Thuisbehandeling van een breuk in het bovenbeen

Laatste wijziging: 11-10-2023 Foldernummer: 1326


Uw kind heeft een breuk in het bovenbeen (femurfractuur). In deze folder leest u informatie over de behandeling. In overleg met de arts gaat uw kind na ongeveer 1 week naar huis. De behandeling gaat thuis door.

Waar bestaat de behandeling uit?

De behandeling van de breuk in het bovenbeen bestaat uit 2 delen:

  • uw kind krijgt gewichten aan het been (tractie)
  • na 2 weken krijgt uw kind een gipsbroek

Na 2 weken maken we een röntgenfoto om te kijken hoe de breuk er uitziet. Als dit naar wens is, verwijderen we de gewichten. Uw kind krijgt dan een gipsbroek om. Voor het omdoen van de gisbroek krijgt uw kind als het nodig is rustgevende medicijnen. Het kan ook zijn dat we uw kind in slaap brengen (narcose).

We nemen uw kind op. Dit kan op de afdeling Dagbehandeling of op Unit B zijn. Uw kind mag meestal dezelfde dag nog naar huis. De gipsbroek blijft ongeveer 2-3 weken om.

Naar huis

  • De arts en de kinderverpleegkundige van het ziekenhuis maken afspraken met u over de behandeling thuis. Zij regelen praktische dingen. Zij regelen ook dat een kinderverpleegkundige van de Thuiszorg bij uw kind thuis langskomt. Dit gebeurt de dag nadat uw kind uit het ziekenhuis komt. Hij/zij helpt uw kind en u tijdens de ‘gips’ periode. Heeft u vragen? Stel deze dan aan de thuiszorg verpleegkundige. Uw kind gaat naar huis met een tractieframe. Dit frame leent u van het JKZ.
  • Het frame plaatsen we op een speciaal bed. Uw kind heeft hierop meer speelruimte. Het bed heeft ook hekken. Dit zorgt voor veiligheid. De Thuiszorgwinkel brengt het bed bij uw thuis.
  • U kunt bij de Thuiszorgwinkel ook een platte po of kamerscherm huren.
  • Een schuin kussen kunt u lenen bij de afdeling Fysiotherapie. Kijk hiervoor onder ‘aandachtspunten voor de tractie en de houding van uw kind’. U betaalt hiervoor een borg.

Vervoer naar huis

Uw kind gaat met een ambulance naar huis. Wij regelen dit. Moet uw kind eerder terug? Ook dan regelen wij het vervoer. Als het nodig is, regelt de arts dat uw kind pijnstillers krijgt voor het vervoer.

Spel & ontspanning

  • De pedagogisch medewerker geeft u tips voor spelletjes, die uw kind in bed kan doen. Ook bereidt zij u voor op mogelijke reacties van uw kind op de behandeling.
  • Laat uw kind zoveel mogelijk meedoen met de dagelijkse dingen binnen uw gezin. Plan bijvoorbeeld speelmomenten. U kunt ook een programma voor de hele dag maken.
  • Het bed van uw kind staat in de huiskamer. Dit heeft gevolgen voor het hele gezin. Wij raden u aan om een kamerscherm bij het bed te plaatsen. Hiermee maakt u een eigen hoekje voor uw kind. Als uw kind gaat slapen kunt u het ook als gordijn gebruiken.

Informatie over de tractiebehandeling

Aandachtspunten voor de tractie en de houding van uw kind

  • Controleer regelmatig of uw kind goed ligt en de gewichten goed hangen.
  • In de tractie ligt uw kind met de billen vrij. Het onderlichaam ligt dan loodrecht onder de katrol.
  • Voorkom dat uw kind draait. Doe een dubbelgevouwen laken strak over de buik.
  • De gewichten moeten vrij hangen en mee bewegen met de bewegingen van uw kind.
  • Voorkom dat broertjes en/of zusjes gaan spelen met de gewichten.
  • Uw kind moet plat in bed liggen. Gebruik geen kussen.
  • U kunt een klein plat babykussentje gebruiken.
  • Een schuin kussentje tijdens het eten en drinken mag wel. Dit voorkomt dat uw kind zich verslikt. Uw kind mag niet op de tocht liggen.

