Strikte isolatie

U bent opgenomen in het HagaZiekenhuis en wordt hier geïsoleerd (afgezonderd) verpleegd. Geïsoleerd verplegen is soms nodig om verspreiding van bacteriën of virussen naar medepatiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers te voorkomen. Uw behandelend arts legt u uit waarom de speciale isolatiemaatregelen bij u nodig zijn. Welke specifieke isolatiemaatregelen op u van toepassing zijn, hangt af van de isolatievorm die bij u nodig is.

Bij u is sprake van strikte isolatie. In deze folder vindt u informatie over de maatregelen die hierbij nodig zijn.

Micro-organismen

Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën en virussen worden ook wel micro-organismen genoemd, omdat ze niet met het blote oog te zien zijn, maar wel met een microscoop. Ze komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond en darmen. Micro-organismen kunnen van de ene mens op de andere worden overgebracht. Bij sommige micro-organismen gebeurt het overbrengen via direct lichamelijk contact (vaak via de handen) en bij andere gebeurt dit via de lucht (bijvoorbeeld als iemand hoest). Ook zijn er micro-organismen die via direct lichamelijk contact én via de lucht kunnen worden doorgegeven.

In de contacten die mensen onderling hebben of met voorwerpen worden via de handen micro-organismen opgepakt en afgegeven. Dit gebeurt vele malen per dag. De meeste micro-organismen zijn niet-ziekmakend en helpen bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel. Maar er zijn ook micro-organismen die wel ziekmakend zijn en waartegen maatregelen genomen moeten worden.

In het ziekenhuis bevinden zich veel mensen dicht op elkaar, waardoor de kans op verspreiding van micro-organismen wordt vergroot. Daarnaast hebben patiënten in een ziekenhuis vaak een verminderde weerstand en kunnen ze sneller een infectie oplopen met ziekmakende micro-organismen.

Van sommige virussen en bacteriën is bekend dat ze gemakkelijk ziekenhuisinfecties veroorzaken. Patiënten die zo’n virus of bacterie bij zich dragen, worden altijd geïsoleerd verpleegd.

Strikte isolatie wordt toegepast om overdracht van bepaalde micro-organismen via handen, voorwerpen en via druppeltjes te voorkomen. Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen, ligt u op een kamer met een sluis. Of, in uitzonderingsituaties en na toestemming van de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie, op een eenpersoonskamer of -zaal.

U mag uw kamer niet verlaten en de deur is daarom gesloten. Buiten uw kamerdeur hangt een rode kaart waar de maatregelen op staan die iedereen moet nemen om uw kamer binnen te mogen gaan.

Tussen de patiëntenkamer en gang bevindt zich een tussenruimte “de sluis”. Het is belangrijk dat beide deuren van de sluis niet gelijk open staan. In de sluis is een groen en rood signaallicht aanwezig:

• als de groene lamp brandt dan kunt u de sluis of patiëntenkamer veilig betreden.
• als de rode lamp brandt mag u de sluis of patiëntenkamer niet betreden, waarschuw de verpleging.

n.b.: door het openen van een deur van de sluis verandert de luchtdruk en kan de rode lamp kort gaan branden, wacht tot de groene lamp gaat branden voordat u de sluis verlaat.

Iedereen die van buiten het ziekenhuis bij u op bezoek komt, moet zich aan de volgende maatregelen houden:

• De bezoekers moeten zich vooraf melden bij de verpleging.
• De verpleging geeft vooraf instructies (aanwijzingen) over welke maatregelen de bezoekers moeten nemen. De verpleging moet er ook op toezien dat deze maatregelen worden genomen.
• Bezoekers wordt geadviseerd niet op uw bed te gaan zitten.
• Bezoekers wordt geadviseerd intensief (lichamelijk) contact met u te vermijden (hand geven mag wel).
• Voordat de bezoekers uw kamer verlaten, moeten zij de handen desinfecteren met handalcohol.
• Bezoekers wordt verzocht direct na het bezoek het ziekenhuis te verlaten. Het is niet toegestaan om na het bezoek aan u bij andere patiënten in het ziekenhuis langs te gaan.
• Kinderen jonger dan 6 jaar worden alleen in overleg toegelaten. Vraag hierover advies aan de verpleging.

De ziekenhuismedewerker die op uw kamer komt, houdt zich aan de volgende maatregelen:

• De ziekenhuismedewerker draagt een neus-/mondmasker, een beschermende jas met lange mouwen waar geen vocht doorheen kan en handschoenen.
• Als er sprake is van (verdenking) op een MRSA-bacterie (een bacterie die bestand is tegen verschillende soorten antibiotica), draagt de ziekenhuismedewerker ook een operatiekamer-muts, die het hoofdhaar bedekt.
• Voor het verlaten van uw kamer doet de ziekenhuismedewerker de handschoenen uit en desinfecteert hij de handen met handalcohol.

Bij een kamer met sluis doet de ziekenhuismedewerker het neus-/mondmasker en de beschermende jas af en uit in de sluis. Hij desinfecteert in de sluis nogmaals de handen met handalcohol.

• Bij een kamer of zaal zonder sluis doet de ziekenhuismedewerker het neus-/mondmasker, muts en de beschermende jas af en uit op de kamer.
• Na het verlaten van de kamer desinfecteert hij de handen nogmaals met handalcohol.

Krijgt u wondverzorging, een scopie of grondig onderzoek op de polikliniek? Dan houden de ziekenhuismedewerkers daar zich ook aan bovengenoemde regels. Om goed voorbereid te zijn wordt deze afspraak dan gepland aan het einde van de dag.

Wanneer u voor een onderzoek of behandeling naar een andere afdeling (zoals een röntgenafdeling of operatiekamer) in het ziekenhuis moet worden gebracht, wordt u vervoerd in een schoon bed of rolstoel, draagt u schone kleding en krijgt u een neus-/mondmasker voor. Als er sprake is van (verdenking op) een MRSA-bacterie, moet u ook een operatiekamer-muts dragen, die het hoofdhaar bedekt.

De mensen die u tijdens het vervoer begeleiden, dragen geen beschermende kleding als er geen lichamelijk contact is. Als er wel lichamelijk contact is (als u bijvoorbeeld op een onderzoekstafel moet worden getild) nemen de begeleiders wel beschermende maatregelen en trekken zij vooraf handschoenen aan en een schort met lange mouwen dat geen vocht doorlaat.

Deze maatregelen worden in alle Nederlandse ziekenhuizen getroffen en zijn gebaseerd op landelijke richtlijnen voor hygiëne- en infectiepreventie. Wij zijn ons ervan bewust dat de maatregelen ingrijpend kunnen zijn voor u en uw bezoek, maar vragen hier wel begrip voor. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw behandelend arts en bij de verpleegkundige.