Bij sommige mannen ontwikkelt zich op latere leeftijd een kwaadaardigheid in de prostaat. Op basis van de zogenaamde PSA-waarde in het bloed of de bevindingen bij het rectaal toucher kan de uroloog besluiten een biopsie van de prostaat te nemen.

In deze folder krijgt u informatie over dit onderzoek.

De PSA-waarde wordt bepaald door middel van bloedafname.

PSA is een eiwit dat bij iedereen in het bloed voorkomt. Bij grote prostaten, bij ontstekingen en bij kanker van de prostaat, is dit PSA-gehalte verhoogd.

Rectaal toucher

De uroloog voelt met de wijsvinger via uw anus naar de prostaat. De arts beoordeelt of de prostaat onregelmatig aanvoelt en/of de prostaat rondom even groot is..

Tijdens dit onderzoek neemt de uroloog weefsel weg uit de prostaat. Het weefsel wordt in het pathologisch anatomisch laboratorium onderzocht..

U meldt zich op de dag van het onderzoek op de afgesproken tijd bij de balie van de Urologie polikliniek. Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. De verpleegkundige brengt u naar een kleedkamer, waar u uw onderkleding uittrekt. Hierna gaat u op de onderzoektafel liggen met uw benen in beensteunen.

Over het kleine kunststof staafje van het echo apparaat ( echoprobe) wordt via de endeldarm een naald in de prostaat gebracht. Dit voelt ongemakkelijk, maar is zelden pijnlijk. Dit komt doordat zowel de binnenkant van de prostaat als de endeldarm vrijwel gevoelloos zijn. Met de naald neemt de uroloog kleine stukjes weefsel (biopten) weg. Het prikken van de naald in de prostaat gaat snel en voelt aan als een soort schokjes.

Het Pathologisch Anatomisch (PA) laboratorium onderzoekt de kleine stukjes weefsels.

Bij een prostaatbiopsie is het nodig tijdig én tijdelijk te stoppen met de inname van sommige bloedverdunnende middelen (Plavix, Reopo (abciximab), Persantin, Asasatin, dipyridamol, sintrom of marcoumar). Acetylsalicylzuur, aspirine en carbasalaat calcium mogen wel gebruikt worden.

Twee uur voor de prostaatbiopsie moet u een antibioticum innemen. U krijgt een recept voor een antibioticum mee.

Bij hartklepafwijkingen en/of hartklepprothesen en bij sommige andere prothesen moeten extra antibiotica gebruikt worden. U krijgt hiervoor dan een recept.

Het PA laboratorium stuurt na ongeveer 8 werkdagen de uitslag van het onderzoek naar uw behandelend uroloog.

U krijgt een afspraak met uw uroloog om de uitslag van het onderzoek te bespreken.

• Het is mogelijk dat u tot enkele dagen na dit onderzoek nog wat bloed in de urine of ontlasting ziet. Bij de zaadlozing kan tot 6 weken na de biopten bloed aanwezig zijn. Wij raden u aan om extra te drinken. Duurt het bloedverlies in de urine of ontlasting langer dan 1 week? Of hebt u koorts boven de 38,5 graden? Neem dan contact op met de Urologie polikliniek.
• Soms ontstaat een grotere bloeding. Is uw plas of ontlasting helemaal bloederig en bevat het stolsels? Neem dan contact op met de Urologie polikliniek. Buiten de kantooruren kunt u eventueel contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.
• Blijf vooral goed drinken. Meestal houdt het bloeden vanzelf op. Door veel te drinken, spoelt u het bloed uit de blaas. Bij twijfel moet u altijd contact op te nemen met de Urologie polikliniek.
• Ondanks het antibioticum en het goede drinken kunt u toch een blaas- of prostaatontsteking krijgen. U merkt dit omdat u vaak moet plassen en/of het plassen pijnlijk wordt. Neem ook dan contact op met de Urologie polikliniek. U krijgt dan een antibioticumkuur voorgeschreven.
• In uitzonderingsgevallen kunnen er bacteriën in het bloed komen. U merkt dit doordat u een koude rilling krijgt. Bij een temperatuur – via de anus gemeten - boven de 38,5 graden, moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis.

Bent u door ziekte of om een andere reden verhinderd om uw afspraak na te komen? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de Urologie polikliniek.

In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden.

Urologie polikliniek / Prostaatcentrum: Telefoon: (070) 210 6482

Spoedeisende Hulp, alleen in spoedgevallen: Telefoon: (070) 210 2060