Dotter- of stentbehandeling - Dagbehandeling

Dagbehandeling

In overleg met u is besloten een dotter- of stentbehandeling uit te voeren. Dit is nodig omdat u een vernauwing heeft in één of meerdere kransslagaderen. Een dotter- of stentbehandeling wordt ook wel een Percutane Coronaire Interventie (PCI) genoemd.

In deze folder staat de gang van zaken rond de dotterbehandeling in het HagaZiekenhuis beschreven. U heeft ook de folder ‘Dotter- en stentbehandeling’ van de Nederlandse Hartstichting ontvangen. Hierin wordt beschreven wat de behandeling over het algemeen inhoudt. Op kunt u een video bekijken over een dotterbehandeling.

Bent u op de hoogte van onze app?

De informatie in deze folder kunt u ook bekijken op onze handige app. Zoek in de App Store ‘Patient Journey’. Na installatie start u de app en zoekt u op HagaZiekenhuis.

Ter voorbereiding op de behandeling krijgt u instructies over medicijnen, die u van tevoren én na de behandeling extra moet innemen. Mogelijk krijgt u ook instructies over welke medicijnen u rondom de behandeling juist moet laten staan.

U hoeft voor deze behandeling niet nuchter te zijn. U mag een normaal ontbijt eten. Alleen geen warme maaltijd. Op de Cardiolounge kunt u voor de behandeling ook gewoon drinken.

Door onvoorziene situaties en eventuele spoedgevallen kan het voorkomen, dat u later aan de beurt bent. Als dit het geval is, wordt u hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.

Laat waardevolle bezittingen thuis en neem geen grote geldbedragen mee. Sieraden (inclusief horloge) moeten af tijdens de ingreep. Het HagaZiekenhuis is, ondanks alle mogelijke voorzorgsmaatregelen, niet aansprakelijk voor vermissing of diefstal van eigendommen.

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling zoals vermeld in de bevestigingsbrief.

Op de afdeling heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige en een verpleegkundig specialist. Tijdens dit gesprek kunt u eventuele vragen stellen die u heeft.

Vervolgens worden uw bloeddruk, hartslag en temperatuur gemeten. Ook wordt een hartfilmpje gemaakt en krijgt u een infuusnaald in de arm. Als dat nodig is, wordt er bloed bij u afgenomen. In sommige gevallen wordt voor de behandeling een infuus met vocht gegeven. Als dit bij u het geval is, hoort u dit tijdig.

Uw beide liezen worden geschoren. Dit gebeurt ook – uit voorzorg – als de behandeling via de polsslagader wordt uitgevoerd.

Als het nodig is krijgt u 1 à 2 uur voor de behandeling rustgevende medicatie, zodat u de behandeling zo comfortabel mogelijk kunt ondergaan.

U kunt het beste vlak voor de behandeling nog even naar het toilet gaan.

Kort voor de behandeling kleedt u zich uit en krijgt u een operatiejasje aan. U houdt uw onderbroek en sokken aan in verband met de kou op de hartkatheterisatiekamer. Uw eventuele kunstgebit en gehoorapparaat mogen inblijven en uw bril mag u ophouden.

De behandeling vindt plaats op een speciaal ingerichte hartkatheterisatiekamer. In deze kamer staat alles in het teken van het voorkomen van infecties.

Tijdens de behandeling wordt gebruikgemaakt van röntgenapparatuur. Röntgenstraling in lage dosering, zoals bij deze behandeling wordt gebruikt, is niet schadelijk voor u.

De behandeling duurt ongeveer 1 tot 2,5 uur. U blijft tijdens de gehele behandeling bij bewustzijn.

Voorbereiding

U wordt naar de hartkatheterisatiekamer gebracht, waar u op een smalle behandeltafel gaat liggen. U wordt aangesloten op een monitor (beeldscherm) die uw hartslag en bloeddruk registreert. Als de behandeling via de lies gebeurt, wordt uw onderbroek uitgedaan en het onderlichaam bedekt met een doek. Uw handen legt u naast uw lichaam neer met uw duimen onder uw heupen.

De huid waar de katheter (buigzaam slangetje, buisje of draad) wordt ingebracht, wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt). Uw huid voelt koud aan en wordt roze van kleur. Vervolgens krijgt u een steriel laken over u heen, van uw kin tot over uw voeten.

Behandeling

U kunt soms delen van de behandeling meekijken op de monitor. Wel moet u uw hoofd laten rusten op het kussen.

De interventiecardioloog gebruikt meestal de polsslagader, maar soms de liesslagader als toegang om met de katheter via de grote lichaamsslagader (de aorta) naar de kransslagaders te gaan. Voordat de cardioloog de slagader aanprikt, wordt deze plaatselijk verdoofd met een injectie. Deze wordt niet als pijnlijk, maar wel als onaangenaam ervaren.

Hierna brengt de arts een zogenaamde sheath aan. Dit is een buisje met een ventiel (luchtklep met eenrichtingspassage). Dit is nodig om de hartkatheters in te brengen en op te schuiven. De arts vertelt u wanneer u de verdovingsprik krijgt. Na de verdoving mag u geen pijn meer voelen tijdens de behandeling. Als u wel pijn voelt, geeft u dit aan. U krijgt dan extra verdoving.

Tijdens de behandeling gebruikt de arts een contrastvloeistof. Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof kan de arts met behulp van röntgenopnamen de kransslagaders zien. De röntgencamera draait om u heen en kan soms dicht bij uw hoofd komen.

De interventiecardioloog brengt vervolgens een (lege) ballon precies in de vernauwing. Door het opblazen van deze ballon wordt de vernauwing weggedrukt.

Bijna altijd wordt, om het bloedvat goed open te houden, een stent aangebracht: dit is een metalen buisje, te vergelijken met een veertje in een balpen. Deze stent wordt in het vernauwde bloedvat geplaatst met behulp van een ballon.

Tijdens de behandeling ervaart u mogelijk kortdurend pijn op de borst. Als de pijn aanhoudt, kunt u hier medicijnen tegen krijgen.

Afronding

Na afloop van de behandeling wordt de sheath verwijderd.

Als de behandeling via de pols is gedaan, wordt er een compressieband voor een aantal uren omgedaan. Daarna is het verstandig uw arm gedurende 24 uur te ontzien.

Het dragen van een mitella kan de eerste 24 uur behulpzaam zijn. Kijk voor meer informatie in de folder ‘Nazorg na een hartkatheterisatie of een dotter- stentbehandeling via de polsslagader’.

Als de behandeling via de lies is gedaan, wordt de opening afgesloten. Het kan ook zijn dat de opening met de hand wordt dichtgedrukt. Er gaat in elk geval een drukverband omheen, dat één of meer uren moet blijven zitten. Kijk voor meer informatie in de folder ‘Nazorg na een hartkatheterisatie of een dotter- stentbehandeling via de liesslagader’.

De nazorg van de behandeling vindt plaats op de Cardiolounge.

Tijdens de nazorg worden uw bloeddruk en hartslag gemeten en een controle-hartfilmpje gemaakt. Ook wordt de insteekopening (waar de katheter naar binnen is gegaan) in uw pols of lies gecontroleerd.

Het is belangrijk zeker 1 liter vocht te drinken in de eerste 6 uur na de behandeling. In sommige gevallen wordt een infuus met vocht gegeven na de behandeling. Veel vocht is nodig om de resten van de contrastvloeistof snel via de urine af te kunnen voeren.

Behandeling via de pols

Bij behandeling via de pols kunt u op aangeven van de verpleegkundig direct uit bed.

Behandeling via de lies

Als de behandeling bij u via de lies is uitgevoerd, is het nodig 2 uur plat in bed te blijven liggen. Bij platte bedrust houdt u het been met het drukverband gestrekt. U legt uw armen naast of op uw lichaam naar beneden (in elk geval niet achter uw hoofd) en laat uw hoofd in het kussen rusten.

Als u een warm gevoel krijgt rondom het drukverband of als u pijn voelt, meldt dit dan direct bij de verpleegkundige. Het kan zijn dat de lies dan nog nalekt of het drukverband te strak zit.

U mag weer lopen op aangeven van de verpleegkundige, nadat de lies is gecontroleerd en het drukverband is verwijderd.

Een dotterbehandeling verloopt meestal zonder complicaties. In de folder ‘Dotter- en stentbehandeling’ van de Nederlandse Hartstichting staan de mogelijke problemen en complicaties beschreven. Leest u deze rustig door. Als u meer uitleg wilt of vragen heeft over de mogelijke problemen en complicaties, kunt u bij uw cardioloog terecht.

Als alles goed is gegaan en de controles zijn goed, mag u in principe dezelfde dag weer naar huis. U krijgt de folder ‘Nazorg na een hartkatheterisatie of een dotter- stentbehandeling via de polsslagader’ mee naar huis of de folder ‘Nazorg na een hartkatheterisatie of een dotter- stentbehandeling via de liesslagader’ . Leest u deze thuis rustig en zorgvuldig door.

Een voorwaarde om met ontslag te mogen is dat u de eerste nacht na de PCI niet alleen bent. Mocht u alleen zijn de eerste nacht, geef dit dan door aan het secretariaat Cardiologie.

Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met het secretariaat, bereikbaar:

• van maandag tot en met vrijdag
• van 09.00 – 11.00 uur
• telefoonnummer: (070) 210 2305

Voor vragen over het verblijf op de Cardiolounge neemt u contact op:

• van maandag tot en met vrijdag
• van 08.00 – 16.00 uur
• telefoonnummer: (070) 210 3119

U kunt ook uw vragen noteren en bij opname meenemen naar het ziekenhuis.