Verzorging tijdens de tractiebehandeling

  • Wilt uw kind iets over zich heen? U kunt hiervoor een molton, kleine deken of een handdoek gebruiken. Aan de voeten kunt u een paar grote sokken doen.
  • Het is prettig om samen met iemand anders het bed op te maken. Doe dit op een vaste tijd. Bijvoorbeeld na het wassen of aankleden of voor het slapen. De ene tilt het kind en de benen dan recht omhoog. De ander verschoont het bed.
  • Verschonen kunt u wel alleen doen. U schuift een luier, onderlegger of celstofmatje gewoon onder de billen.
  • U verschoont de zwachtels om de dag. De verpleegkundige op de afdeling leert u hoe het moet. U ziet en voelt dan gelijk of er drukplekken (rode huid) of huidbeschadigingen zijn. Deze ontstaan meestal bij de achillespees, de enkels, de hielen, de benen en in de knieholtes. U kunt ze ook op het achterhoofd, de rug en de schouders tegenkomen. Smeer en masseer deze plekken elke dag in met bodylotion. Bijvoorbeeld na het wassen.
  • Controleer iedere dag een aantal keren of de voeten en tenen goed genoeg bloed krijgen. Dit doet u door de kleur en de temperatuur te beoordelen. Doe dit in ieder geval nadat u de zwachtels verwisseld heeft. 
  • De zwachtels zitten goed als de voeten en tenen warm aanvoelen. De kleur zoals die u gewend bent. Zijn de voeten en tenen bleek of blauw? Of zijn ze kouder dan normaal? De zwachtels zitten dan te strak. Verbind de voet(en) dan opnieuw. Het komt voor dat de voeten klam en zweterig zijn. In dat geval kunnen grotere sokken prettiger zijn.

Eten en drinken

  • Het is belangrijk dat uw kind voldoende drinkt. Geef het daarom regelmatig iets te drinken.
  • Uw kind gebruikt minder energie, omdat het in bed ligt. Hierdoor heeft het vaak ook minder zin in eten. Geef vezelrijke voeding om verstopping van de darmen te voorkomen. Zoals bijvoorbeeld bruin of volkorenbrood, verse groenten, fruit, melk en vruchtensappen.
  • Wij raden voedingsmiddelen die extra gasvorming in de darmen veroorzaken af. Denk hierbij aan uien, bonen en erwten. Geef uw kind ook geen koolzuurhoudende dranken (prik).
  • Laat uw kind zoveel mogelijk zelf eten. Zorg voor een groot servet of een (gewassen)luierdoek.

Plassen en poepen

Gebruikt uw kind nog een luier? Verschoon het dan vaker dan u gewend bent. Grotere kinderen vinden luiers meestal niet prettig. Het is ook niet nodig. U vangt de poep op in:

  • een platte po (te huur via de Thuiszorgwinkel)
  • een celstofmatje
  • een open gevouwen luier

Jongens kunnen in een fles (urinaal) plassen.

Problemen die kunnen optreden tijdens de tractiebehandeling

Pijn

De spieren kunnen in het begin gespannen zijn. Ook kunnen ze af en toe schokjes veroorzaken. Dat doet pijn. In het ziekenhuis krijgt uw kind daarvoor een spierontspanner (Diazepam). Na een paar dagen is het schokken veel minder. Dit komt doordat uw kind went aan hoe het ligt. Ook went het dat de gewichten de hele tijd aan het been trekken.

Het kan toch pijn doen. U krijgt een recept voor pijnstillers mee als uw kind naar huis gaat. Blijft uw kind pijn houden? Neem dan contact op met de polikliniek Heelkunde.

Problemen met plassen

Plast uw kind kleine beetjes? Heeft het pijn als hij/zij plast? Heeft uw kind verhoging? Dan kan het een urineweginfectie of een blaasontsteking hebben.

Een blaasontsteking ontstaat als uw kind:

  • te weinig drinkt
  • niet helemaal uit plast
  • of omdat het plat in bed ligt

Er kan ook gruis en ‘neerslag’ in de urine zitten. De urine kan anders van kleur zijn en anders ruiken. Vang een beetje urine op in een potje. Overleg met de huisarts wat er verder moet gebeuren.

Bij een urineweginfectie moet uw kind meer drinken. Het plast dan vaker. De doorstroming van urine van de nieren naar de blaas is dan groter. De arts schrijft als het nodig is een antibioticakuur voor.

Buikpijn

Als uw kind onregelmatig of weinig poept (verstopping), kan het buikpijn krijgen. De verstopping kan komen doordat uw kind zich minder beweegt. Geef uw kind extra drinken en vezelrijke voeding. Als dit niet helpt, neemt u contact op met de huisarts. Deze neemt als het nodig is contact op met de polikliniek Heelkunde.

Wondjes

Ziet u wondjes op de huid? Houdt deze droog en meldt het aan de Transmuraal verpleegkundige.

Meer informatie over de behandeling met een gipsbroek vindt u in de folder gipsbroek

De eerste periode na de tractie en de gipsbroek

Als de gipsbroek weg is, kan uw kind de eerste tijd moeite hebben met lopen. Dit komt doordat de spieren een tijdlang niet of nauwelijks zijn gebruikt. Ook moet uw kind nog wennen aan het idee dat het weer kan lopen. Soms heeft het angst om op de benen te staan zonder steun. De kinderarts verwijst als het nodig is uw kind naar een kinderfysiotherapeut. Deze oefent met uw kind totdat het weer kan lopen zoals het kon vóór de tractie en de gipsbroek. Samen met u maakt de fysiotherapeut een schema voor uw kind.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan aan de polikliniek Heelkunde. Deze helpt u graag verder.

Telefoonnummers

De behandelend arts, de kinderarts en de polikliniek Heelkunde zijn bereikbaar via telefoonnummer (070) 210 0000

De Thuiszorgwinkel is bereikbaar via: (070) 330 1010.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie