In deze folder vindt u informatie over het uitstrijkje. Dit is een eenvoudig onderzoek om veranderingen in de cellen van de baarmoedermond en baarmoederhals op te sporen. Bij afwijkingen aan de cellen kan met een eenvoudige behandeling worden voorkomen dat later baarmoederhalskanker zou kunnen ontstaan. U leest in deze folder over het waarom en hoe van het uitstrijkje.
Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. De patholoog anatoom onderzoekt het afgenomen weefsel onder een microscoop. De patholoog anatoom is een medisch specialist die weefsels en cellen onderzoekt om een diagnose te stellen.
De baarmoedermond is bekleed met platte ‘plaveiselcellen’, de baarmoederhals met ‘cilindercellen’. De overgangszone is de plek waar deze twee typen cellen samenkomen. Dit is ook het gebied waar het voorstadium van baarmoederhalskanker meestal begint. Van deze overgangszone neemt de arts de cellen af. Of de overgangszone meer naar binnen of naar buiten zit, hangt af van uw leeftijd en uw cyclus. Ook hormonen hebben hier invloed op. Het voorstadium van baarmoederhalskanker is met behulp van een uitstrijkje eenvoudig te ontdekken en te behandelen. De kans op baarmoederhalskanker is zeer klein in zo'n voorstadium. Het uitstrijkje wordt ook nagekeken op een infectie of een ontsteking door bacteriën of virussen.
Een uitstrijkje wordt gemaakt tijdens een inwendig onderzoek. Dit onderzoek kan worden gedaan door de gynaecoloog, de arts-assistent, de huisarts of de assistente van de huisarts. Voor dit onderzoek ligt u op een onderzoeksbed met de benen gespreid in de beensteunen. Er wordt een spreider (eendebekspeculum) in de schede ingebracht. Met een borsteltje of spatel worden de cellen van de baarmoedermond geschraapt. De cellen die dan los komen, worden op een glasplaatje uitgestreken of in een potje met vloeistof gedaan.
Het onderzoek is niet pijnlijk. Soms bloedt de baarmoedermond een beetje en kunt u korte tijd na het onderzoek wat bloederige afscheiding hebben.
Alle vrouwen tussen de 30 en 60 jaar krijgen via het bevolkingsonderzoek eenmaal in de 5 jaar een oproep om bij de huisarts een uitstrijkje te laten maken. Als u klachten heeft over onregelmatige menstruaties, bloederige afscheiding, bloedverlies een jaar na de laatste menstruatie, of bloedverlies tijdens of na seksueel contact zal de arts voorstellen om vaker een uitstrijkje maken.
Soms geeft een uitstrijkje geen duidelijk beeld. Als u bijvoorbeeld menstrueert, kunt u het uitstrijkje beter na het stoppen van de menstruatie laten maken. Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, dan wordt soms geadviseerd af te wachten tot een half jaar na de bevalling of na het stoppen met de borstvoeding.
Er zijn 2 indelingen die vaak gebruikt worden om de uitslag van het uitstrijkje uit te drukken.
Voor beide indelingen geldt: hoe hoger het cijfer, hoe meer afwijkend het uitstrijkje is.
Een normale uitslag betekent dat alle cellen goed zichtbaar zijn in het uitstrijkje en er normaal uitzien. Een normale uitslag is P1 of PAP 1.
Soms is de uitslag van het uitstrijkje niet goed te beoordelen. Dat kan zijn omdat er teveel bloed bij de cellen zit, of er zijn te weinig cellen weggenomen. Het kan ook zijn dat de cilindercellen ontbreken, bijvoorbeeld omdat ze dieper in de baarmoederhals zitten en niet altijd met het uitstrijkje kunnen worden afgenomen. Meestal wordt bij de uitslag beschreven hoe het komt dat het uitstrijkje niet goed te beoordelen was. Soms wordt zo'n uitslag een PAP 0 genoemd.
Een afwijkende uitslag betekent zeker niet altijd dat er iets ernstigs aan de hand is. Sommige afwijkingen kunnen vanzelf verdwijnen. Bij een uitslag PAP 2 of P2 tot en met P4 krijgt u daarom het advies na 6 maanden of een jaar een nieuw uitstrijkje te laten maken.
Soms is verder onderzoek door de gynaecoloog nodig, zoals bij een PAP 3 of als de uitslag bij 2 onderzoeken achter elkaar een PAP 2 is. Ook dit hoeft nog niet te betekenen dat er iets ernstigs aan de hand is.
Een kleine groep vrouwen die een uitstrijkje laat maken, krijgt een afwijkende uitslag. Bij veel van deze vrouwen blijkt tijdens vervolgonderzoek dat er niks ernstigs aan de hand is. Als er een voorstadium van baarmoederhalskanker aanwezig is, dan is dit goed en eenvoudig te behandelen.
Vrouwen die hrHPV positief zijn zonder celafwijkingen (Pap 1) krijgen een nieuw uitstrijkje na zes maanden. Zo wordt er gecontroleerd of de cellen in de tussentijd afwijkingen zijn gaan vertonen.
Vrouwen die hrHPV positief zijn met celafwijkingen (Pap 2 t/m 5) krijgen vervolgonderzoek door de gynaecoloog. De gynaecoloog kijkt met een microscoop naar de baarmoedermond. Dat heet een colposcopie.
Hoe het komt dat de cellen in de baarmoedermond afwijkingen krijgen, is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat afwijkingen in de cellen iets te maken hebben met een infectie door het Humaan PapillomaVirus (HPV). Van dit virus bestaan verschillende soorten. Sommige soorten veroorzaken wratten, andere soorten komen vaker voor bij afwijkende uitstrijkjes. Het virus wordt door geslachtsgemeenschap verspreid. Verreweg de meeste vrouwen die seksueel contact hebben (80 tot 90 procent) worden geïnfecteerd met HPV.
Deze infectie geeft geen klachten en geneest bij veel vrouwen vanzelf. Enkele vrouwen houden het virus bij zich en worden dus drager. Sommige soorten van dit virus geven een verhoogd risico op het ontstaan van baarmoederkanker. Tegenwoordig bestaat er een Rijksvaccinatieprogramma waarbij meisjes in hun 12 e jaar in aanmerking komen voor een vaccinatie voor het high-risk HPV.
Als u vragen heeft, kunt u deze stellen aan de arts of verpleegkundige, of contact opnemen met de Gynaecologie Polikliniek.
Gynaecologie Polikliniek, bereikbaar:
Verloskamers, bereikbaar:
Bron: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie Gynaecologie (NVOG)
Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.
De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.
This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.
Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.
Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.
إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.