Werkboek Thuis met sondevoeding

Uw kind krijgt binnenkort thuis sondevoeding omdat het bijvoorbeeld niet zelfstandig kan eten en drinken, of niet genoeg voeding binnen krijgt met normaal eten. Omdat u straks thuis zelf de sondevoeding gaat geven is het belangrijk dat u de handelingen daarvoor goed leert uitvoeren.

In deze folder wordt alle aandacht besteed aan de technische aspecten van het geven van sondevoeding. We realiseren ons dat uw zorg veel verder gaat dan dat. Behalve dat het geven van de voeding u meer tijd zal kosten heeft u er ook een zorg bij. Natuurlijk zal de verpleegkundige die u thuis begeleidt daar samen met u over praten en u hierin begeleiden. Laat u het vooral weten als u vragen heeft of als u zich ergens zorgen over maakt. We kunnen dan samen met u naar een oplossing zoeken.

Voorbereiding op het ontslag

De kinderverpleegkundige leert u alles over sondevoeding en de wijze waarop u deze moet toegediend. Zij maakt hierbij gebruik van een instructieplan, dit werkboek en indien nodig van bijlagen die voor uw kind van toepassing zijn. Kunt u alle handelingen zelf doen? Voelt u zich hier zeker over? U kunt dan thuis met sondevoeding beginnen.

De kinderarts schakelt de Transferverpleegkundige in als bekend is wanneer uw kind thuis sondevoeding krijgt. Deze verpleegkundige regelt:

  • alles wat u thuis nodig hebt om sondevoeding te geven met uw verzekering en leverancier
  • de nazorg
  • dat een verpleegkundige van de Thuiszorg u en uw kind begeleidt in de thuissituatie

Tijdens het verblijf van uw kind in het ziekenhuis bekijkt de kinderarts en /of de diëtiste in overleg met u welke en hoeveel sondevoeding voor uw kind geschikt is. Er wordt een sondevoedingsschema gemaakt dat past in de thuissituatie. De afspraken hierover staan in dit werkboek.

Begeleiding in de thuissituatie

De verpleegkundige van de specialistische Thuiszorg brengt als het nodig is een nieuwe sonde in. Ook begeleidt zij/hij u in de zorg voor uw kind. Bij de eerste kennismaking geeft deze verpleegkundige u een ‘logboek’ in bruikleen. In dit logboek vindt u informatie over de thuiszorg en hoe u de Thuiszorg kunt bereiken. De verpleegkundige schrijft in het logboek welke zorg zij/hij heeft gegeven. Ook deze folder en alle bijlagen kunt u in het logboek bewaren.

De sonde

Wat is een voedingssonde

Een voedingssonde is een dun buigzaam slangetje dat via de neus en de keelholte, tot in de maag of de darm (duodenum) wordt gebracht. Aan het uiteinde van deze sonde zitten meerdere gaatjes. Door deze gaatjes loopt de vloeibare voeding (sondevoeding) in de maag of darm. De dikte van de sonde is afhankelijk van de grootte van uw kind en de dikte van de voeding die uw kind krijgt. Het inbrengen van de sonde is vervelend. Het irriteert de neus en uw kind moet soms kokhalzen. De verpleegkundige controleert altijd na het inbrengen of de sonde goed zit. In het algemeen zijn kinderen na een paar dagen aan de sonde gewend.

Wat is sondevoeding

Sondevoeding bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen die het lichaam dagelijks nodig heeft. Dit zijn onder andere eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen. We kijken hierbij ook naar wat uw kind nodig heeft.

Drinkt uw baby nog aan de borst? Dan kan de borstvoeding geven we de borstvoeding via de sonde. Ook speciale voeding voor baby’s kunnen we via de sonde geven. Redenen om sondevoeding te geven kunnen zijn:

  • eet- en/of slikproblemen
  • maagproblemen
  • een tekort aan energie om te eten of drinken (bijvoorbeeld ten gevolge van een hartafwijking)
  • een heel grote energiebehoefte.

Door de sondevoeding krijgt uw kind toch voldoende voedingsstoffen en vocht binnen ook als het niet of nauwelijks eet of drinkt. Uw kind zal hierdoor beter groeien en zich ontwikkelen.

De verzorging

Algemene richtlijnen

Vertel altijd wat u gaat doen. Ook als uw kind nog klein is. Als uw kind weet wat er gebeurt, is het vaak minder bang. Dit maakt het voor uzelf ook makkelijker. Leg altijd de spullen die u nodig heeft, van tevoren klaar. Het werkt makkelijker en u hoeft uw kind niet alleen te laten om nog iets te pakken. De behandeling is dan korter. En dat is fijn voor uw kind.

Mondverzorging

Voor kinderen die alleen sondevoeding krijgen, is een goede mondverzorging belangrijk. Dit houdt ontstekingen en infecties tegen. Deze kunnen komen doordat uw kind minder speeksel heeft. Bij oudere kinderen kan het ook komen doordat ze minder kauwen.

Verzorg de mond vóór iedere voeding. Was eerst uw handen. Reinig dan de mond voorzichtig (i.v.m. kans op spugen) met een wattenstokje of een nat gaasje. Als uw kind kan spoelen, laat u hem of haar dit 4 maal per dag doen. We raden u aan de tanden normaal te poetsen. U kunt uw baby een fopspeen geven met mondglycerine. Deze kunt u bij een drogist kopen. Bij grotere kinderen geeft u kauwgom (met xylitol) om speeksel aan te maken.

Neusverzorging

U moet de neus van uw kind extra verzorgen. Dit moet omdat de sonde:

  • met pleister op de neus vastzit
  • via een van de neusgaten naar binnengaat

De sonde hoort vrij van de neusrand te hangen. Drukt deze tegen de rand van het neusgat dan geeft dit irritatie of zelfs wondjes. Voordat u begint, wast u uw handen. U maakt de buitenkant van de neus schoon met water uit de kraan. Droog de huid daarna goed. U moet de neusgaten regelmatig schoonmaken met een nat gaasje of wattenstokje. Gebruik hier water uit de kraan voor. De pleisters op de neus wisselt u als deze vuil zijn, of loslaten. Is uw kind verkouden? Het kan daar meer last van hebben. Dit komt door de sonde. Overleg met uw arts met welk middel u de neus kunt spoelen. Laat uw kind hierbij zitten of op de zij liggen zodat het geen last heeft van het slijm dat vrijkomt.

De voeding

Voor baby’s en peuters is het prettig als u uw kind bij het sondevoeding geven op schoot neemt. Dit is goed voor het contact met uw kind.

Het klaarmaken en bewaren van de sondevoeding

Sondevoeding trekt bacteriën aan. Daarom is het belangrijk dat u hygiënisch werkt bij de bereiding ervan. Was altijd eerst uw handen en gebruik schoon materiaal. Wij adviseren u schone vaatdoekjes, theedoeken en handdoeken te gebruiken. Vervang deze elke dag. Het keukenmateriaal dat u bij de bereiding gebruikt wast u gewoon met afwasmiddel in heet water. De gebruikte spuiten kunt u na iedere voeding doorspoelen met water uit de kraan. U kunt ze maximaal 24 uur gebruiken. Hierna vervangt u ze door nieuwe spuiten. De oude gooit u weg. U bereidt de sondevoeding voor 1 dag in één keer. U doet dit volgens de voorschriften van de verpleegkundige en/of diëtiste.

Krijgt uw kind de hele dag door sondevoeding? U warmt de voeding tot kamertemperatuur op. Krijgt uw kind een portie? Warm dan de voeding op tot lichaamstemperatuur (ongeveer 37 º C). Dit kan in een flessenwarmer, een pannetje met warm water of in de magnetron. Controleer altijd de temperatuur door een druppeltje van de voeding op de binnenkant van uw pols te sprenkelen. Als dit aangenaam aanvoelt is de temperatuur goed. Te warme voeding kan irritatie of zelfs verbranding van de slokdarm geven.

Voorschriften voor het eten naast de sondevoeding

De arts geeft u advies voor extra voeding die u uw kind naast de sondevoeding mag geven. Dat hangt af van de reden voor de sondevoeding. U volgt deze voorschriften altijd op.

Eetadviezen

Bij sondevoeding kan ‘eetontwenning’ optreden; dat gebeurt vooral bij jonge kinderen die een langere periode deze voeding nodig hebben. De overgang naar het zelf eten en drinken verloopt dan moeizaam. Als uw kind uitsluitend sondevoeding krijgt, vraag uw kinderarts dan hoe u eventuele eetproblemen kunt voorkomen.

Als uw kind ook gewone voeding krijgt, kunnen de onderstaande adviezen nuttig zijn:

  • laat uw kind tijdens de gezamenlijke maaltijd ook mee aan tafel zitten. Bied kleine porties aan, zoals een klein schaaltje vla, een kwart boterham, een klein stukje fruit, een stukje kaas of worst, een cracker of een biscuit. Het is belangrijk dat u het kauwen van uw kind regelmatig aanmoedigt om te kauwen.
  • moedig uw kind aan om 2-3 happen te eten, maar dwing niet. Het is belangrijk dat uw kind met plezier eet. Aanmoedigen is prima, maar dwingen heeft een averechts effect. Als eten niet lukt, is het beter te kiezen voor sondevoeding dan voor dwang.
  • geef de sondevoeding in principe ná de gewone maaltijd.

Het is belangrijk om zoveel mogelijk het eten naast de sondevoeding te stimuleren.

Voor een zuigeling die sondevoeding krijgt, is het van belang dat de natuurlijke zuigbehoefte gestimuleerd wordt. Probeer uw kind eerst 10 minuten zelf te laten drinken (tenzij met de arts anders is afgesproken) en geef de rest van de voeding per sonde. Een fopspeen tijdens de sondevoeding stimuleert de zuigbehoefte, maar stimuleert ook het doorlopen van de sondevoeding.

Soms is het belangrijk dat uw kind stapsgewijs de normale overgang maakt van vloeibare naar vaste voeding (pap, fruit en warme maaltijd.) De diëtiste en de kinderarts adviseren u hierover.

Controleren van de sonde

Voordat u begint, kijkt u of de sonde nog op zijn plaats zit. Dit doet u door te kijken naar het streepje op de sonde. Deze moet bij de oorlel van uw kind zitten. U kunt ook naar de centimeters die op de sonde staan kijken. Kijk gelijk of de pleister nog goed vastzit.

Informatie

  • vertel uw kind wat u gaat doen.

Wat heeft u nodig?

  • 2 ml. spuitje voor baby’s
  • 5 ml. spuitje voor oudere kinderen
  • een bakje
  • indien nodig pH stickjes.

Wat moet u doen?

  • was uw handen
  • leg van tevoren alles klaar
  • spuit 2 ml. lucht in één keer in de sonde en luister met uw oor op de maagstreek. Als de sonde goed zit hoort u een dof rommelend geluid. Twijfelt u? Probeer dan wat maaginhoud via de sonde op te zuigen. Controleer de maaginhoud door een druppel op een pH stickje te doen.

Is de pH-waarde onder de 5.5? De maagsonde zit goed. Is de pH-waarde boven de 5.5? Wacht met voeding geven. Bel eerst met de verpleegkundige van de Thuiszorg.

  • probeer met een lege spuit voorzichtig wat voeding op te trekken. Lukt dit dan zit de sonde goed. Zuigt de sonde vacuüm dan weer wat lucht inspuiten en (voorzichtig) nogmaals proberen.

Kunt u geen maaginhoud of voeding opzuigen? Overleg dan eerst met de verpleegkundige van de Thuiszorg wat u moet doen. De sonde kan dan te diep of juist niet diep genoeg zitten. De sonde kan ook verstopt zijn. Hierbij ‘klapt de slang dicht’. U kunt dan geen lucht inspuiten. Maak de sonde open door een beetje water in te spuiten. Lukt dit niet? Neem dan contact op met de verpleegkundige van de Thuiszorg.

Hoest uw kind veel en heeft zijn/haar huid een andere kleur? De sonde zit dan in de luchtpijp. Verwijder de sonde dan meteen. Daarna neemt u zo snel mogelijk contact op met de verpleegkundige van de Thuiszorg.

Algemene opmerkingen

  • Als er grote hoeveelheden voeding in de maag achterblijven, verdraagt uw kind de voeding niet goed. Controleer met een spuitje hoeveel voeding van de vorige keer in de maag is achtergebleven door dit op te zuigen. U doet dit alleen als de arts dit met u heeft afgesproken.
  • Kinderen tot 6 maanden en kinderen met verminderd bewustzijn, zijn niet altijd in staat het te laten weten als de sonde niet goed zit. Bij twijfel bepaalt u de pH-waarde van de maaginhoud met behulp van een pH stickje. Zuig hiervoor wat maagsap op en druppel dit op het stickje.

De pH-waarde van de maag moet onder de 5.5 zijn. Twijfelt u? Overleg dan met de verpleegkundige van de Thuiszorg of de kinderarts.

Toedienen van medicijnen via de sonde

De medicijnen die uw kind moet innemen, kunnen meestal ook via de sonde gegeven worden. Vraag altijd aan uw arts of verpleegkundige of u de medicijnen samen met de voeding kunt geven. Informeer wanneer u de medicijnen moet geven: vóór, met of na de voeding. U geeft de medicijnen op de wijze zoals hieronder beschreven staat.

Informatie

  • vertel uw kind wat u gaat doen

Benodigd materiaal

  • een 2 of 5 ml. spuitje
  • de voorgeschreven medicijnen

Wat moet u doen?

  • was uw handen
  • zuig de voorgeschreven medicijn op in de spuit
  • meng de medicijnen volgens voorschrift zo nodig met 2-5 ml. lauw water uit de kraan
  • controleer de sonde, als u dat nog niet gedaan heeft
  • spuit de medicijnen langzaam door de sonde
  • spoel de sonde direct na het geven van de medicijnen door met een spuitje met lauw leidingwater

Algemene opmerkingen

  • kijk tijdens en na de handeling hoe uw kind de medicijnen verdraagt. Als uw kind misselijk wordt of pijn krijgt, overleg dan met de kinderarts
  • Sommige medicijnen kunnen de sonde verstoppen. Dit zijn onder andere Paraffinedrank, Metamucil en Vitamine E. Deze verdunt u met wat extra water. De verpleegkundige heeft u geleerd hoe u dit doet.
  • een sonde Ch. 5 of 6 spuit u door met 1,5 ml water en een sonde Ch. 8 met 3,5 ml water

Problemen die zich kunnen voordoen

Uw kind heeft een snelle of hoorbare ademhaling, is kortademig en hoest

Een oorzaak kan zijn dat de sonde zich niet op de juiste plaats bevindt. Controleer de sonde en verwijder deze als hij niet goed zit. Neem daarna contact op met de verpleegkundige van de Thuiszorg. Breng nooit zomaar zelf een sonde in. U moet eerst toestemming en instructie krijgen van de kinderarts en van de verpleegkundige.

De voeding wil niet door de sonde

Mogelijk zit er een knik in de sonde. Verwijder deze knik als dat mogelijk is. Is de voeding te dik? Overleg met de arts over een dikkere sonde of dunnere voeding. Als er nog medicijnen of oude voeding in de sonde zit, kan deze verstopt zijn. Probeer de sonde doorgankelijk te maken door met een 2 ml spuit lucht op te zuigen. Als dit niet lukt spuit dan 2 ml mineraalwater door de sonde. Gaat dit ook niet? Overleg met de verpleegkundige van de Thuiszorg wat u moet doen.

Uw kind heeft langer dan 3 dagen geen ontlasting gehad en heeft buikpijn

Oorzaken kunnen zijn: 

  • een tekort aan vezels in de voeding
  • een tekort aan vocht
  • de gebruikte medicijnen

Overleg met de kinderarts.

Uw kind heeft witte puntjes op de tong en in de wangzak

Uw kind heeft waarschijnlijk last van spruw. Vraag aan de arts wat u hieraan kan doen.

Uw kind is misselijk en braakt

Dit kan komen door het te snel laten inlopen van de voeding of doordat er nog oude voeding in de maag zit. Andere mogelijke oorzaken zijn:

  • een te geconcentreerde voeding
  • te koude, te warme, of bedorven voeding. Dit kan komen door verkeerd bewaren of een onhygiënische bereidingswijze.

Bedenk zelf wat de oorzaak kan zijn. Overleg anders met de verpleegkundige van de Thuiszorg.

De maaginhoud (retentie) is geel/groen van kleur

De sonde kan zich in het eerst gedeelte van de darm, de 12-vingerige darm, liggen. Neem contact op met de verpleegkundige van de Thuiszorg.

Handelingen omschreven in de bijlagen

De omschrijving van de volgende handelingen ontvangt u in de vorm van een bijlage van de verpleegkundige als deze van toepassing is voor uw kind.

  1. Continue toedienen van sondevoeding via de pomp
  2. Intermitterend toedienen van sondevoeding via een hevel
  3. Intermitterend toedienen van sondevoeding via een pomp
  4. Inbrengen van een sonde thuis

De sonde: belangrijke gegevens en afspraken

Sonde

  • merk:  
  • dikte sonde:
  • lengte sonde:
  • datum waarop de sonde moet worden verwisseld:

Voeding

  • soort:
  • toevoegingen:
  • soort:
  • toevoegingen:
  • totale hoeveelheid per dag:
  • hoeveelheid per keer:
  • wijze van toediening:
  • toedieningsnelheid:
  • advies voor de voedingstijden:

Eten en drinken naast sondevoeding

  • soort:
  • hoeveelheid:
  • soort:
  • hoeveelheid:

Medicijngebruik

 

Overige gegevens

 

Apparatuur en materialen

Een leverancier levert apparatuur en materialen die nodig zijn voor het werken van een pomp. De apotheek levert u materialen als er sprake is van hevelen.

Op verzoek van de kinderarts geeft uw ziektekostenverzekeraar een machtiging af voor het thuis toedienen van de sondevoeding. De verzekeraar geeft hierbij ook aan welke leverancier de materialen en indien nodig de pomp gaat leveren.

Naam facilitair bedrijf

Adres:

Plaats:

Telefoon:           Telefax:

Contactpersoon:         Telefoon mobiel:

Bereikbaar tussen…….. en ………uur

Bij nood:

Naam apotheek

Adres:

Plaats:

Telefoon:           Telefax:

Contactpersoon:         Telefoon mobiel:

Bereikbaar tussen …….. en …….. uur

Overige gegevens

Pomp (soort en type):

Voedingssysteem:

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie