Plasklachten en/of ongewenst urineverlies

Plasklachten, ongewenst urineverlies en/of verzakkingen van blaas, baarmoeder of endeldarm worden vaak veroorzaakt door factoren op zowel urologisch als gynaecologisch terrein. Het is daarom noodzakelijk patiënten met klachten op dit gebied op beide gebieden te onderzoeken en te behandelen. Dit biedt de beste garantie voor een zo goed mogelijk resultaat.

Het eerste bezoek

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek komt u bij de gynaecoloog en/of de uroloog. Er zal gevraagd worden naar uw klachten en verschijnselen en er volgt een gynaecologisch en een urologisch onderzoek.

Het gynaecologisch onderzoek

Voorbereiding

Voor dit onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt verricht op een onderzoeksbank, waarbij de benen in beensteunen komen te liggen. De schede wordt beoordeeld op verzakkingen en eventuele andere afwijkingen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een vrouwenspeculum, dat in de schede wordt ingebracht. Dit onderzoek is misschien wat onaangenaam, maar niet pijnlijk. Hierna volgt een toucher van de schede. De gynaecoloog brengt 1 of 2 vingers in de schede in, terwijl de andere hand op de buik wordt gelegd om baarmoeder, eierstokken en bekkenbodemspieren te beoordelen.

Het urologisch onderzoek

Onderzoek van de blaasfunctie

De blaas kan worden onderzocht door een functieonderzoek en een kijkonderzoek in de blaas (cystoscopie). Het functie onderzoek bestaat uit het vullen van de blaas met water via een slangetje (katheter) om de hoeveelheid vast te stellen wanneer u aandrang krijgt, of waarbij u urine verliest (met of zonder hoesten). Zo wordt de totale inhoud van uw blaas vastgesteld en de mogelijkheid van het ophouden van uw plas in beeld gebracht.

Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een cystoscoop, een dunne holle buis gevuld met glasvezels, die aangesloten is op een lichtbron. Via een lens op het uiteinde van de cystoscoop kan de specialist in de plasbuis en de blaas kijken.

Voorbereiding

Voor het onderzoek is het belangrijk dat uw blaas leeg is. U kunt hiervoor zorgen door van tevoren uw blaas goed te legen. Indien u afwijkingen heeft aan de hartkleppen, of indien bij u recent prothesemateriaal is ingebracht, meldt dit dan aan de uroloog of gynaecoloog. Het kan noodzakelijk zijn u voor het onderzoek antibiotica te geven. Het gebruik van anti stollingsmiddelen vormt bij dit onderzoek geen bezwaar.

Het onderzoek

Nadat u het onderlichaam heeft ontkleed, neemt u plaats op een speciaal voor dit onderzoek geschikte tafel; hierbij liggen de benen gespreid in beensteunen. De uitwendige geslachtsdelen worden gedesinfecteerd en er wordt een verdovingsgelei in de plasbuis ingebracht. Hierna wordt u afgedekt met een steriel laken om de instrumenten steriel te houden.

Vervolgens wordt de cystoscoop ingebracht. Op de cystoscoop wordt een lichtbron aangesloten. Door de blaas nu langzaam te vullen met een steriele vloeistof ontplooit de blaas zich en kan de arts de blaas onderzoeken. Tijdens het vullen kan een aandranggevoel tot urineren optreden. Dit gebeurt echter pas op het moment dat de blaas vol is. De blaas zal nooit overvol raken.

Wanneer het onderzoek klaar is, maakt de arts de blaas zo nodig weer leeg en kunt u zich aankleden. Het onderzoek duurt gemiddeld 10 minuten.

Na het onderzoek

Na het onderzoek kunt u enige tijd last hebben van een aandranggevoel dat gepaard gaat met branderigheid. Soms is sporadisch bloedverlies tijdens het urineren mogelijk. Het is dan ook belangrijk dat u na het onderzoek zoveel mogelijk drinkt. Dit vermindert over het algemeen snel de klachten. Mocht u langdurig last houden van branderigheid of ernstig bloedverlies, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met uw specialist of uw huisarts.

Nazorg

De bevindingen van het onderzoek worden direct met u besproken. Na afloop kunt u vrijwel meteen naar huis. Gebruik van eigen auto of openbaar vervoer is geen probleem.

Bijwerkingen

Na het onderzoek kan tijdens het eerste uur en bij sommige patiënten gedurende enkele dagen een branderig gevoel bij het plassen optreden en een versterkte plasdrang. Er kan ook wat bloed in de urine zitten. Dit is niet verontrustend en niet gevaarlijk. Het is belangrijk dat u na het onderzoek veel drinkt. De blaas en urinewegen worden dan schoongespoeld.

Wanneer u na de ingreep langdurig klachten heeft, zoals veel pijn, koorts of aanmerkelijk moeilijker kunnen plassen, neemt u dan contact op met uw behandelend arts.

Tot slot

Deze brochure betreft een algemene voorlichting. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Dit zal altijd door uw behandelend arts aan u kenbaar worden gemaakt.

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de Urologie polikliniek, telefoon (070) 210 6482.

Als u door ziekte of door een andere reden verhinderd bent uw afspraak na te komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met het afsprakenbureau van de Urologie Polikliniek. In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden. Het telefoonnummer is: (070) 210 6482. Neem ook contact op met het BekkenBodemCentrum, telefoon (070) 210 6145.

Vragen

Heeft u nog vragen? Dan kunt u deze hieronder noteren. Aan het begin van het onderzoek kunt u deze stellen aan de specialist.

......................................................................................

......................................................................................

......................................................................................

......................................................................................

......................................................................................

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie