Zorg na overlijden - informatie voor nabestaanden

Als een familielid of naaste in HagaZiekenhuis Den Haag is overleden, begint een periode van afscheid nemen. In deze periode moet ook veel geregeld worden. Hieronder leest u meer over een deel van de zaken die u als nabestaande moet regelen. Verder krijgt u uitleg over de zorg die vanuit HagaZiekenhuis Den Haag gegeven wordt rondom het overlijden.

Welke nabestaanden mogen zaken regelen?

U bent als nabestaande bevoegd om zaken namens uw familielid/naaste te regelen als:

  • U de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de overledene bent;
  • U een naaste aanwezige bloedverwant bent;
  • U een meerderjarige erfgenaam bent, die bij het overlijden aanwezig was;
  • Uw familielid of naaste u gevraagd heeft de zaken rondom zijn/haar overlijden te regelen.

Na het overlijden

Een arts komt bij uw familielid/naaste om officieel de dood te constateren. Meestal is de doodsoorzaak bekend. De arts vult de overlijdenspapieren in. Soms is het nodig aan u aanvullende gegevens te vragen.

Uw familielid/naaste wordt door de verpleegkundige verzorgd en netjes neergelegd in bed. Hierna kunt u rustig afscheid nemen. Als de overledene nog infuusnaaldjes of katheters heeft, dan worden deze later, in het mortuarium verwijderd. Als u dat wilt, mag u kijken of meehelpen bij deze verzorging. U kunt dit vooraf bij de verpleegkundige aangeven. De verzorging vindt in dat geval op de verpleegafdeling plaats.

De verpleegkundige verzamelt de persoonlijke bezittingen van uw familielid/naaste en geeft deze aan u mee. U ondertekent een formulier waarop staat dat u deze persoonlijke bezittingen meeneemt, als bewijs van ontvangst. Persoonlijke bezittingen, die met de overledene meegaan naar het mortuarium vallen niet onder verantwoordelijkheid van de mortuariummedewerkers.

Als er kleding in het ziekenhuis is, waarin uw familielid/naaste opgebaard gaat worden, dan kunt u deze bij de overledene achterlaten. Als er geen kleding aanwezig is, kunt u deze later in overleg bij de uitvaartverzorger afgeven.

We raden u aan om kostbaarheden mee naar huis te nemen. Als u wilt dat uw familielid/naaste bij het opbaren sieraden of een bril draagt, dan kunt u dit bespreken met de uitvaartverzorger.

Het mortuarium

Nadat u afscheid hebt genomen, wordt uw familielid/naaste naar het mortuarium van het HagaZiekenhuis gebracht. De medewerkers van het Mortuarium ‘Leyenburg’ in het HagaZiekenhuis verzorgen de overledene. Uw familielid/naaste krijgt na overleg de gewenste kleding aan, dit kan eventueel ook worden uitgevoerd door de uitvaardondernemer waar uw familielid/naaste wordt opgebaard. Ook handelt de mortuariummedewerker enkele administratieve zaken af.

Als u - om welke reden dan ook - niet wilt dat de overledene wordt verzorgd door de mortuariumbeheerder van het ziekenhuis, geeft u dit direct na het overlijden aan bij de verpleegkundige. Het is dan aan u om zo snel mogelijk de betreffende uitvaartverzorger te bellen om te regelen dat uw familielid/naaste zo spoedig mogelijk naar de plaats van opbaring wordt gebracht.

Als dit niet binnen 3 uur na het overlijden lukt, kunt u alsnog de mortuariumbeheerder vragen om de verzorging op zich te nemen. Er wordt dan ook begonnen met het koelen van de overledene.

Persoonlijke wensen

De medewerkers van het mortuarium willen zoveel mogelijk rekening houden met de persoonlijke wensen van de overledene en de nabestaanden. U kunt persoonlijke wensen, zoals over make-up, kleding en sieraden, doorgeven aan de verpleegkundige. Deze geeft uw wensen door aan de mortuariumbeheerder.

Rituele bewassing

In overleg met de mortuariumbeheerder kan rituele bewassing plaatsvinden, als de ruimte daarvoor beschikbaar is. De kosten voor de speciale wasruimte zijn voor rekening van de nabestaanden.

