U heeft last van een of meer organen in uw bekken. In overleg met uw arts krijgt u hier pijnbestrijding voor. De behandeling heet Hypogastricus blokkade.

In deze folder vindt u informatie over de behandeling en mogelijke complicaties.

Een netwerk van zenuwen heet een plexus. De plexus Hypogastricus bevindt zich in het bekken. Deze zenuwknoop is onderdeel van het onwillekeurige (autonome) zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel regelt automatisch bijna alle onbewuste functies in het lichaam. Zoals de hoeveelheid bloed die door de bloedvaten gaat.

De plexus Hypogastricus is belangrijk voor zenuwen van en naar de organen in het bekken. Deze organen kunnen de vagina, baarmoeder, eileiders, prostaat, penis, blaas en het uiteinde van de dikke darm zijn.

De zenuwknoop heeft ook invloed op pijn. Door blokkade van de zenuwknoop kan de pijn minder worden. Ook kan de doorbloeding verbeteren.

Belangrijk

Meld altijd vóór de behandeling aan de pijnspecialist of

• u (mogelijk) zwanger bent. De röntgenstralen kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind;
• u een pacemaker, ICD of ander materiaal van ijzer in uw lichaam heeft.
• overgevoelig bent voor medicijnen, jodium, pleisters of contrastmiddelen

Neem vóór de behandeling contact op met de polikliniek Pijnbestrijding als u:

• geen pijn of klachten meer heeft;
• de dag van de behandeling ziek bent of koorts heeft.

Eten en drinken

U mag voor de behandeling eten en drinken zoals u gewend bent.

Kleding en sieraden

Draag gemakkelijk zittende kleding. Laat sieraden en andere waardevolle spullen thuis. Ook vragen wij u geen crème of bodylotion, make-up of nagellak te gebruiken op de dag van behandeling.

Medicijnen

De pijnspecialist heeft u verteld of u moet stoppen met het gebruik van ‘bloedverdunnende’ of andere medicijnen. Houdt u zich hieraan.

U meldt zich 30 minuten vóór de behandeling op de afdeling Dagbehandeling van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg. U neemt plaats in de wachtkamer. Een verpleegkundige haalt u daar op.

De verpleegkundige brengt u naar de behandelkamer. De behandel assistent wacht u daar op.

U krijgt een operatiejasje aan.

Na de behandeling haalt de verpleegkundige van de Dagbehandeling u weer op.

Tijdens de behandeling ligt u op uw buik. De behandel assistent helpt u in de goede houding. U krijgt een kussen onder uw bekken. Hierdoor staan de ruggenwervels iets wijder uit elkaar. Daardoor is de plexus makkelijker te bereiken.

Soms geeft de pijnspecialist u eerst een verdoving rond het ruggenmerg (spinale of epidurale verdoving). Het kan ook zijn dat u een plaatselijke of diepte-verdoving krijgt. Dit doet de arts om de behandeling voor u zo prettig mogelijk te laten verlopen. In sommige gevallen kiest de arts ervoor u een roesje te geven.

De arts zoekt met hulp van röntgenstralen de goede plaats op. De arts tekent op uw huid de plek aan waar de behandeling moet gebeuren. De huid wordt hierna schoongemaakt.

De arts plaatst een naald bij de plexus. De arts controleert of de naald op de goede plaats zit. De controle gebeurt met een contrastmiddel en röntgenstralen.

Er zijn meerdere behandelingen mogelijk:

• Diagnostisch : u krijgt een langwerkend plaatselijk verdovingsmiddel ingespoten. Deze verdoving werkt binnen 15 - 30 minuten. De verdoving houdt 1 - 12 uur aan. Als de verdoving uitgewerkt is, komen uw klachten weer terug.
• Blokkade met medicijnen : Na de plaatselijke verdoving spuit de arts ‘fenol’ in bij de plexus. Dit zorgt voor een langdurige uitschakeling van de zenuwgeleiding. Het middel werkt meestal gelijk. De werking duurt ongeveer 6 - 12 maanden. Het kan ook korter of langer zijn.
• Radiofrequente (RF) denervatie : Met hulp van (RF) stroom wordt via de naald de plexus verwarmd. De zenuwen beschadigen hier (bewust) door. De pijnprikkels worden daardoor minder goed doorgegeven. De pijn neemt hierdoor af. Het effect duurt 6 - 12 maanden. Dit kan ook korter of langer zijn. Deze behandeling kan herhaald worden.

De behandeling duurt in totaal ongeveer 30-60 minuten.

De (dag)opname duurt ongeveer 2 uur.

Heeft u een spinale- of epidurale verdoving gehad? Door de verdoving kan het zijn dat u minder goed voelt of uw blaas vol is. Ook kan de controle over de blaas kortdurend veranderd zijn, waardoor het plassen moeilijker gaat. Om deze redenen moet u, voordat u naar huis mag, geplast hebben.

Gebruikt u ‘bloedverdunnende’ medicijnen? U mag ze na de behandeling weer gebruiken in overleg met de Trombosedienst of uw behandelend arts.

Na de behandeling mag u 24 uur niet actief deelnemen aan het verkeer. Zorg voor begeleiding en/of vervoer naar huis. De receptionist van het HagaZiekenhuis kan – als u dat wenst – een taxi voor u bellen. De taxikosten zijn voor uzelf .

Na 6 - 8 weken komt u terug op de polikliniek Pijnbestrijding. Is deze afspraak nog niet gemaakt? Bel dan zelf voor het maken van een afspraak naar (070) 210 6490.

• Na de behandeling kunt u napijn krijgen. Deze pijn kan enkele dagen tot soms 2 weken duren. Neem hiervoor Paracetamol (maximaal 4x daags 2 tabletten van 500mg). Of overleg met uw behandelend arts of u andere medicijnen mag innemen.

Bijwerkingen:

• rode warme huid
• bij mannen kan deze behandeling seksuele problemen veroorzaken.

Neem direct contact op met de polikliniek Pijnbestrijding als u één van de volgende complicaties heeft:

• ontsteking (infectie)
• abcesvorming
• bloeding
• er kan een schade ontstaan aan zenuwen die dichtbij lopen. Dit kan zwakte of pijn/doofheid veroorzaken aan het been.

Als u nog vragen of opmerkingen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek Pijnbestrijding:

• maandag tot en met vrijdag
• van 8.30 - 17.00 uur
• telefoon (070) 210 6490

Buiten kantooruren is de dienstdoende arts van de polikliniek Pijnbestrijding alleen voor spoedgevallen bereikbaar via het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis: (070) 210 0000.

U vraagt dan naar de dienstdoende arts van de polikliniek Pijnbestrijding.