Kijkoperatie bij een kind - laparoscopie

In overleg met u is besloten dat uw kind een laparoscopie (kijkoperatie) krijgt. In deze folder vindt u hier informatie over. Als uw kind in een dagbehandeling wordt geholpen, vindt u in de brochure ‘Dagbehandeling’ meer informatie over deze dagopname. Als uw kind voor meer dan één dag wordt opgenomen, vindt u meer informatie over de opname in het ‘Opnameboekje voor ouders/verzorgers’.

Laparoscopie

Een laparoscopie kan om verschillende redenen nodig zijn, zoals:

  • een blindedarmontsteking;
  • onbegrepen buikklachten;
  • wanneer een niet ingedaalde zaadbal niet in de lies gevonden wordt;
  • een afwijking van de buikholte die met behulp van een echo-onderzoek is vastgesteld.

Hierover zijn ook folders verkrijgbaar.

De operatie

Voor deze operatie krijgt uw kind algehele anesthesie (narcose). Afhankelijk van de indicatie en de grootte van de ingreep nemen wij uw kind één of enkele dagen op.

Via kleine sneetjes in de buik wordt de buik een beetje opgeblazen. Zo ontstaat er ruimte voor een kleine videocamera en chirurgische instrumenten. Deze zijn nodig om de laparoscopie goed uit te kunnen voeren. Soms wordt een grotere snede gemaakt om het orgaan waaraan geopereerd wordt naar buiten te kunnen halen. Hierbij valt te denken aan een blindedarm, galblaas of een nier. De huid wordt aan het eind van de operatie gesloten met oplosbare hechtingen en afgedekt met steristrips (smalle hechtpleisters) en pleisters.

De duur van de operatie is afhankelijk van de ingreep die in de buik uitgevoerd moet worden.

Mogelijke complicaties

Complicaties kunnen optreden, maar het gebeurt zelden. Mogelijke complicaties die kunnen optreden, zijn:

  • (Na)bloeding op de plek waar de laparoscoop in de buik is gegaan, of bij het operatiegebied in de buik. Een buikoperatie is eventueel nodig om deze nabloeding te verhelpen.
  • Wondinfectie.
  • Schade aan de darm.

Mogelijke gevolgen

Slap/doof gevoel

Bij bepaalde ingrepen kan uw kind tot 8 uur na de ingreep last hebben van een slap gevoel in de bovenbenen of een doof gevoel rond de operatiewond. Dit is normaal. Het wordt veroorzaakt door de plaatselijke verdoving die tijdens de ingreep (onder narcose) is gegeven. Door deze plaatselijke verdoving heeft uw kind minder of geen pijn na de operatie.

Wond/bloedverlies

De plaats rond de wondjes kan de eerste dagen gezwollen zijn. Dit is normaal en geeft geen reden tot ongerustheid. Enkele bloedplekken op de pleister is geen probleem. Komt het bloed door de pleister heen, neem dan contact op met het ziekenhuis.

Koorts/misselijkheid

Uw kind kan de eerste avond koorts hebben. Als de temperatuur boven 38.5° Celsius komt, neemt u contact op met het ziekenhuis. Verder kunnen kinderen na een kijkoperatie wat misselijk zijn. Meestal verdwijnt dit vanzelf.

Richtlijnen na de operatie

Eerste dag

  • Als uw kind in dagbehandeling is geholpen, kan het na thuiskomst naar bed. Zorg ervoor dat uw kind voldoende rust krijgt.
  • Trek het kind geen strakke kleding aan. Dit kan vervelend of pijnlijk zijn.
  • U heeft een recept voor pijnstillers meegekregen. Geef deze pijnstillers zoals de arts heeft voorgeschreven. Doe dit ook als het kind (nog) geen pijn heeft.
  • Uw kind mag na de operatie eerst iets drinken. Als dit goed gaat mag hij/zij beginnen met iets lichts verteerbaars te eten. De verpleegkundige laat u weten als de arts anders heeft voorgeschreven.
  • U kunt de voeding langzaam uitbreiden naar het normale eetpatroon van uw kind. Het kan zijn dat uw kind nog weinig trek heeft. Het is vooral belangrijk dat hij/zij slokjes drinkt. Als hij/zij niet voldoende drinkt, wordt er zo nodig vocht via het infuus gegeven.
  • Als uw kind thuis (na dagbehandeling) niet wil drinken, neem dan contact op met het ziekenhuis.
  • Vóór 20.00 uur moet uw kind hebben geplast. Om hierbij te helpen, kunt u kraanwater laten lopen. Als uw kind niet voor 20.00 uur plast, neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Als uw kind een nacht in het ziekenhuis blijft, let de verpleegkundige hier op.
  • Uw kind mag niet onder de douche of in bad. Een wasbeurt met een washand is voldoende. U laat de pleister op de wond zitten.

Tweede dag

  • Uw kind mag thuis gewoon weer alles eten en drinken. Als uw kind nog in het ziekenhuis ligt, bepaalt de arts wat uw kind wel en niet mag eten.
  • U geeft uw kind pijnstillers zoals de arts heeft voorgeschreven. In het ziekenhuis zorgt de verpleegkundige ervoor dat uw kind op tijd de juiste medicijnen krijgt.
  • Uw kind mag nog niet onder de douche of in bad en u laat de pleister op de wond zitten.

Derde en vierde dag

  • Uw kind mag douchen (niet in bad) zonder zeep. Als er grotere wonden zijn dan de gaatjes van de kijkoperatie, overlegt u met de verpleegkundige of arts of uw kind mag douchen.
  • De grote pleister over de wond kunt u na 48 uur verwijderen als deze nat is geworden en loslaat.
  • U laat de steristrips (smalle hechtpleisters op de huid) op de wond zitten.
  • Als uw kind dit wil, mag het naar buiten om rustig te spelen (nog niet fietsen). Let er wel op dat de activiteiten niet te intensief (druk, wild, zwaar) zijn.
  • Vaak is het kind de eerste dagen na de operatie eerder moe en heeft het meer dan anders behoefte aan rust.
  • Bij pijn kunt u een pijnstiller geven. Van de verpleegkundige krijgt u een medicijnkaart mee waarop de tijden staan geschreven wanner u uw kind pijnstilling mag geven.

Vanaf de vijfde dag

  • Er hoeft geen pleister meer op de wond. De steristrips vallen er meestal na een week vanzelf af. Deze hoeft u niet zelf te verwijderen.
  • Na een week kan uw kind naar school. Als het zich goed voelt, mag het ook eerder naar school.
  • Na twee weken mag uw kind sporten. Overleg met de arts vanaf wanneer uw kind mag fietsen en zwemmen.

Vervolgafspraak

Afhankelijk van de aanleiding voor de laparoscopie of van de grootte van de ingreep, heeft u wel of geen controleafspraak gekregen voor de polikliniek. Soms volstaat een belafspraak voor een uitslag. Dit wordt na de laparoscopie met u besproken. Als er problemen zijn, kunt u altijd (eerder) een afspraak maken bij de chirurg of bij de huisarts.

Vragen

Bij vragen/problemen kunt u altijd contact opnemen met het HagaZiekenhuis Den Haag.

Tijdens kantoortijden:

  • op maandag tot en met vrijdag
  • van 09.00 tot 17.00 uur
  • via telefoonnummer (070) – 210 7212

Buiten kantoortijden kunt u ons bereiken via telefoonnummer (070) – 210 2060.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie