Radiotherapie van de blaas

In deze folder vindt u informatie over bestraling (radiotherapie) van uw blaas. De behandeling wordt voorafgegaan door een voorlichtingsgesprek en 2 CT-scans. Ook leest u welke instructie u ter voorbereiding op de CT-scan en elke bestraling moet opvolgen. Algemene informatie over de CT-scan en de bestraling kunt u vinden in de folder ‘Afdeling Radiotherapie’.

Deze instructie moet gevolgd worden voorafgaand aan de CT-scan en elke bestraling:

• 1 uur vóór de CT-scan/behandeling plast u uit en drinkt u 2 grote glazen water (± ½ liter).
• Na de eerste CT-scan of behandeling mag u naar het toilet.

Voorafgaand aan de CT-scan moet u bovenstaande blaasinstructie opvolgen. De CT-scan volgt op het voorlichtingsgesprek. De MBB’er (Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige) loopt met u mee naar de afdeling Radiotherapie, waar u plaats kunt nemen in de wachtruimte. U wordt daar opgehaald door de MBB’ers. In de CT-ruimte helpen zij u om in de juiste houding op de behandeltafel te gaan liggen. De eerste CT-scan wordt gemaakt. Na de eerste CT-scan mag u naar het toilet. Daarna volgt de tweede CT-scan. Aan het eind leggen de MBB’ers uw houding vast door het aanbrengen van 2 tatoeëerpunten. Deze tatoeëerpunten zijn belangrijk om u tijdens de bestralingen steeds goed te kunnen positioneren op de bestralingstafel.

De MBB’ers maken aan de hand van de CT-scan een bestralingsplan, in samenwerking met de bestralingsarts.

Bij elke behandeling moet u bovenstaande blaasinstructie opvolgen, tenzij anders aangegeven wordt. De behandeling vindt plaats op de afdeling Radiotherapie. U wordt opgehaald uit de wachtruimte en begeleid naar de bestralingsruimte. Daar krijgt u, als u voor de eerste keer komt, nog een korte uitleg over de behandeling. De MBB’ers leggen u in de juiste houding, stellen het bestralingstoestel in en brengen de tafel in positie. Daarna verlaten beide MBB’ers de ruimte. De behandeling doet geen pijn.

Bij elke behandeling wordt eerst een scan gemaakt om de positie te controleren. Vervolgens starten we de bestraling. Het is belangrijk dat u stil en rustig blijft liggen tot de MBB’ers u laten weten dat u weer mag bewegen.

Het is niet te voorspellen hoeveel last u kunt krijgen van de bijwerkingen. Sommige mensen hebben er veel last van, anderen merken weinig tot niets. De volgende bijwerkingen kunnen optreden.

Vermoeidheid

Dit kan optreden in de loop van de behandeling. Zolang u er geen last van heeft, kunt u normaal actief zijn. Wanneer u vermoeidheidsklachten krijgt, probeer dan uw activiteiten hierop aan te passen en voldoende rust te nemen.

Plasklachten

Bij bestraling van de blaas kan het zijn, dat u in de loop van de serie bestralingen vaker moet plassen.

Ook kan het plassen een branderig gevoel geven en u kunt blaaskrampen ervaren. Daarnaast is het mogelijk dat u tijdelijk bloed in uw urine aantreft. Als u hier veel last van heeft, meldt u dit dan bij de MBB'ers . Zij overleggen zo nodig met de bestralingsarts.

Irritatie van de darm

Door de bestraling is het mogelijk dat de darm geïrriteerd raakt. U kunt last krijgen van diarree, obstipatie, loze aandrang, darmkrampen of wat bloed en slijm bij de ontlasting. Als dit gebeurt, meldt u dit dan bij de MBB’ers, zodat zij eventuele voedingsrichtlijnen kunnen geven.

Seksuele stoornissen

Bij mannen kunnen door de bestraling erectiestoornissen optreden. Tevens kan de hoeveelheid sperma aanzienlijk afnemen, wat soms kan leiden tot een droog orgasme.

Vrouwen kunnen een blijvende droge vagina ervaren. Gemeenschap kan tevens pijnlijk zijn.

Als u nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de polikliniek Radiotherapie, telefoon (070) 210 2659.