeling met röntgenstralen’. Bestraling speelt een grote rol bij de behandeling van kwaadaardige en goedaardige tumoren. Ook passen we bestraling toe na de verwijdering van een tumor. Het doel van bestraling is de aandoening te genezen, het ziekteproces te vertragen of tot stilstand te brengen. Gezonde cellen in de directe omgeving kunnen door de bestraling ook voor een deel beschadigd worden. De gezonde cellen genezen tijdens de rustperiode tussen de (dagelijkse) bestralingen.

Röntgenstralen zijn onzichtbaar en niet te voelen; bestraling doet dus geen pijn. Mensen denken vaak dat ze na een bestraling radioactief zijn: dat is niet het geval. Na een bestraling kunt u met uw dagelijkse activiteiten doorgaan.

Bestraling vindt soms plaats in een behandelcombinatie, zoals een operatie, chemotherapie, en/of hormoontherapie. Er bestaan verschillende soorten straling en bestralingstechnieken. De keuze voor een bepaalde techniek hangt af van de aard van de tumor en de plaats waar deze zit.

Hoe komt u op de polikliniek Radiotherapie in Den Haag?

Het HagaZiekenhuis in Den Haag is bereikbaar met eigen vervoer en openbaar vervoer. Bestraling kan poliklinisch gebeuren. Bestraling kan ook plaatsvinden als u in het ziekenhuis ligt. Als u in het ziekenhuis bent opgenomen, wordt u naar de afdeling Radiotherapie gebracht.

Als u vanuit huis komt, zorgt u zelf voor vervoer. Bij het ziekenhuis kunt u tegen betaling parkeren. Betalen is alleen mogelijk met PIN.

Reiskostenvergoeding?

Als het voor u een probleem is om met eigen vervoer of openbaar vervoer te komen, kunt u gebruik maken van een taxi. Vraag bij uw zorgverzekeraar of u recht hebt op taxi-vergoeding.

Wanneer dit het geval is stuurt de zorgverzekeraar u een declaratieformulier toe. Dit formulier neemt u ingevuld mee bij de eerste bestralingsafspraak. De secretaresse van de afdeling Radiotherapie zorgt ervoor dat de arts het formulier ondertekent. Het hangt van uw zorgverzekeraar af u een eigen bijdrage moet betalen.

Uw afspraken voorafgaand aan de bestralingen

Uw eerste afspraken voorafgaand aan de bestralingen vinden plaats op de polikliniek Radiotherapie. Het secretariaat van de afdeling Radiotherapie maakt deze afspraken telefonisch met u. Telefoonnummers vindt u in het hoofdstuk ‘Contactgegevens’ achter in deze brochure.

Voor uw eerste afspraak meldt u zich aan via de aanmeldzuil. Vervolgens meldt u zich bij de receptie van de polikliniek Radiotherapie. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste wachtkamer.

Wij raden u aan om bij het eerste gesprek iemand mee te nemen. Voor uw eerste afspraak met de bestralingsarts meldt u zich bij de balie van de afdeling Radiotherapie. Wij raden u aan om bij het eerste gesprek iemand mee te nemen.

Tijdens het eerste gesprek neemt de bestralingsarts een aantal zaken met u door. Denk hierbij aan uw ziektegeschiedenis, de reden en het doel van de behandeling. Stel de arts alle vragen die u heeft en blijf niet met onzekerheden of twijfels zitten.

De bestralingsarts vertelt u:

  • hoelang de behandeling gaat duren;
  • hoeveel behandelingen per week u krijgt en
  • wat nog aan voorbereiding nodig is voordat de bestraling kan beginnen.

Ook vertelt de bestralingsarts u wat de bijwerkingen kunnen zijn. Meestal wordt er een lichamelijk onderzoek gedaan. Tot slot vraagt de bestralingsarts uw toestemming voor de behandeling. U bent altijd vrij om wel of niet voor een behandeling te kiezen.

Voorlichtingsgesprek

De MBB-ers bereiden de bestralingen voor en voeren ze ook uit. Als u kiest voor een behandeling krijgt u een afspraak voor een voorlichtingsgesprek met een MBB-er. Er wordt dan ook een CT-scan (computer tomografie) gemaakt. Het gesprek en de scan vinden plaats op de polikliniek Radiotherapie. De MBB-er vertelt u over de behandeling en maakt hierbij gebruik van een presentatie.

Daarnaast bespreekt de MBB-er de mogelijke bijwerkingen met u en wat u kunt doen om deze te verzachten. Ook krijgt u adviezen over huidverzorging en andere tips. U kunt altijd vragen stellen. Na het gesprek kunt u de afdeling verlaten of brengt de MBB-er u naar de wachtkamer voor de CT-scan.

CT-scan

Als onderdeel van de voorbereiding op de bestraling wordt een CT-scan gemaakt. Met deze scan wordt het aangedane deel van uw lichaam in ‘schijfjes’ afgebeeld. Door deze schijfjes in de computer op elkaar te stapelen, ontstaat een afbeelding in 3D (3 dimensies) of 4D, waarbij de ademhaling wordt gemonitord. Hierop kan de bestralingsarts precies zien welk gebied bestraald moet worden.

De MBB-er zet na het maken van de CT-scan 2,3 of 4 tatoeagepuntjes op uw lichaam. Hierbij wordt een klein druppeltje inkt vlak onder de huid geprikt. Dit is een oppervlakkig prikje dat u kunt voelen.
De plaats op het lichaam waar de puntjes geplaatst worden, hangt af van het te bestralen gebied. Deze puntjes zijn heel klein, maar wel blijvend. Ze zijn heel belangrijk om u altijd op de juiste plek te kunnen bestralen.

Met de gegevens van de CT-scan maakt de bestralingsarts een bestralingsplan. Het maken van een bestralingsplan en het invoeren van uw gegevens in de computer kost tijd. U start meestal binnen 2 weken na de voorbereiding met de bestraling.

Het kan gebeuren dat tijdens de behandeling een deel van het voorbereidingstraject moet worden herhaald. Dit kan bijvoorbeeld zijn om het bestraalde gebied aan te passen.

Masker maken

Soms is het nodig om voor de bestraling hulpstukken te maken. Een voorbeeld hiervan is een masker.
Bij bestralingen in het hoofd-halsgebied is een kunststof masker nodig om de nauwkeurigheid van de behandeling te waarborgen. Deze maskers geven steun bij het stilliggen. De patiënt kan vrij ademhalen. Bij gebruik van een masker worden de markeringen op het masker getekend en niet op de huid.

Afspraken op de afdeling Radiotherapie

Voor uw afspraken op de afdeling Radiotherapie hoeft u zich niet meer aan te melden bij de aanmeldzuilen. U kunt meteen doorlopen naar de receptie van de polikliniek Radiotherapie. Daarna neemt u plaats in de wachtkamer. Neem altijd bij uw bezoek aan de afdeling Radiotherapie uw afsprakenkaart mee.

Bent u toch even de weg kwijt? Vraag een medewerker van het ziekenhuis u te helpen. Als u begeleiding nodig heeft, vraag dan aan de receptionist van de informatiebalie in de centrale hal dit voor u te regelen.

Afspraken over de bestraling

Het kan zijn dat u andere afspraken heeft die niet goed gecombineerd kunnen worden met de afspraken op de afdeling Radiotherapie. Wij vragen u dit op tijd aan de afdeling door te geven. Wij zullen dan proberen de afspraak op een andere tijd te zetten. Als u vragen of klachten heeft over de bestraling, bespreekt u deze dan met de MBB-er. Als u de bestralingsarts wilt spreken, kunt u dit aan de MBB-er of de secretaresse doorgeven. Meestal kunt u na de behandeling op het spreekuur komen. Dit is niet altijd mogelijk bij uw eigen bestralingsarts.

Als u denkt niet in staat te zijn voor de behandeling te komen, belt u de afdeling Radiotherapie. De bestralingsarts overlegt wat u het beste kunt doen. Als het mogelijk is, gaat de behandeling door.

Op feestdagen waar de polikliniek gesloten is, worden de bestralingen soms voortgezet. Dit wordt ook aangegeven op uw persoonlijke afsprakenlijst.

De behandeling

Het aantal behandelingen verschilt van een dag tot een aantal weken. Dat hangt af van de reden voor de bestraling. Wanneer bijvoorbeeld de bestraling voor pijnbestrijding is, kan één bestraling al voldoende zijn. De bestralingsarts stelt vooraf de duur van de bestralingsperiode en het aantal bestralingen per week vast.

Bij tumoren zijn er meestal meer bestralingen nodig, verspreid over een langere periode. Ook dit verschilt van persoon tot persoon. Dit geldt ook als een tumor al verwijderd is. Het type tumor en het doel van de bestraling zijn bepalend voor het aantal bestralingen en de periode.

Gang van zaken bij de bestraling

  • De afdeling Radiotherapie op locatie Den Haag heeft 2 bestralingsapparaten voor uitwendige bestraling.
  • Deze apparaten zijn gelijk aan elkaar. Het bestralingsapparaat waarmee u behandeld wordt, heet een lineaire versneller.
  • U meldt zich bij de receptie van de afdeling Radiotherapie. Daarna neemt u plaats in de wachtruimte.
  • Als u aan de beurt bent, haalt een MBB-er u op. Deze vertelt u in het kort over de bestraling en begeleidt u naar de bestralingsruimte.

Op basis van de tatoeage-punten, de tekening op de huid of het masker plaatsen de MBB-ers u in de juiste houding. Dit doen zij met behulp van laserlijnen. Deze laserlijnen kunt u wel zien, maar niet voelen.

Uw houding is dezelfde als bij de voorbereiding. Na het instellen van de apparatuur verlaten de MBB-ers de bestralingsruimte. Eventueel wordt er een scan gemaakt om uw positionering te controleren. Vervolgens wordt de behandeling gestart.

De bestraling duurt enkele minuten. Een bestraling wordt meestal uit verschillende richtingen gegeven. Het bestralingsapparaat beweegt om u heen terwijl u in dezelfde houding blijft liggen. Als de bestralingsdosis is afgegeven, slaat het toestel automatisch af. U kunt daardoor dus geen te hoge bestralingsdosis krijgen.

Na de bestraling komen de MBB-ers de behandelkamer weer binnen om aan te geven dat de behandeling klaar is. Blijft u liggen totdat de MBB-ers u vertellen dat u weer mag bewegen. Tijdens de bestralingsperiode spreekt u één of meerdere keren met uw bestralingsarts.

Als u klachten heeft, kunt u deze met de MBB-ers bespreken. Als u dat wenst, regelen zij dat u eerder een afspraak met de bestralingsarts heeft. Vóór, tijdens en na de bestralingen kan de bestralingsarts het nodig vinden om extra onderzoek te doen, zoals bloedonderzoek of gewichtscontrole, of om een diëtiste of andere hulpverlener in te schakelen.

Voor brachytherapie (inwendige bestraling) wordt gebruik gemaakt van een ander soort apparaat. Bij dit soort bestralingen wordt de bestralingsbron bij u ingebracht. Als u brachytherapie moet krijgen, wordt dat vooraf met u besproken. Deze bestraling wordt niet uitgevoerd in het Haga ziekenhuis.

Bijwerkingen

Het is niet goed te voorspellen of u last gaat krijgen van bijwerkingen. Sommige mensen hebben veel last daarvan, anderen hebben weinig last. Het optreden van bijwerkingen en de mate waarin zegt niets over het resultaat van de behandeling. Het hangt ook voor een groot deel af van de plaats in uw lichaam waarop u bestraald wordt. Naast lichamelijke klachten kunt u ook verwerkingsproblemen hebben door de ziekte.

Vaak ontstaan klachten tijdens de bestralingsperiode, maar soms ontstaan bijwerkingen nog daarna. Ook daarom komt u na de bestralingsperiode regelmatig voor controle terug bij uw bestralingsarts. Als het nodig is, neemt u bij klachten contact met de afdeling op.

Algemene klachten bij bestralingen

De informatie hieronder geeft u een beeld van mogelijke bijwerkingen en wat u in dat geval kunt of moet doen.

U kunt last krijgen van vermoeidheid, slaperigheid, lusteloosheid en te weinig eetlust. Ook het regelmatig reizen naar het ziekenhuis kunt u als een belasting ervaren. Wanneer u deze klachten vóór de behandeling niet had, kan het zijn dat deze in de loop van de bestralingsperiode optreden. Dat geldt vooral voor vermoeidheid.

Zolang u geen klachten heeft, kunt u doorgaan met uw dagelijkse activiteiten. Wanneer u vermoeidheidsklachten krijgt, kunt u het beste uw activiteiten hierop aanpassen en extra rust nemen.

Bij koorts boven de 38ºC neemt u direct contact op met de afdeling Radiotherapie. Als het mogelijk is, proberen we uw bestraling toch door te laten gaan.

Advies

Eet waar u zin in heeft. Dit geldt niet als u een speciaal voedingsvoorschrift heeft gekregen. Naast goede voeding is het ook belangrijk dat u voldoende drinkt. Dat betekent 1,5 tot 2 liter water per dag drinken.

Controle

Een controle bij de bestralingsarts vindt meestal in de laatste week van de bestralingsperiode plaats. Deze afspraak staat ook op uw afsprakenlijst. Over de behandelingsperiode wordt een nauwkeurig verslag gemaakt. Dit verslag wordt naar uw huisarts en de mee behandelende specialisten gestuurd.

Na de bestralingsperiode kunt u zich nog enige tijd moe en vervelend voelen. Praat met de bestralingsarts over de mogelijkheden, bijvoorbeeld om uw werk te hervatten, of over mogelijke andere activiteiten, wensen en behoeften.

Tijdens het controlebezoek na uw behandeling bespreekt de bestralingsarts met u hoe het verder gaat. Als er onverwacht vóór dit controlebezoek problemen optreden, neem dan contact op met de afdeling Radiotherapie of overleg met uw huisarts.

Geestelijke verzorging

Naast lichamelijke klachten kunt u ook problemen hebben met het verwerken van uw ziekte. Het kan zijn dat u tijdens de bestralingsperiode behoefte heeft om met iemand te praten over levensvragen die u bezig houden. Dat kan bijvoorbeeld met een geestelijk verzorger.

Via het algemene telefoonnummer van het HagaZiekenhuis kunt u in contact komen met de afdeling geestelijke verzorging. Als u dat prettig vindt, begeleidt een van hen u bij het leggen van contact met een vertegenwoordiger van uw eigen geloofs- of levensovertuiging.

Klachten

De medewerkers van de afdeling staan altijd open voor opmerkingen en spelen, als dat mogelijk is, daarop in. Heeft u klachten of problemen, bespreekt u die dan eerst met de betrokkene(n) of met de persoon die verantwoordelijk is, zoals de bestralingsarts die u behandelt.

Als dit niet lukt, of als u liever iemand anders wilt inschakelen, kunt u zich wenden tot de Klachtenfunctionaris. Deze is bereikbaar op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur via telefoonnummer (070) 210 2547.

Overweegt u uw klacht ter behandeling voor te leggen aan de Klachtencommissie, dan vragen wij u uw klacht op schrift te stellen. Zie ook de folder ‘Klachtenregeling’.

Websites en overige informatie

  • nfk.nl: Dit is de website van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties.
  • kankerspoken.nl: Dit is een site voor en over kinderen die een ouder met kanker hebben.
  • inloophuishaaglanden.nl: Dit is de website van de Stichting Inloophuis Haaglanden. Inloophuis Haaglanden biedt een ontmoetingsplek aan mensen die kanker hebben of hebben gehad. Het Inloophuis is óók bedoeld voor partners, ouders en kinderen van mensen met kanker.
  • ‘Radio Robbie’ geschreven door Brigitte van den Heuvel en Marianne C. Naafs-Wilstra
    Een boek geschreven om kinderen uit te leggen wat ‘kankercellen’ in je lichaam doen en hoe ze bestreden worden (vanaf circa 4 jaar).

Tot slot

De informatie in deze folder is algemeen. Ieder mens heeft verschillende behoeftes en beleeft ziekte anders. Zorg ervoor dat u uw persoonlijke onzekerheden en vragen bespreekt en daar niet mee blijft zitten. 

Contact

Bestralingsafdeling en polikliniek HagaZiekenhuis Den Haag: (070) 210 2659.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie