Rugoperatie - Stenose/HNP (Hernia Nucleus Pulposus) - Leefregels voor en na een neurochirurgische rugoperatie
Laatste wijziging: 12-11-2025 Foldernummer: 1307
Hernia Nuclei Pulposi (HNP)
Een uitstulping (hernia) van de tussenwervelschijf wordt ook wel een Hernia Nuclei Pulposi (HNP) genoemd. Deze uitstulping kan op een zenuw drukken. Dit leidt meestal tot beknelling van een zenuwwortel en tot pijnuitstraling in je been, eventueel met uitvalsverschijnselen (verlamming en een slapend gevoel). Omdat bij hoesten, niezen en persen de druk in het wervelkanaal toeneemt, en dus ook op de zenuwwortel, kan de pijnuitstraling in je been hierbij verergeren.
De HNP (kortweg ‘hernia’ genoemd) komt in het westen vaak voor. Een exacte verklaring hiervoor is niet bekend, maar zeer waarschijnlijk spelen houding (veel zitten) en gebrek aan gezonde lichaamsbeweging een rol. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 11.000 herniaoperaties uitgevoerd.

Lumbale kanaalstenose
De lumbale kanaalstenose of vernauwing van het lendenwervelkanaal is een aandoening die tamelijk vaak voorkomt, vooral bij oudere mensen. Mensen die hieraan lijden, klagen over pijn in hun benen bij het lopen en staan. Het is niet altijd een pijnlijk gevoel, soms juist een moe gevoel. Het is opvallend dat de meeste patiënten met een lumbale wervelkanaalstenose prima kunnen fietsen zonder noemenswaardige been- en rugklachten.
Door de jarenlange belasting heeft bij ouderen de wervelkolom de neiging om slijtage te vertonen. Slijtage is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt per persoon verschillend. Als reactie op de artrose gaat het wervelbot woekeren, wordt het dikker, vooral bij de gewrichten, waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Deze slijtage kan rugpijn veroorzaken. Hier kun je niets aan doen: de slijtage kan men immers niet opheffen. Als de slijtage echter druk op het zenuwweefsel veroorzaakt, kan deze operatief worden weggenomen.
Voor de operatie
Je bent een paar dagen voor de opname bij de anesthesioloog geweest. De anesthesioloog heeft met je besproken welke verdoving je tijdens de operatie krijgt. De arts heeft je ook verteld welke medicijnen je wel of juist niet mag innemen voor de operatie.
Het is raadzaam vóór de operatie te zorgen voor een goede stoelgang, omdat dit na de operatie meestal iets moeilijker gaat. Eet voor je opname dus voldoende vezels, groenten en fruit en drink veel water.
Vanuit de fysiotherapie is het van belang dat je een aantal oefeningen thuis oefent.
Oefening om na de operatie uit bed te stappen
Het is belangrijk dat je thuis al oefent, hoe je na de operatie uit bed moet stappen. Er mag dan geen druk op je rug zijn. Je rug moet dan helen en je moet je rug zo recht mogelijk houden.
- Je ligt plat op je rug in bed: buig beide knieën en zet je voeten op het matras.
- Doe alsof je rug een plank of boomstam is. Draai je knieën, heupen en schouders tegelijk op je zij.
- Laat je voeten en onderbenen over de rand van het bed zakken. Duw jezelf tegelijk met je armen omhoog, tot je helemaal rechtop zit.
- Om te gaan staan, zet je je voeten goed onder je knieën. Zet hierna je handen op je bovenbenen.
- Buig met een rechte rug iets voorover. Kom tot stand door je benen te strekken.

Oefening om na de operatie uit bed te stappen.
Doe hetzelfde als je weer in bed gaat liggen, maar dan in omgekeerde volgorde.
Lees deze adviezen vast goed door.
- Wissel lopen, zitten en liggen zoveel mogelijk af. Blijf ook niet te lang in dezelfde houding liggen of zitten.
- Zitten vraagt veel van je rug. Daarom is een goede zithouding extra belangrijk. Ga op een hoge stoel zitten met een hoge rugleuning. De rugleuning moet iets achterover hellen. De stoel moet hoog genoeg zijn om rechtop te kunnen zitten. Je moet met je voeten op de grond komen.
- Probeer ontspannen te zitten. Zak niet onderuit. Ga goed met je rug tegen de rugleuning zitten. Gebruik daarbij het hele zitvlak en de hele rugleuning.
- Je mag tijdens het zitten niet stijf worden. Bouw het langzaam op. Ga eerst 5 minuten zitten, daarna wat langer, enzovoort. Ben je toch stijf als je uit de stoel opstaat? Ga de volgende keer dan eerder staan en een stukje lopen.
De opnamedag
Nuchter
Op de avond voor de operatiedag mag je vanaf 24.00 uur niets meer eten, drinken of roken. Je moet nuchter zijn voor de operatie. Als je thuis al medicijnen gebruikt, heeft de anesthesist bepaald of en welke medicijnen je voor de operatie wel of niet mag innemen. Ook heeft de anesthesist met je besproken of je met bepaalde medicijnen al een paar dagen voor de operatie moet stoppen.
Persoonlijke verzorging
Op de ochtend van de opnamedag gebruik je geen gezichtscrème en make-up. Je draagt geen nagellak en kunstnagels op de vingers en tenen. Je mag geen sieraden om; alle sieraden doe je af. Je kunt normaal douchen en je tanden poetsen.
Bezittingen
Laat waardevolle bezittingen thuis en neem geen grote geldbedragen en sieraden mee. Het HagaZiekenhuis is, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, niet aansprakelijk voor vermissing of diefstal van je eigendommen.
Melden
Op de ochtend van de operatie meld je je nuchter op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling, zoals de dag voorafgaand aan de operatie is vermeld. Een van de verpleegkundigen neemt de anamnese met je door en informeert je over de gang van zaken vóór en na de operatie. Ook hoor je op welk tijdstip je operatie staat gepland. Mogelijk wordt er bloed afgenomen, dit hangt van de operatie af.
Voorbereiding
Je krijgt van de verpleegkundige een polsbandje om. Voordat je naar de operatiekamer wordt gebracht, krijg je paracetamol. De verpleegkundige loopt de laatste checklist met je door. Voordat je naar het OK-complex gaat, zet je eventueel je bril af of doe je je contactlenzen uit. Ook een eventuele gebitsprothese/plaatje doe je uit. Voor vertrek ga je nog naar het toilet om te urineren. Je onderbroek mag je aanhouden.
Mogelijke veranderingen
Samen met je behandelaar heb je op de polikliniek gesproken over een mogelijke operatie voor je aandoening. De operatie is besproken op basis van je klachten en de onderzoeken die toen beschikbaar waren. Soms verandert het plan voor de operatie. Dat kan gebeuren vlak voor of tijdens de operatie. De reden kan zijn dat er nieuwe informatie is, dat je gezondheid is veranderd of dat de chirurg voor of tijdens de operatie andere inzichten krijgt. De chirurg bespreekt zo’n verandering altijd met je. Als dat tijdens de operatie gebeurt, hoor je dit achteraf. Het belangrijkste doel blijft altijd hetzelfde: een zo goed mogelijk en verantwoord resultaat voor jou.
Naar de operatiekamer
Een verpleegkundige brengt je in je bed naar het OK-complex. Een verkoeververpleegkundige ontvangt je op de holding van het OK-complex, ook wel voorbereidingsruimte genoemd. De verkoeververpleegkundige neemt de checklist met je door en sluit je aan op een monitor.
Je krijgt een bloeddrukband om je bloeddruk te meten en een klemmetje op een van je vingers om het zuurstofgehalte in je bloed te registreren.
Je krijgt een aantal plakkers op je borst om het hartritme bij te houden tijdens de operatie en tot slot wordt er een infuusnaald geplaatst om vocht en medicatie toe te dienen tijdens en na de operatie.
Een anesthesieassistent neemt nogmaals de checklist met je door en brengt je naar de operatiekamer. Op de operatiekamer worden nog een laatste keer vragen met je en het operatieteam doorgenomen, waarna de anesthesioloog de medicijnen voor de narcose toedient.
Nadat je onder narcose bent, krijg je een buisje in je luchtpijp waardoor je ademt tijdens de operatie. Dit buisje is aangesloten op de beademingsapparatuur. Het buisje wordt ook weer verwijderd als je nog onder narcose bent. Na de operatie kun je van dit buisje een paar dagen wat keelpijn krijgen of hinder ondervinden bij het slikken.
Recovery (uitslaapkamer)
Na de operatie word je naar de recovery (uitslaapkamer) gebracht. Je wordt teruggelegd op je bed. De verpleegkundigen controleren regelmatig je bloeddruk en hartslag. Je blijft op de recovery totdat de anesthesioloog het verantwoord vindt dat je teruggaat naar de verpleegafdeling. Hiervoor moet je bijvoorbeeld goed wakker zijn, moeten de controles goed zijn en de pijn acceptabel zijn. Je wordt opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht.
Na de operatie heb je een infuus, waardoor je vocht en, als dit nodig is, antibiotica krijgt toegediend. Naast de operatiewond is het mogelijk dat er een slangetje (wonddrain) is ingebracht. Via dit slangetje wordt bloed en/of wondvocht afgevoerd naar een fles. Dit bevordert de genezing van de wond. Aan de hand van het bloedverlies tijdens de operatie wordt dit bepaald. De wonddrain wordt de ochtend na de operatie verwijderd.
De assistent van de neurochirurgie informeert je meestal dezelfde dag over het verloop van de operatie.
Houding na de operatie
Na je operatie moet je de eerste 3 uur op je rug blijven liggen, tenzij de neurochirurg anders aangeeft. Daarna kom je zo snel mogelijk weer in beweging. Het is belangrijk dat je plat of iets omhoog in bed ligt (maximaal 30 graden). Het kussen mag alleen je hoofd steunen. Je schouders moeten plat op het bed liggen. Beweeg regelmatig je benen. Dit houdt je bloedsomloop op gang. Beweeg je benen om en om. Dit vraagt minder van je rug. Je kunt ook op je zij liggen. Het hoofdeinde moet dan helemaal plat.
Een verpleegkundige helpt je om uit bed te komen. Na de eerste drie uur mag je onder begeleiding van de verpleegkundige voorzichtig uit bed komen, als je hiertoe in staat bent. Als je goed uit bed kunt komen, mag je een kort stuk mobiliseren en naar het toilet gaan.
Na het urineren, wat binnen 6 uur na de operatie moet gebeuren, checkt de verpleegkundige of je de blaas volledig hebt leeggemaakt. Dit kan na een operatie aan de rug afwijkend zijn, waardoor er gekozen moet worden om je eenmalig te katheriseren (met een slangetje de urine uit de blaas halen). Let er hierbij op dat het infuus en de drain niet losraken.
Je rug moet recht blijven, net zoals een boomstam. Je hebt dit thuis geoefend. Het kan zijn dat je nog wat duizelig of misselijk bent als je gaat zitten. Dit komt door de narcose. We raden je af om de hele dag in bed te liggen. Dit vertraagt je herstel. Je mag daarna kleine stukjes lopen of even in een stoel zitten. Bouw het zitten langzaam op. Begin met 5 tot 10 minuten. Het is handig het zitten te combineren met eet- en drinkmomenten aan tafel.
De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij je langs. Je krijgt advies over een goede houding, bewegen en hoe in en uit bed te stappen.
Eerste dag na de operatie
Oefeningen voor thuis
Nadat de fysiotherapeut je de oefeningen heeft uitgelegd, kun je beginnen met oefenen. Start niet eerder. Je doet de oefeningen elke dag en luistert goed naar je lichaam. Zorg voor voldoende rust tussen twee oefeningen. Volg daarnaast ook onze adviezen goed op.
- Doe alléén de oefeningen die je van de fysiotherapeut hebt geleerd.
- Heb je dezelfde hevige pijn als vóór de operatie? Stop dan met oefenen.
- Bij het oefenen kan de wond wat trekken. Dit kan geen kwaad, maar het mag geen hevige pijn zijn. Heb je na het oefenen veel pijn? Doe de volgende keer de oefeningen met een kleinere bewegingsuitslag.
- Til bij oefeningen waarbij je op je rug ligt nooit beide benen tegelijk gestrekt op.
- Na het oefenen mag je niet in één keer met je romp recht omhoog komen. Doe dit zoals je hebt geleerd.
- Blijf tijdens het oefenen goed doorademen.
- Oefen minimaal 3 keer per dag en herhaal elke oefening 5 tot 10 keer.
Oefening 1: om verkleving van de zenuw te voorkomen
- Ga op je rug liggen.
- Til je hoofd op en breng je kin naar je borst.
- Houd dit 3 seconden vast en leg daarna je hoofd weer rustig neer.
Oefening 2: om verkleving van de zenuw te voorkomen
- Ga op je rug liggen.
- Til één been rustig en zo hoog mogelijk gestrekt op en breng je voet richting je neus. Beweeg je hoofd tegelijkertijd naar achteren.
- Laat je voet daarna weer zakken en breng tegelijk je kin naar je borst.
- Doe dit ook met je andere been.
- Zorg dat je knie recht blijft, zoals op de afbeelding.
oefening 2
Oefening 3: voor beweeglijkheid van de wervelkolom
- Ga op je rug liggen met gestrekte benen.
- Breng één knie met je handen zo ver mogelijk naar je borst.
- Houd dit 3 seconden vast en leg je been daarna rustig neer.
- Doe dit ook met je andere knie.
Gaat deze oefening makkelijk? Til dan tegelijk je hoofd op en breng je neus langzaam naar je knie. Houd dit 3 seconden vast. Leg je hoofd en knie daarna rustig neer.
oefening 3
Oefening 4: voor beweeglijkheid van de wervelkolom
- Ga op je rug liggen.
- Buig je knieën en zet je voeten plat op bed.
- Beweeg beide knieën tegelijkertijd zo ver mogelijk naar rechts en daarna naar links.
- Let erop dat beide schouders plat op het bed blijven liggen.
oefening 4
Oefening 5: voor beweeglijkheid van de wervelkolom
- Ga op je rug liggen.
- Leg je benen gestrekt op bed.
- Maak afwisselend het linker- en rechterbeen zo lang mogelijk.
- Maak deze beweging vanuit je heupen, houd je knieën goed gestrekt en zorg dat ze plat op bed blijven liggen.
oefening 5
Tweede dag na de operatie
Oefening 6
- Ga rechtop op een stoel zitten.
- Strek één been zo ver mogelijk uit.
- Houd dit 5 seconden vast.
- Doe dit afwisselend links en rechts.
oefening 6
Oefening 7
- Ga op een stoel zitten met genoeg ruimte tussen je rug en de rugleuning.
- Maak je rug afwisselend bol en hol.
oefening 7
Oefening 8
- Ga rechtop op een stoel zitten met genoeg ruimte tussen je rug en de rugleuning.
- Kruis je armen voor je borst en zet je handen op je schouders.
- Draai je romp en hoofd naar rechts en vervolgens naar links.
Fysiotherapie thuis
Leefregels voor thuis
Stijfheid en spieren
De eerste weken kunt je last krijgen van krampen, stijfheid en pijn in de nek, rug en armspieren. Dit is een reactie op de operatie.
Houding
Het is belangrijk om regelmatig van houding te wisselen. Blijf niet te lang achter elkaar zitten. Wissel dit regelmatig af met lopen en liggen. Ga de eerste 4 tot 6 weken na de operatie verdeeld over de dag regelmatig even liggen. Bijvoorbeeld 4× ½ uur. Dat is beter dan 1× 2 uur.
Tillen en bukken
Je kunt gerust iets tillen. Maar doe dit altijd met een rechte rug. Til de eerste weken niet meer dan 1 tot 2 kilo. Daarna breidt je dit uit.
Moet je voor je werk veel tillen? In het algemeen is het belangrijk dat je:
- Je rug bij het tillen rechthoudt;
- door de knieën zakt;
- met 2 armen tilt;
- dichtbij uw lichaam tilt;
- niet te lang voorover staat en bukt.
Sokken en schoenen aantrekken
Ga op een stoel of op bed zitten. Doe je ene been over het andere. Je enkel rust dan op je knie. Houd je rug recht. Trek daarna je sok en/of schoen aan. Je kunt je voet ook op een stoel zetten en zo je sok en schoen aantrekken. Lukt het niet? Gebruik dan een schoenlepel.
Huishoudelijk werk
Bouw huishoudelijk werk langzaam op. Verwacht niet dat je alles in één keer kunt. Je mag nog geen werk doen waarbij je voorovergebogen moet staan. Denk hierbij aan stofzuigen, afwassen of bedden opmaken. Verder is het belangrijk dat je niets doet waarbij je een snelle beweging moet maken. Na 3 maanden mag je alles weer doen. Voorkom wel lang bukken en gebukt staan.
Fietsen
Je mag 2 weken na je ontslag uit het ziekenhuis weer fietsen. Fiets niet over drempels en/of hobbels. Als het kan, fiets dan eerst op een damesfiets met wat zachtere banden. Heb je nog een doof gevoel in je been en minder kracht? Overleg dan met de neurochirurg. Je mag wel meteen na je ontslag op een hometrainer fietsen.
Autorijden
Je mag de eerste 2 weken niet zelf autorijden. Meerijden mag wel. Heb je daarna weer genoeg gevoel en kracht in je benen? Begin dan met een klein stukje in de buurt. Zorg bij langere ritten voor voldoende pauzes. Reageer je nog wat vertraagd? Heb je nog een doof gevoel in je been en minder kracht? Overleg dan met de neurochirurg.
Sporten
Is de wond dicht en goed geheeld? Je mag dan na 2 weken weer zwemmen. Na ongeveer 3 maanden kun je alle andere sporten weer doen.
Werken
Heb je licht werk? Dan kun je hier na 3 tot 4 weken weer mee beginnen. Bouw je werk in overleg met je bedrijfsarts op. Heb je nog lage rugklachten? Twijfel je of je je werk verder kunt uitbreiden? Overleg dit dan tijdens je afspraak bij de neurochirurg. Heb je zwaar(der) werk waarbij je veel moet tillen? Dan is het verstandig hier pas na 3 maanden weer geleidelijk mee te starten. Ook tijdens het werk is het van belang zitten en lopen regelmatig af te wisselen.
Pijn
Het komt voor dat de pijn van vóór je operatie nog niet helemaal weg is. Heb je ook nog tintelingen in je been? Dit komt omdat de zenuw nog tijd nodig heeft om te herstellen.
Heb je pijn waardoor je niet goed kunt bewegen? Geef dit dan meteen door aan een verpleegkundige of je chirurg. Je krijgt dan, als het nodig is, extra pijnstillers.
Het is belangrijk dat je de pijnmedicatie afbouwt. Als je geen pijn hebt, neem dan geen pijnmedicatie in. Als je voor de operatie Oxycontin gebruikte, moet je dit medicijn per dag halveren om vervelende (ontwennings)verschijnselen te voorkomen. Luister naar je lichaam en forceer je herstel niet. Houd er rekening mee dat het enkele maanden duurt voordat je goed hersteld bent.
Voor meer informatie verwijzen we je naar de folder Afbouwen pijnmedicatie na opname in het ziekenhuis.
Eten en drinken
Na de operatie mag je eten en drinken wat je wilt. Het advies hierin is om met iets licht verteerbaars te beginnen.
Wondzorg
Operatieverband
Mag je na 1 dag al naar huis? De verpleegkundige verwijdert voordat je naar huis gaat het operatieverband en beoordeelt de wond. Als deze nog lekt, wordt de wond opnieuw verbonden. Je krijgt instructies over hoe je het wondverband dagelijks moet verwisselen.
Blijf je in het ziekenhuis? De verpleegkundige verwijdert het operatieverband in elk geval na 48 uur. Onder het operatieverband zitten kleine hechtpleisters (steristrips). Deze houden de huidranden van de wond bij elkaar. Zitten de strips er 1 week na de operatie nog op? Dan kun je deze thuis verwijderen. De onderhuidse hechtingen lossen vanzelf op. Je krijgt een speciale pleister die waterdicht is waarmee je kunt douchen.
Drie dagen na de operatie kun je douchen zonder speciale douchepleister. Laat de wond, indien deze niet meer lekt, zoveel mogelijk aan de lucht drogen. Een nieuwe pleister is dan ook niet meer noodzakelijk.
Aandachtspunten voor de operatiewond
In de volgende gevallen moet je contact opnemen met de polikliniek Neurochirurgie:
- De wond ziet er rood en/of dik uit.
- De wond gaat meer pijn doen.
- De wondranden gaan wijken.
- Er komt vocht en/of bloed uit de wond.
- Je hebt steeds hoofdpijn als je overeind komt.
- Je hebt binnen 2 weken na de operatie koorts boven 38,5 graden.
Het kan zijn dat de wond in het begin wat pijnlijk is en ‘trekt’. Dit is normaal. Houd je je rug stijf en strak, omdat je bang bent dat de wond opengaat? Dit is niet nodig. Bewegen bevordert de wondgenezing en vermindert de wondpijn.
Neem direct contact op met de polikliniek Neurochirurgie bij zwakte in de benen of verlamming.
Roken
Het HagaZiekenhuis is een rookvrij ziekenhuis. Het wordt met klem afgeraden om te roken. Zeker de eerste dagen na de operatie. Roken is slecht voor de wondgenezing.
Douchen
- Zorg er voor dat de wond niet gaat 'weken'.
- Je mag douchen zonder douchepleister op de derde dag na de operatie.
Let hierbij op het volgende:
- Gebruik stromend water voor het afspoelen van de wond.
- Probeer de wond zo min mogelijk aan te raken.
- Douche niet te lang.
- Dep na het douchen de wond voorzichtig droog met een schone handdoek. Laat het daarna zoveel mogelijk aan de lucht drogen.
Je mag niet in bad. Dat mag weer twee weken nadat de wond goed dicht is.
Met ontslag
Bij een normaal verloop van de opname mag je 1 tot 2 dagen na de operatie weer naar huis. De arts informeert je hierover en adviseert je over het hervatten van je dagelijkse bezigheden. Op de dag van ontslag kun je in de ochtend naar huis. In verband met de belasting van je rug kun je niet zelf autorijden. Laat je door een naaste naar huis rijden of door een taxi.
Bij je ontslag krijg je een afspraak mee voor een controlebezoek aan de neurochirurg op de polikliniek of een telefonische belafspraak. Dit bezoek vindt plaats tot 12 weken na je ontslag.
Vragen
Contactgegevens
Heb je voor de controleafspraak nog vragen? Dan kun je contact opnemen met het secretariaat van de polikliniek Neurochirurgie, bereikbaar:
- van maandag tot en met vrijdag
- tussen 8.00 en 17:00 uur
- telefoonnummer polikliniek Neurochirurgie: (070) 210 2040
Heb je in de avond of het weekend klachten? En kan dit niet wachten totdat je eigen huisarts beschikbaar is? Neem dan contact op met de spoed huisartsenpost.
- Telefoonnummer spoed huisartsenpost HagaZiekenhuis Leyweg: (070) 346 96 69
Bereikbaarheid Fysiotherapie
Voor vragen kunt je contact opnemen met de afdeling Fysiotherapie, bereikbaar:
- van maandag tot en met vrijdag
- van 8.00 tot 16.30 uur
- telefoon: (070) 210 2392
Wat vindt u van deze patiënteninformatie?
Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.
Spreekt u geen of slecht Nederlands?
De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.
Do you speak Dutch poorly or not at all?
This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.
Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?
Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.
Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?
Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.
إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.