Colonoscopie

Uw kind wordt binnenkort een dag opgenomen in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ). De behandelend arts heeft geadviseerd een dikke darm onderzoek te doen. De medische term hiervoor is ‘colonoscopie’. Uw kind krijgt voor dit onderzoek algehele narcose. In deze folder leest u over de gang van zaken rond de colonoscopie.

Voor de leesbaarheid van deze folder spreken we steeds over ‘ouders’, maar wij bedoelen hier ook de eventuele verzorgers van een kind mee.

De arts brengt via de anus een flexibele slang (coloscoop) in de dikke darm. Met behulp van de coloscoop bekijkt de arts het slijmvlies van de dikke darm en eventueel het laatste stuk van de dunne darm. Aan het einde van de coloscoop zit een kleine videocamera met een lichtje, waardoor de arts de darm goed kan bekijken. Via de coloscoop neemt de arts ook kleine stukjes slijmvlies (biopten) af voor microscopisch onderzoek.

Tijdens het onderzoek blaast de arts lucht in de coloscoop. Hierdoor gaat de darm wijd open staan waardoor de coloscoop verder in de darm geschoven kan worden. Dit kan na het onderzoek een opgeblazen gevoel geven en krampen in de buik veroorzaken. Het laten van windjes is voldoende om deze lucht kwijt te raken.

De arts onderzoekt of het slijmvlies van de dikke darm afwijkingen bevat, zoals een ontsteking of een poliep. Indien nodig bekijkt de arts het laatste stuk van de dunne darm (terminale ileum) ook.

Een colonoscopie is een veilig onderzoek. Toch kan er soms een complicatie optreden. Meestal gaat het dan om een perforatie of bloedverlies. Een perforatie is een scheurtje of gaatje in de darmwand. De kans hierop is groter wanneer de darm ernstig ontstoken is of als er sprake is van een vernauwing. De belangrijkste klacht die hierbij optreedt is buikpijn en later koorts.

• Uw kind krijgt enige tijd voor het onderzoek een afspraak bij de anesthesioloog (slaapdokter). De anesthesioloog beoordeelt of uw kind zonder risico onder narcose gebracht kan worden.
• Uw kind wordt een dag voor het onderzoek opgenomen op de afdeling. Het opnamebureau geeft u van tevoren de datum, het tijdstip en de afdeling door.
• De dikke darm moet voor het onderzoek goed schoon zijn. Hiervoor is een zorgvuldige darmvoorbereiding nodig. Het is belangrijk dat u hiervoor de instructie volgt, die staat beschreven op laatste bladzijde van deze folder. U krijgt van de arts of MDL-verpleegkundige een recept voor het laxeermiddel dat uw kind moet gebruiken.

Als uw kind aan de beurt is, wordt uw kind naar de operatiekamer gebracht. Een van de ouders mag erbij blijven tot de narcose is toegediend. U krijgt speciale overkleding aan. Uiteraard mag de favoriete ‘knuffel’ van uw kind ook mee naar de operatiekamer. Als uw kind slaapt, brengt een verpleegkundige u terug naar de afdeling.

De procedure (onder narcose brengen, colonoscopie, wakker worden) neemt gemiddeld 75 minuten in beslag, maar kan ook langer duren.

Na het onderzoek gaat uw kind naar de uitslaapkamer om bij te komen. Ook hier mag een van de ouders aanwezig zijn.  Als uw kind goed wakker is, mag het weer terug naar de afdeling.

Uw kind kan zich na het onderzoek nog een beetje naar voelen. Uw kind mag naar huis als:

• het goed wakker is
• het gedronken heeft
• het gegeten heeft
• het geplast heeft

Door het wegnemen van stukjes slijmvlies kunnen er bij de eerste ontlasting spoortjes bloed zitten. Daar hoeft u zich geen zorgen om te maken. Als het meer wordt en u maakt zich ongerust, belt u dan met het ziekenhuis. Zie hiervoor bij ‘Contactgegevens’.

Voordat u naar huis gaat, bespreekt de arts met u wat hij heeft gezien. Als er kleine stukjes slijmvlies zijn afgenomen (biopten), duurt het ongeveer 10 dagen voordat dit onderzocht is. De arts spreekt met u af hoe en wanneer hij de uitslag met u bespreekt.

• Tijdens kantooruren kunt u contact opnemen met het belteam van het JKZ (070) 210 7215.
• Buiten kantooruren neemt u in geval van nood contact op met de spoedeisende hulp (SEH) van het JKZ via (070) 210 0000; u vraagt naar de SEH van het JKZ.
• U kunt ook mailen: kinder-mdl@hagaziekenhuis.nl onder vermelding van naam en geboortedatum van uw kind.

• Op de dag voor het onderzoek moet uw kind totaal 4 liter vocht met macrogol drinken. Hiermee begint u thuis en in het ziekenhuis gaat u hiermee door.
• Het laxeermiddel is smakeloos.
• Thuis moet uw kind in ieder geval al 1 liter vocht met macrogol gedronken hebben. Wij raden u aan ook de 2 ^e liter al thuis te drinken.

Soms lukt het een kind niet om het laxeermiddel zelf te drinken. Het is dan nodig om de vloeistof via een slangetje te geven. Dit slangetje wordt door de neus in de maag gebracht. Dit gebeurt dan in het ziekenhuis.

• Tussendoor mag uw kind alleen heldere vloeistoffen drinken: appelsap, limonade zonder koolzuur, water, thee zonder melk en suiker en gezeefde bouillon. Een kauwgom mag.
• Sommige kinderen worden misselijk van het drinken van de vloeistof. In dat geval kan uw kind medicijnen tegen de misselijkheid krijgen.