Het aantal personen dat toegelaten kan worden voor de rituele bewassing is gelimiteerd tot maximaal 15 tot 20 personen, dit in verband met de kleine ruimte. Indien er meer mensen aanwezig willen zijn kan uw familielid/naaste in overleg met de begrafenisondernemer, worden overgebracht naar een andere locatie.

Rouwbezoek

In overleg met de mortuariumbeheerder kunnen rouwbezoeken op afspraak plaatsvinden.

Bloemen

Bloemen en kransen kunnen door de bloemisterij worden afgegeven bij het mortuarium. De mortuariummedewerker zorgt ervoor dat de bloemen en kransen tijdens het rouwbezoek getoond worden. Als de overledene wordt opgehaald door de uitvaarondernemer, worden de bloemen en kransen direct meegegeven.

Verblijf van uw familielid/naaste in het mortuarium

Familieleden en naasten kunnen afscheid nemen op de verpleegafdeling. Als er mensen afscheid willen nemen nadat de overledene naar het mortuarium is gebracht, kan dit uitsluitend op afspraak. De verpleegkundige kan u hierover de contactgegevens van het mortuarium verstrekken.

De kosten voor de verzorging en het verblijf in het mortuarium zijn voor rekening van de nabestaanden. Dit geldt niet voor de eerste 3 uur. Als de overledene in het ziekenhuis is overleden en voor een obductie of donatie langer dan 24 uur in het mortuarium moet verblijven, dan betaalt de Nederlandse Transplantatie Stichting de extra kosten die hieraan verbonden zijn

Voor het afscheid nemen in het mortuarium worden apart kosten in rekening gebracht. De kosten voor het gebruik van het mortuarium worden niet vergoed door de ziektekostenverzekering. De mortuariumbeheerder stuurt de rekening voor de overige kosten meestal naar de uitvaartverzorger. Wanneer er geen overlijdensverzekering is afgesloten zijn de kosten voor de nabestaanden.

De uitvaartverzorger

Het is belangrijk dat u zo spoedig mogelijk de uitvaartverzorger en/of uitvaartverzekering belt. Als de overledene een uitvaartpolis had, belt u met de uitvaartverzekeraar. Als er geen uitvaartpolis is, kunt u zelf een uitvaartverzorger kiezen.

De uitvaartverzorger vraagt u onder meer naar de persoonlijke gegevens van de overledene en waar hij/zij is overleden. De uitvaartverzorger neemt vervolgens contact op met de mortuariumbeheerder van het HagaZiekenhuis.

De uitvaartverzorger kan zorgen voor:

  • Het afhalen van de overlijdenspapieren bij het mortuarium;
  • Het verzorgen van de vereiste formaliteiten bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden.

Als u deze formaliteiten zelf wilt regelen, doet u dit als volgt:

  • U kunt de overlijdenspapieren na telefonisch overleg met de mortuariumbeheerder ophalen bij het mortuarium. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.
  • De overlijdenspapieren moet u afgeven bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden.
  • Bij uw bezoek aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand moet u het eventueel aanwezige trouwboekje van de overledene meenemen als hij/zij getrouwd was op het moment van overlijden. Ook wordt er gevraagd naar identiteitsbewijs van de overledene.
  • U geeft aan de ambtenaar door hoeveel uittreksels u wilt ontvangen van de overlijdensakte.
    Deze uittreksels zijn onder meer nodig voor het regelen van formaliteiten voor de bank, giro, pensioenverzekeringen, de ziektekostenverzekering en dergelijke.

Bijzondere omstandigheden

Niet-natuurlijke dood

Er is sprake van een niet-natuurlijke dood als iemand door een niet-natuurlijke oorzaak is overleden. Bijvoorbeeld na een (verkeers)ongeval of als gevolg van een misdrijf. De arts die de dood constateert, neemt contact op met de gemeentelijke instanties om dit te melden. De politie en/of de officier van justitie stelt een onderzoek naar de doodsoorzaak in.

Er kunnen vragen aan de nabestaanden worden gesteld over de toedracht van een ongeval. Verder zijn vaak aanvullende persoonlijke gegevens van de overledene nodig.

Meestal kan rouwbezoek van naasten, die niet bij het overlijden aanwezig waren, pas plaatsvinden nadat de officier van justitie het lichaam van de overledene heeft vrijgegeven.

Obductie

Soms is een doodsoorzaak niet precies bekend. De arts die de dood constateert, kan u dan voorstellen om een obductie (lijkschouwing) te laten doen. Een andere reden om een obductie te laten doen, kan zijn om vast te stellen of de ziekte waaraan uw familielid/naaste is overleden erfelijk of besmettelijk is of om na te gaan wat het effect van een medische behandeling is geweest.

Obductie is een inwendig onderzoek van een overleden persoon. Het wordt ook wel een lijkschouwing, sectie, lijkopening of autopsie genoemd. Het onderzoek wordt verricht door een patholoog, een arts die gespecialiseerd is in deze vorm van onderzoek. Na een obductie kan een gewone opbaring plaatsvinden. De overledene wordt zo verzorgd dat bij het opbaren niet te zien is dat er een obductie heeft plaatsgevonden.

Toestemming

Voor een obductie is toestemming nodig. De arts vraagt u of uw familielid/naaste in een wilsbeschikking heeft laten opnemen dat hij/zij geen obductie wenst. Als er geen wilsbeschikking is, waarin dit benoemd is, moeten nabestaanden toestemming geven.

Als iemand mogelijk een niet-natuurlijke dood is gestorven of als het in het belang van de volksgezondheid is een obductie uit te voeren, is geen toestemming van nabestaanden nodig. In dat geval wordt een obductie altijd uitgevoerd en is de eventueel aanwezige wilsbeschikking ongeldig.

De uitslag

De patholoog geeft de uitslag van de obductie door aan de arts die de obductie heeft aangevraagd.
De huisarts kan het verslag opvragen bij het secretariaat pathologie. Alle verpleegafdelingen en gespecialiseerde afdelingen van het HagaZiekenhuis organiseren de nabestaandenzorg op hun eigen wijze. Dit kunt u navragen op de betreffende afdeling.

Als nabestaande kunt u voor de uitslag van de obductie een afspraak maken met de afdeling waar uw familielid opgenomen is geweest. Zij regelen de afspraak voor u met de desbetreffende arts. Het obductieverslag is na 6 tot 12 weken bekend. Wanneer er een extra aanvraag voor hersenobductie wordt aangevraagd is hiervan het obductieverslag na ongeveer 1 tot 2 maanden bekend.

Bij een gerechtelijke sectie licht de gerechtelijk patholoog alleen de officier van justitie in. De huisarts kan desgewenst een verzoek indienen om het obductieverslag te ontvangen.

Donatie en registratie

Alle Nederlanders vanaf 12 jaar kunnen hun wens over het beschikbaar stellen van organen en weefsels voor overlijden in het Donorregister kenbaar maken. Wanneer de arts een patiënt geschikt acht voor orgaan- en/of weefseldonatie is de arts volgens de Wet op de orgaandonatie verplicht om het Donorregister te raadplegen.

Over de donatie heeft de beoordelende arts overleg met de Nederlandse Transplantatie Stichting. Als er geen wens vermeld is in het Donorregister, of als de overledene deze beslissing aan de nabestaanden overlaat, kan de arts de nabestaanden om toestemming vragen organen- en/of weefsels te doneren.

Als uw familielid/naaste volgens de arts niet in aanmerking komt voor donatie, dan hoeft de arts het Donorregister niet te raadplegen en worden de nabestaanden ook niet met deze vraag geconfronteerd. Het HagaZiekenhuis gaat hier uiterst zorgvuldig mee om. Voor meer informatie zie website: https://www.donorregister.nl/

Nieuwe donorwet

Op 1 juli 2020 is de donorwet veranderd. Met deze wet komt iedereen in Nederland vanaf 18 jaar in het Donorregister. De overheid stuurt een brief met de vraag of er een keuze ingevuld kan worde. Als er na de eerste brief niets in is gevuld, volgt er na 6 weken een tweede brief. Als hier opnieuw niets wordt ingevuld, komt er in het Donorregister “geen bezwaar tegen orgaandonatie” te staan. Dit wordt bevestigd per brief. Dat betekent dat weefsels en/of organen na overlijden naar een patiënt kunnen gaan. De behandelend arts in het ziekenhuis bespreekt dit met u. Als u heel zeker weet en kan uitleggen aan de behandelend arts, dat uw familielid/naaste echt geen donor wilde worden, dan wordt uw familielid/naaste ook geen donor. Nieuw bij deze donorwet is de donatie bij wilsonbekwaamheid, uw wordt hierover geïnformeerd door de arts. Nabestaande (partner en bij afwezigheid en onbereikbaarheid, bloedverwanten in de 1 e en 2 e graad) zijn beslissingsbevoegd.

Naasten zijn mensen die een rol speelden in het leven van de overledene, zij worden alleen geïnformeerd over de “ja” of geen bezwaar” registratie in het Donorregister en mogen niet beslissen.

Orgaandonatie

Orgaandonatie kan alleen plaatsvinden op de Intensive Care bij patiënten die beademd worden. Deze donatie betreft de volgende organen: nieren, lever, longen, hart, alvleesklier en dunnen darm. Bij uitname van de organen wordt altijd de milt verwijderd (voor de match met ontvanger te controleren) en de aan- en afvoerende bloedvaten van het orgaan.

Als orgaandonatie aan de orde is - de patiënt is medisch geschikt, en staat niet met bezwaar geregistreerd en donatie is besproken met de familie - dan zijn er 3 mogelijkheden:

  • bij vermoeden van hersendood starten neuroloog en intensivist het hersendoodprotocol om hersendood vast te stellen;
  • als er geen hersendood vastgesteld kan worden, start de intensivist de procedure om hartdood vast te stellen;
  • een arts besluit op medische gronden dat de hersendooddiagnostiek niet wordt uitgevoerd en zet de procedure om hartdood vast te stellen in gang.

Donatie na hersendood

In Nederland werken artsen bij de vaststelling van de hersendood volgens het Hersendoodprotocol(gepubliceerd op de website van de Gezondheidsraad). In de wet is vastgelegd dat er een dergelijk protocol moet zijn. Alle ziekenhuizen moeten dit hanteren. In het protocol staat stapsgewijs beschreven welke onderzoeken artsen moeten uitvoeren om de hersendood vast te stellen. In ons land wordt het Hersendoodprotocol bijna alleen uitgevoerd bij orgaandonatie. Voor meer informatie zie de website van de Nederlandse Transplantatie Stichting.

Onder hersendood wordt verstaan het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen bij patiënten die met ernstig hersenletsel op de Intensive Care zijn terechtgekomen. Door bijvoorbeeld een ernstig ongeval of een grote beroerte zijn alle hersenfuncties van de patiënt verwoest.

De hersenstam, grote hersenen en het verlengde merg zijn onherstelbaar beschadigd. Behandeling heeft geen zin meer, herstel is niet meer mogelijk. Dit wordt een ‘infauste prognose’ genoemd.

Iemand is hersendood als uitgebreid onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat hij niet meer reageert op prikkels en de hersenen ook geen elektrische activiteit of doorbloeding meer vertonen. Met andere woorden: de patiënt kan geen pijn meer voelen en heeft geen bewustzijn meer. Maar omdat hij nog wel aan de beademing ligt, blijft het hart kloppen en het bloed door het lichaam stromen. In het algemeen is dit een neuroloog of neurochirurg (soms een kinderneuroloog) en een intensive care-arts. Omdat het verloop van de ziekte van mensen die uiteindelijk hersendood worden vaak enkele dagen duurt, zijn er diverse artsen bij betrokken.

Donatie na hartdood

De procedure om hartdood vast te stellen kan in gang gezet worden als blijkt dat er geen enkele kans meer is op herstel en een multidisciplinair team van artsen heeft besloten dat doorbehandelen van de patiënt geen zin meer heeft. We noemen dit een 'infauste prognose'.

In overleg met de familie wordt het moment van het staken van de behandeling bepaald. Staken van de behandeling betekent stopzetten van beademing, voeding, infusen en bloeddruk ondersteunende medicijnen.

Als de patiënt na het staken van de behandeling binnen 2 uur overlijdt: het hart stopt met kloppen en de bloedsomloop valt stil, is het mogelijk organen te doneren.

Nadat het hart is gestopt en de bloedsomloop stilgevallen moeten artsen altijd een observatieperiode van 5 minuten 'no touch' in acht nemen. Dit is nodig om er zeker van te zijn dat de bloedsomloop en de ademhaling niet meer vanzelf op gang komen. Pas daarna mag de intensivist de dood vaststellen. Om de schade aan de organen zoveel mogelijk te beperken, wordt de patiënt direct na het verstrijken van de 5 minuten naar de operatiekamer vervoerd, waar het uitnameteam klaarstaat om de donoroperatie te starten. Het hart kan dan niet meer getransplanteerd worden, maar de nieren, lever, longen en alvleesklier vaak nog wel.

Bij een eventuele orgaandonatie wordt u begeleid door de behandelend arts en de donatiecoördinator van het HagaZiekenhuis. Een orgaandonatie coördinator uit een academisch centrum komt naar het HagaZiekenhuis als de donor is aangemeld bij de Nederlandse Transplantatie Stichting.

De orgaandonatie coördinator controleert of alle onderzoeken zijn uitgevoerd en het protocol is gevolgd. Zij/Hij overlegt met Eurotransplant welke opzoek gaat naar een geschikte ontvanger. Hierna zal zij/hij het transplantatie-operatie team informeren zodat uw familielid/naaste naar de operatie kamer gebracht kan worden.

De nabestaandenzorg verloopt via de begeleidende orgaandonatie coördinator. Enkele weken na de orgaandonatie wordt er telefonisch of schriftelijk contact met u opgenomen over de transplantatieresultaten. Na orgaandonatie kan uw familielid/naaste worden opgebaard; het is niet zichtbaar als er orgaandonatie heeft plaatsgevonden.

Weefseldonatie

Weefseldonatie kan alleen plaatsvinden als de overledene niet ouder is dan 86 jaar. Deze donatie betreft de volgende weefsels: oogweefsel, huid, hartkleppen, bloedvaten en bot- en peesweefsel. Weefseldonatie wordt gecoördineerd door de Nederlandse Transplantatie Stichting en medewerkers van de weefselbank – Weefsel Uitname Team Nederland (WUON). Weefseldonatie gebeurt in het mortuarium, met uitzondering van de bot- en peesweefseldonatie. Dit gebeurt onder steriele omstandigheden in de operatiekamer. Bij een eventuele weefseldonatie wordt u begeleid door de behandelend arts en de donatiecoördinator van het HagaZiekenhuis.

Wilt u geïnformeerd worden over de uiteindelijke donatie? Dan kunt u dit laten weten aan de behandelend arts die uw adresgegevens noteert. Als het weefsel is gedoneerd, wordt u hierover geïnformeerd door de Nederlandse Transplantatie Stichting. U ontvangt dan een bedank- en informatiebrief. De naam van de ontvanger(s) van de donatie blijft hierbij altijd anoniem. De enige informatie die u ontvangt, zijn welke weefsels er zijn uitgenomen en zijn getransplanteerd bij de ontvanger.

Na weefseldonatie kan uw familielid/naaste worden opgebaard; het is niet zichtbaar als er weefseldonatie heeft plaatsgevonden.

Het doel van een orgaan- en/of weefseldonatie

  • Door donatie van organen kan het leven van andere mensen worden gered of draaglijker worden gemaakt.
  • Met donorhuid worden patiënten met brandwonden behandeld. Het aanbrengen van donorhuid vermindert de pijn, waardoor de kans op infecties kleiner wordt en de wond beter geneest met minder kans op littekens.
  • Patiënten die donorhoornvliezen krijgen, kunnen weer beter of weer volledig zien.
  • Het bot- en peesweefsel kan voorkomen dat een arm of been bij patiënten moet worden geamputeerd. Verder wordt donorbot gebruikt bij diverse botoperaties omdat het de aanmaak van het eigen botweefsel stimuleert. Zo kan de heupkop worden gebruikt voor mensen die een nieuwe heupkop nodig hebben door een ziekte van het bot, bijvoorbeeld om een totale heup te reconstrueren of bij een revisie (herziening) van de wervelkolom.
  • De hartkleppen worden getransplanteerd bij volwassenen en kinderen die een aangeboren of verworven klepaandoening hebben. De ontvanger hoeft dan geen bloedverdunners meer te gebruiken.

De orgaan- en botweefseldonaties gebeuren in de operatiekamer van het HagaZiekenhuis.

Bij een orgaantransplantatie wordt alles gecoördineerd door de orgaandonatie coördinator van het dienstdoende academisch ziekenhuis in samenwerking met Eurotransplant (ET) en de Nederlandse Transplantatie Stichting(NTS). Artsen van het dienstdoende academisch transplantatiecentrum dragen zorg voor het uitnemen van de organen. Botweefseldonatie wordt gecoördineerd door medewerkers van de weefselbank.

Na de donatie

Na elke vorm van donatie wordt de overledene zodanig verzorgd dat bij het opbaren niet te zien is dat er een donatie heeft plaatsgevonden. Na een donatie kan er normaal een opbaring plaatsvinden in een rouwkamer of woonhuis.

Ter beschikking stellen van de wetenschap

Als uw familielid/naaste heeft aangegeven dat hij/zij na de dood ter beschikking wil worden gesteld van de wetenschap, moet er een bevestiging van een universiteit worden overlegd (handgeschreven verklaring, ondertekend en met datum). Tijdens het leven moet uw familielid/naaste zich hebben aangemeld bij een universiteit.

Een familielid/naaste en de huisarts van de overledene moeten in het bezit zijn van een kopie van deze verklaring. Voor meer informatie, zie de website van de rijksoverheid of http://www.lichaamsdonatie.info

Bij een ter beschikkingstelling van de wetenschap, kan geen obductie of donatie plaatsvinden. Na een gerechtelijke obductie is het niet meer mogelijk om het lichaam ter beschikking van de wetenschap te stellen. Er moet dan alsnog een uitvaart worden geregeld.

De universiteit kan besluiten om het lichaam van de overledene niet te accepteren voor wetenschappelijk onderzoek. U moet dan alsnog een uitvaart regelen.

Rouwbegeleiding

Het Landelijk Steunpunt Verlies (LSV) wil aandacht geven voor rouw in de privésfeer en in de samenleving bevorderen. Medewerkers van het LSV zijn bekend met de zakelijke en emotionele kant van rouw. Zij geven informatie en kunnen doorverwijzen naar deskundigen op deze gebieden. Het LSV maakt gebruik van een landelijk verwijsbestand met honderden gekwalificeerde vrijwilligers en beroepskrachten. Website: http://www.steunbijverlies.nl

Informatie: info@landelijksteunpuntrouw.nl

Op de website kunnen hulpzoekende met elkaar in contact komen en hun ervaringen delen.

Stichting Achter de Regenboog helpt jongeren en kinderen bij verliesverwerking. De telefonische informatie en advieslijn is op werkdagen bereikbaar, tijdens schoolvakanties alleen op dinsdag en donderdag van 09:00 tot 11.00 uur. Advieslijn: 085 047 15 71.

Op https://achterderegenboog.nl/ kunnen kinderen met elkaar in contact komen op het forum en lezen hoe leeftijdgenoten met het verlies omgaan. Contact mailadres: info@achterderegenboog.nl

Tot slot

In deze folder staat een aantal zaken beschreven waar u na het overlijden van uw dierbare mee te maken kunt krijgen. Deze beschrijving is uiteraard niet volledig. Als u vragen hebt over het afwikkelen van formaliteiten na het overlijden of over de mogelijkheden van de uitvaart, kunt u contact opnemen met de uitvaartverzorger.

Als u vragen hebt over de verzorging van uw familielid/naaste en het verblijf in het mortuarium, kunt u contact opnemen met de mortuariumbeheerder van het HagaZiekenhuis via telefoonnummer: (070) 210 2715.

De mortuariumbeheerder is dagelijks aanwezig van 8.00 uur tot 16.00 uur. Buiten deze tijden is de mortuariumbeheerder alleen oproepbaar via de receptie van het HagaZiekenhuis, telefoonnummer (070) 210 0000. Het adres van het Mortuarium in Den Haag is: Els Borst-Eilersplein 275, 2545 AA Den Haag.

Als u vragen hebt over orgaan- en/of weefseldonatie kunt u contact opnemen met de donatiecoördinator van het HagaZiekenhuis Den Haag. De donatiecoördinator is aanwezig van maandag tot en met donderdag en is bereikbaar op: (070) 210 2721 en (070) 210 2273 of per e-mail: donatiefunctionaris@hagaziekenhuis.nl

De tekst in deze folder is gebaseerd op de folder ‘Zorg na overlijden’ van het Albert Schweitzer ziekenhuis.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie