In overleg met uw arts is gekozen voor een poliklinische behandeling van een overactieve blaas met Botoxinjecties in de blaaswand. In deze folder vindt u informatie over deze behandeling.

Bij een overactieve blaas moet iemand vaak ineens (dwingend) plassen en lukt het niet goed de plas op te houden. U hebt in overleg met uw arts gekozen voor een behandeling met Botoxinjecties in de blaaswand.

Botox is een product van bacteriën dat de werking van zenuwen vermindert. Zo remt de Botox die in de blaaswand is ingespoten, het gevoel van de aandrang om te plassen. Ook vermindert het de samentrekking van de blaas. De Botoxinjecties hebben vaak tot gevolg dat de plas langer en beter is op te houden. De tijd tussen het plassen wordt verlengd en de aandrang neemt af.

De behandeling gebeurt poliklinisch. Na de behandeling kunt u direct weer naar huis. U kunt een paar uur een hinderlijk gevoel van aandrang hebben. Daarom raden wij u af om zelf auto te rijden.

Voorafgaand aan de behandeling

U krijgt een half uur voor de behandeling antibiotica van de verpleegkundige op de afdeling. Ook brengt de verpleegkundige ongeveer een half uur voor de behandeling met behulp van de katheter een verdovingsvloeistof in de blaas in. Hierna wordt de katheter weer verwijderd. U blijft gedurende deze tijd liggen zodat de vloeistof kan inwerken.

Hoe verloopt de behandeling?

De uroloog brengt via de plasbuis een buisje in uw blaas. De blaas wordt via het buisje gevuld met water zodat de blaaswand goed te zien is. Met een camera op het buisje kan de uroloog goed in de blaas kijken. De uroloog brengt vervolgens via een zijkanaal van het buisje een dunne naald in de blaas om mee in de blaaswand te kunnen prikken. U krijgt 10 injecties op verschillende plaatsen in de blaas. Dit duurt in totaal 5 tot 7 minuten. Bij elke prik wordt een beetje Botox in de blaaswand gespoten. De prikken doen weinig pijn.

Na de behandeling

Een aantal uren na de behandeling kunt u een hinderlijk aandranggevoel hebben. Dit is het gevolg van het inbrengen van het buisje en verdwijnt vanzelf. U krijgt instructies mee over het vervolg: wat kunt u verwachten en wat moet u doen als u na de behandeling niet (goed) kunt plassen of wanneer u denkt dat u een blaasontsteking heeft.

U krijgt een telefonische afspraak met de verpleegkundige mee. Deze afspraak is 2 weken na de behandeling.

Uit onderzoek is gebleken dat Botoxinjecties in de blaaswand de volgende resultaten geven:

• Bij 60 tot 70 procent van de mensen die zijn behandeld, is het resultaat goed. Dit houdt in dat de plas goed is op te houden en dat de plasfrequentie weer normaal is. Dit duurt 6 tot 12 maanden, waarna de behandeling herhaald kan worden.
• Bij 10 procent van de mensen is sprake van een verbetering. De klachten zijn (nog) niet weg, maar wel verminderd.
• 30 Procent van de mensen merkt geen verandering na de behandeling.

Na een injectie kan het 1 tot 2 weken duren voordat u resultaat merkt. De eerste dag van de injectie kunt u iets meer last hebben als gevolg van de behandeling. Botox werkt gemiddeld 6 tot 12 maanden. De injecties kunnen daarna worden herhaald zonder schade aan de blaas. U bepaalt zelf aan de hand van de nieuwe klachten wanneer u de behandeling wilt herhalen.

Hoewel de behandeling met Botoxinjecties veilig is, bestaat de kans op bijwerkingen of gevolgen. Zo kan 5 procent van de mensen die de behandeling ondergaat, niet goed meer plassen na de injecties. Dit duurt vaak enkele maanden en gaat spontaan over. Het niet goed kunnen plassen heeft tot gevolg dat de blaas moet worden geleegd met behulp van een katheter. Als de kans op deze bijwerking groot is, leert u zichzelf voorafgaand aan de behandeling te katheteriseren. Ook kan deze bijwerking soms behandeld worden met medicijnen of met bekkenbodemtherapie.

Een aantal uren na de injecties kunt u een beetje bloed in de urine aantreffen. Dit is niet ongebruikelijk na kleine prikken in de blaaswand. Het komt zelden voor dat het bloeden aanhoudt. Maar als u merkt dat de plas bloederig blijft en er stukjes (stolsels) in de urine zitten, moet u zich melden bij het Bekkenbodemcentrum. De contactgegevens vindt u onderaan in deze folder.

Merkt u na een aantal dagen of na 1 tot 2 weken dat u juist veel vaker moet plassen dan voor de behandeling dan heeft u:

• een blaasontsteking;
• een volle blaas die u niet leeg kunt plassen.

In beide gevallen meldt u zich bij het Bekkenbodemcentrum of bij de Spoedeisende Hulp.

Dit is nodig om de juiste diagnose te stellen en maatregelen te nemen.

Voor vragen, klachten of problemen na de behandeling kunt u telefonisch contact opnemen met de polikliniek Urologie en Bekkenbodemcentrum:

• van maandag tot en met vrijdag
• tussen 08.00 en 17.00 uur
• telefoonnummer: (070) 210 6482

Spoedeisende Hulp

• op werkdagen na 16.30 uur en in het weekend
• telefoonnummer: (070) 210 2060