Latente tuberculose infectie (LTBI) bij immuunsuppressieve medicijnen

Omdat u een chronische aandoening heeft, wil uw behandelend arts u afweerremmende (immuunsuppressieve) medicijnen voorschrijven. Deze medicijnen verminderen uw weerstand. Daardoor bent u vatbaarder voor infecties. Ook slapende (latente) of sluimerende infecties, waar u normaal niet ziek van bent en niets van merkt, kunnen actief worden. Tuberculose is een voorbeeld van zo’n slapende infectie die weer actief kan worden.

Uw eigen behandelaar heeft met u een vragenlijst doorgenomen en een longfoto laten maken. De longfoto is gemaakt om de actieve ziekte tuberculose uit te sluiten. Met de uitslagen van deze onderzoeken bent u verwezen naar de longarts.

Op de polikliniek heeft u daarna een of twee testen gedaan. Met de testen willen we nagaan of bij u sprake is van een slapende of latente tuberculose. De uitslag van deze test(en) was bij u positief. Positief wil in dit geval zeggen: uw lichaam herkent de tuberculosebacterie.

Ook is er een longfoto gemaakt. Deze is gemaakt om uit te sluiten dat u de actieve ziekte tuberculose hebt.

De testen die zijn gedaan, zijn de quantiferontest en/of de mantouxtest:

  • de quantiferontest is een bloedtest. Deze test wordt ook wel IGRA genoemd (afkorting van interferon gamma release assay);
  • de mantouxtest is een huidtest. Bij deze test wordt een kleine hoeveelheid tuberculine in de huid gespoten. Dit is een niet-gevaarlijke stof die wordt verkregen uit tuberculosebacillen.

In deze folder leggen we uit wat de uitslag voor u betekent.

Wat zijn de oorzaken bij een positieve uitslag?

Een positieve uitslag van de quantiferontest en/of de mantouxtest, kan drie oorzaken hebben:

1. U bent geïnfecteerd (besmet) met de tuberculosebacterie. Uw longfoto is normaal. U bent niet ziek. U hebt dan geen tuberculose; of

2. U hebt mogelijk vroeger tuberculose doorgemaakt; of

3. U hebt tuberculose. U bent geïnfecteerd met de tuberculosebacterie, u heeft klachten en bent ziek, uw longfoto is afwijkend. Daarover gaat deze folder niet .

Bij de mantouxtest zijn er twee extra oorzaken die de uitslag positief kunnen maken:

4. U bent eerder ingeënt met het BCG-vaccin. Dat is een vaccinatie om de weerstand tegen tuberculose te vergroten; of

5. U bent een keer besmet met een bacterie die erg veel lijkt op de tuberculosebacterie. Deze bacterie veroorzaakt bijna nooit ziekte.

Bovengenoemde oorzaken gelden niet voor de quantiferontest.

In de eerste twee gevallen is sprake van een latente tuberculose infectie (afgekort tot LTBI). Dat betekent dat u bent geïnfecteerd met de tuberculosebacterie, maar u bent niet ziek.

Let op: u hoeft zich geen zorgen te maken.

LTBI is iets anders dan de zogenaamde ‘actieve tuberculose’, de tuberculose als ziekte. Het is belangrijk om dit onderscheid te maken. Ongeveer 1/3 van de wereldbevolking heeft een LTBI. De kans op een LTBI is trouwens groter bij mensen uit landen waar tuberculose veel voorkomt. Dat zijn vooral niet-westerse landen.

Om uit te sluiten dat u de ziekte heeft, is er een longfoto gemaakt. Tuberculose zit namelijk meestal in de longen. Eigenlijk kan tuberculose overal in het lichaam voorkomen, bijvoorbeeld in lymfeklieren, hersenvliezen, botten, nieren. Maar als u niet ziek bent, is verder onderzoek naar tuberculose in andere organen niet nodig.

Is een LTBI gevaarlijk voor u of voor uw omgeving?

Nee . U heeft geen tuberculose. Iemand die geen tuberculose heeft, maar alleen een latente infectie, kan iemand anders niet besmetten met de tuberculosebacterie.

U hebt een LTBI. Wat betekent dat voor u?

In een normale situatie is er een kans van 10% dat u ooit in de loop van uw leven ziek wordt van de tuberculosebacterie. Dat betekent dat u 10% kans hebt dat u de ziekte tuberculose krijgt. Omgekeerd hebt u dus 90% kans dat u nooit tuberculose krijgt. De meeste mensen die ziek worden van de tuberculosebacterie, worden ziek in de eerste twee jaar nadat ze de infectie hebben opgelopen.

