Combinatie-afspraak Claudicatio intermittens (etalagebenen)

U bent naar het Vaatexpertise Centrum van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg verwezen, omdat u bij het lopen pijn, kramp of een moe of doof gevoel in uw been of benen heeft. Dit kan betekenen dat u last heeft van een vaataandoening die in medische termen claudicatio intermittens ofwel ‘etalagebenen’ heet. De klachten die hierbij horen, treden vooral op tijdens het lopen en kunt u in de voet, kuit, het dijbeen en/of de bil voelen. De klachten verdwijnen als u stilstaat. In deze folder staat wat u kunt verwachten van uw eerste bezoek aan het Vaatexpertise Centrum van het HagaZiekenhuis.

Wij begrijpen dat u zo snel mogelijk duidelijkheid wilt hebben over de oorzaak van uw klachten. Om u goed te kunnen helpen is het noodzakelijk vooraf bloedonderzoek te doen en de conditie van uw bloedvaten te laten onderzoeken. Wij streven ernaar dat het vaatonderzoek en uw bezoek aan de specialist op dezelfde dag kunnen plaatsvinden.

Bij het maken van de afspraak is u gevraagd bloed af te laten nemen. Wij vragen u dit bloedonderzoek 1 week voor uw afspraak te laten doen. Dit kan bij de afdeling Bloedafname in het HagaZiekenhuis of bij een van de aangesloten bloedafnamepunten. Op deze manier zijn de uitslagen van het bloedonderzoek bekend als u op uw afspraak komt.

Vóór uw bezoek aan de specialist krijgt u eerst een vaatonderzoek. Dit onderzoek wordt gedaan in het vaatlaboratorium. Vaatonderzoeken geven informatie over de bloeddoorstroming in uw vaten (slagaders). Dit onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. Als u diabetes (suikerziekte) heeft, wordt nog een extra onderzoek uitgevoerd. Na deze onderzoeken kunt u uw dagelijkse bezigheden direct weer oppakken. Meer informatie over het vaatonderzoek leest u verderop in deze folder.

U meldt zich bij een van de aanmeldzuilen in de centrale hal. Hier wordt u verwezen naar de wachtkamer van het Vaatexpertise Centrum. Daar neemt u plaats. Het is prettig als u ongeveer 10 minuten voor de afgesproken tijd aanwezig kunt zijn, zodat u uitgerust aan het onderzoek begint. De vaatlaborant haalt u op uit de wachtkamer. Voor het vaatonderzoek is het nodig dat u uw sokken en schoenen uittrekt. Uw andere kleding mag u gewoon aanhouden. Het is handig als u gemakkelijke (op te rollen) kleding draagt. Na het vaatonderzoek neemt u weer plaats in de wachtkamer. De doktersassistente roept u vervolgens op voor uw bezoek aan de specialist.

De specialist bespreekt eerst uw klachten en uw levensstijl met u. Daarna krijgt u een lichamelijk onderzoek en beoordeelt de specialist de uitslagen van het bloedonderzoek en het vaatonderzoek. Vervolgens bespreekt de specialist deze uitslagen met u.

Als er afwijkingen worden gevonden in het bloedonderzoek vindt er direct overleg plaats met de vasculaire internist. Vasculaire geneeskunde is het deelspecialisme van de interne geneeskunde dat zich bezig houdt met aandoeningen van de bloedvaten.

Indien er sprake is van vaatlijden bespreekt de specialist de behandelingsmogelijkheden met u. Er is schriftelijke informatie over uw aandoening.

Soms is het noodzakelijk om naast het vaatonderzoek aanvullende onderzoeken te verrichten. De specialist informeert u hierover.

Enkel-arm-index (Doppler-onderzoek)

Bij een enkel-arm-index onderzoek wordt met behulp van geluidsgolven de bloedstroom in de slagaderen van de benen onderzocht. Het wordt ook wel Doppler-onderzoek genoemd. Het is niet pijnlijk, hoewel het oppompen van bloeddrukbanden een onaangenaam gevoel kan geven. Tijdens het onderzoek ligt u zo plat mogelijk op een onderzoeksbank. Het onderzoek bestaat uit het meten van de bloeddruk aan de enkels en de bovenarmen. Hiervoor krijgt u een bloeddrukband vlak boven uw enkel en om uw bovenarm. De vaatlaborant brengt geleidende gel aan op uw enkel en in uw elleboogplooi. Dan worden de bloeddrukbanden opgepompt en ontlucht terwijl de vaatlaborant een apparaatje op uw huid plaatst.

Met dit apparaatje, de zogenaamde transducer van het Doppler-apparaat, worden geluiden uitgezonden en weer opgevangen en versterkt weergegeven. U hoort deze geluiden tijdens het onderzoek zelf ook. Dan wordt hetzelfde gedaan bij uw arm en enkel aan de andere kant. Het verschil tussen de bloeddrukwaardes van uw arm en enkel zegt iets over de doorgankelijkheid van de slagaders in uw benen.

Looptest

Deze test is nodig om te bepalen hoe snel u pijn bij het lopen krijgt. U loopt ongeveer 5 - 10 minuten in wandeltempo op een lopende band. Het is belangrijk dat u direct aangeeft wanneer en waar u pijn voelt tijdens het lopen. Na afloop van de looptest meet de vaatlaborant nogmaals de bloeddruk van de enkels en van de arm.

Teendrukmeting (bij diabetes)

Als u diabetes (suikerziekte) heeft, wordt aanvullend nog een teendrukmeting verricht. Dit is omdat de enkel-arm-index bij patiënten met diabetes onbetrouwbaar kan zijn door beschadiging van de bloedvaten ten gevolge van suikerziekte.

Hierbij krijgt u een klein bloeddrukbandje om beide grote tenen. Aan de top van uw teen wordt nog een infrarood fotolensje bevestigd dat de bloedstroom registreert.

Echo van de aorta (lichaamsslagader)

Met geluidsgolven en een echografie worden de wanden van uw lichaamsslagader en de stroomsnelheid van het bloed onderzocht. U krijgt gel op de huid en de vaatlaborant beweegt met een zogenaamde transducer over uw buik. Met een echo kan nauwkeurig de plaats en ernst van eventuele afwijkingen in de bloedvaten worden beoordeeld. Het onderzoek is pijnloos. Soms moet de vaatlaborant een beetje op uw buik drukken om de lichaamsslagader goed in beeld te krijgen.

Dit onderzoek vindt plaats in een andere kamer dan het Doppler-onderzoek. Het kan gebeuren dat u tussen deze 2 onderzoeken door even moet wachten.

Voor het maken van een afspraak bij het Vaatexpertise Centrum en/of voor het vaatonderzoek belt u tijdens kantooruren naar het Vaatexpertise Centrum, locatie Leyweg: (070) 210 2735.

Voor meer informatie over vaataandoeningen kunt u zich wenden tot:

De Hart & Vaatgroep

Telefoon 088 - 1111600

E-mail: Info@hartenvaatgroep.nl

www.hartenvaatgroep.nl