Maar u gaat medicijnen krijgen die de weerstand zullen verlagen. Daardoor wordt het risico om tuberculose te krijgen, verder vergroot. Ook is gebleken dat tijdens het gebruik van immuunsuppressieve medicijnen, de tuberculose veel ernstiger kan zijn dan normaal, met soms ook dodelijke afloop. Ook komt de tuberculose vaker in andere organen dan de longen voor.

Waarom een behandeling uit voorzorg (profylactische behandeling)?

Om te voorkomen dat de tuberculose actief kan worden, gaan wij u medicijnen geven om dit te voorkomen. Dit wordt een profylactische behandeling genoemd, een behandeling uit voorzorg.

De meest gebruikte medicijnen hiervoor zijn Isoniazide en Rifampicine. Meestal schrijft de arts deze combinatie van medicijnen vier maanden voor. Als het mogelijk is krijgt u een combinatiepil, waarin Isoniazide en Rifampicine zit. Het is belangrijk dat u de medicijnen vier maanden lang elke dag inneemt.

Bij voorkeur starten we de behandeling met de immuunsuppressieve medicijnen pas na deze profylactische behandeling. In uitzonderingsgevallen kunnen we besluiten al tijdens de profylactische behandeling te starten met de immuunsuppresieve medicijnen.

Na het beëindigen van de profylactische behandeling blijft altijd een klein risico dat deze niet gewerkt. U kunt dan alsnog een actieve tuberculose krijgen. Het kan zijn dat een tuberculosebacterie resistent is voor de gebruikte middelen. Ook kan tijdens en na de behandeling een herinfectie optreden. Wanneer u dan in aanraking komt met een andere patiënt met (open) tuberculose is het heel belangrijk dat u dit direct aan uw arts vermeldt. Ook wanneer u naar landen afreist waar tuberculose veel voorkomt, is het goed dit met uw arts te bespreken.

N.B. Ook na een geslaagde profylactische behandeling blijven de quantiferontest en de mantouxtest meestal positief.

Hoe neemt u de tuberculosemedicijnen in?

Vertel aan uw tuberculosearts als u andere medicijnen gebruikt naast de Isoniazide en/of Rifampicine. De tuberculosemedicijnen en andere medicijnen kunnen namelijk van invloed zijn op elkaar.

Wanneer innemen?

  • U moet de tuberculosemedicijnen elke dag innemen. Een vast tijdstip helpt daarbij. Kies een tijdstip waarop de kans dat u het vergeet zo klein mogelijk is.
  • Neem de medicijnen 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd in.
  • Als u last krijgt van maag-darmstoornissen, kunt u de medicijnen ook direct na de maaltijd innemen.
  • Vrouwen kunnen de medicijnen ook tegelijk met de anticonceptiepil innemen.

Vergeten in te nemen. Wat nu?

  • Bent u vergeten de medicijnen in te nemen? Dan kunt u deze binnen 12 uur na het vaste tijdstip alsnog innemen.
  • Als u er na meer dan 12 uur achter komt dat u de medicijnen vergeten bent, neem ze dan niet meer in. U heeft dan de hoeveelheid die u normaal op een dag moet innemen gemist.
  • U maakt alle voorgeschreven tabletten op. U bent dan een dag later dan gepland klaar met de kuur.
  • Weet u niet zeker of u die dag medicijnen heeft ingenomen, neemt u ze dan niet (opnieuw) in. Dat doet u weer op de volgende dag. U maakt alle voorgeschreven tabletten op.

U bent zwanger en geeft borstvoeding?

Isoniazide en Rifampicine kunnen voor zover bekend zonder gevaar gebruikt worden tijdens de zwangerschap en tijdens de periode waarin u borstvoeding geeft.

Wat zijn de bijwerkingen van Isoniazide?

Hieronder leest u de bijwerkingen van Isoniazide, die patiënten het meest noemen. Neem bij klachten altijd contact op met de longarts.

  • Leverfunctiestoornissen

Isoniazide kan leverfunctiestoornissen geven. Alcoholgebruik vergroot de kans op leverbeschadiging. Daarom adviseren wij u om tijdens de duur van de behandeling geen alcohol te drinken.

U merkt dat uw lever Isoniazide niet verdraagt als u een of meer van de volgende klachten heeft:

o verminderde eetlust;

o moeheid;

o misselijkheid;

o duizeligheidsklachten;

o braakneigingen;

o de urine ziet eruit als thee (donker);

o het wit van uw ogen ziet geel;

o een gele gelaatskleur;

o meer dan drie dagen koorts.

Als u een of meer van bovengenoemde klachten heeft, vraagt de arts meestal een bloedonderzoek aan. Dit onderzoek toont aan of de lever de Isoniazide verdraagt. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat uw lever Isoniazide niet verdraagt, stopt u met de Isoniazide. De arts kan u dan andere medicijnen voorschrijven.

De lever geneest over het algemeen zonder dat u daar blijvende nadelige gevolgen van ondervindt.

  • Moeheid en prikkelbaarheid

Dit kan vervelend zijn. U bent gezond, u had geen klachten en nu slikt u medicijnen waar u moe van wordt. In dit geval controleert de arts de leverfuncties. Als die normaal zijn, moet u voor uzelf bepalen in hoeverre de klachten voor u acceptabel zijn. Wanneer u erg emotioneel en verdrietig wordt van de medicijnen kan het verstandig zijn om ermee te stoppen.

Maar: de meeste mensen verdragen het middel uitstekend.

  • Concentratiestoornissen

Dit betekent dat u niet heel veel dingen tegelijk kunt doen. Maar als u uw aandacht bij een taak houdt, kunt u die doen zoals u dat gewend bent. Als u bijvoorbeeld een examen of een moeilijke opdracht moet doen, heeft dit hier niet onder te lijden.

  • Duizeligheid

Wanneer u snel van houding verandert, kunt u soms even duizelig zijn.

  • Tekort aan vitamine B6

Als u normaal en gevarieerd eet, krijgt u voldoende vitamine B6 binnen. Vitamine B6 zit in vlees, eieren, vis, granen en peulvruchten. Als u ondervoed bent of niet voldoende gevarieerde voeding eet moet u naast de Isoniazide ook dagelijks 20 mg vitamine B6 (pyridoxine) slikken. Dat geldt ook van zwangere vrouwen.

  • Huiduitslag

Als u daar gevoelig voor bent, kunt u meer acne (jeugdpuistjes) krijgen.

  • Andere klachten

Ook bij andere klachten zoals jeuk of hoofdpijn neemt u contact op met de longarts.

Wat zijn de bijwerkingen van Rifampicine?

Hieronder leest u de bijwerkingen van Rifampicine, die patiënten het meest noemen. Neem bij klachten altijd contact op met de longarts.

  • Leverfunctiestoornissen

Rifampicine kan leverfunctiestoornissen geven. Alcoholgebruik vergroot de kans op leverbeschadiging. Daarom adviseren wij u om tijdens de duur van de behandeling geen alcohol te drinken.

U merkt dat uw lever Rifampicine niet verdraagt als u een of meerdere van de volgende klachten heeft:

o verminderde eetlust;

o moeheid;

o misselijkheid;

o duizeligheidsklachten;

o braakneigingen;

o de urine ziet eruit als thee (donker);

o het wit van uw ogen ziet geel;

o een gele gelaatskleur;

o meer dan drie dagen koorts.

Als u een of meer van deze klachten heeft, vraagt de arts meestal een bloedonderzoek aan. Dit onderzoek toont aan of de lever de Rifampicine verdraagt. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat uw lever Rifampicine niet verdraagt, stopt u met dit medicijn. De arts kan u dan andere medicijnen voorschrijven.

De lever geneest over het algemeen zonder dat u daar blijvende nadelige gevolgen van ondervindt.

  • Anticonceptiepil onbetrouwbaar

Rifampicine maakt ‘de pil’ als anticonceptie onbetrouwbaar . Dit geldt ook voor de prikpil. Dat betekent dat u tijdens de periode dat u Rifampicine slikt andere anticonceptie moet gebruiken. De pil is weer een betrouwbaar anticonceptiemiddel nadat u gestopt bent met de Rifampicine én nadat u twee menstruatieperiodes heeft gehad.

  • Oranje verkleuring van vocht

Rifampicine kan de urine, ontlasting en in mindere mate het traanvocht en zweet oranje verkleuren. Zachte contactlenzen en kleding kunnen daardoor onherstelbaar verkleuren.

  • Huidverschijnselen

Er kan roodheid van de huid en jeuk ontstaan.

  • Andere klachten

Overleg bij andere klachten met de longarts.

Bronnen:

NVALT/FMS Richtlijn Tuberculosescreening voorafgaand aan immuunsuppressieve medicatie

KNCV Tuberculosefonds, onder andere richtlijn Behandeling LTBI

NVALT statement Tuberculose en Tumor Necrosis Factor-alfa (TNF- α ) blokkerende therapie (2014)

CPT, Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie