Als je blindedarm is verwijderd

Informatie en tips voor na de operatie.

Je bent geopereerd en daarbij hebben de artsen jouw blindedarm (appendix) verwijderd. In deze folder lees je meer over de blindedarm, het wormvormig aanhangsel, een blindedarmontsteking en de behandeling. Ook krijg je tips voor als je weer thuis bent.

Het woord appendix is Latijn en betekent aanhangsel. Het wormvormig aanhangsel van de blindedarm noemen we appendix. Je vindt hem rechtsonder in je buik, op de plek waar de dunne darm je dikke darm wordt. Als die ontsteekt, heb je een appendicitis of blindedarmontsteking.

Als je een ontsteking krijgt in het wormvormig aanhangsel van de blindedarm, heet dat een appendicitis. De meeste mensen zeggen blindedarmontsteking. Zo’n ontsteking ontstaat meestal heel plotseling en kan op iedere leeftijd voorkomen. Een blindedarmontsteking komt het meeste voor bij kinderen tussen de 6 en18 jaar.

Meestal begint de pijn op, rond, of boven je navel en zakt dan af naar de rechteronderbuik. Je kunt hierbij misselijk zijn, braken en ook koorts krijgen.

De enige manier om van de appendicitis af te komen is een operatie. Vaak kan de dokter de blindedarm via een kijkoperatie (laparoscopie) verwijderen. Via kleine sneetjes in je buik wordt de buik dan opgeblazen, zodat er ruimte ontstaat voor een kleine videocamera & chirurgische instrumenten.

Een andere manier om de operatie uit te voeren is via een klein sneetje rechts in je onderbuik. Via dat sneetje kan de dokter de blindedarm weghalen (Je lichaam heeft deze niet nodig.).

Van de operatie voel en merk je niets, want het gebeurt onder verdoving (narcose), waarbij je in een soort slaap wordt gehouden.

Als je je na de operatie goed voelt, weinig pijn hebt en voldoende eet/drinkt én het wormvormig aanhangsel van de blindedarm niet is geknapt, kun je de volgende dag alweer naar huis. Bij sommige kinderen is het wormvormig aanhangsel wel geknapt. Dit heet een geperforeerde blindedarm. In zo’n geval duurt de opname minimaal 3 - 5 dagen. Je krijgt dan antibiotica (medicijnen tegen infectie) via je infuus. Hierover krijg je tijdens de opname meer uitleg.

Na de operatie krijg je een infuus. Die heb je nodig omdat je in het begin nog niet veel drinkt en eet. Via het infuus kun je eventueel ook voedingsstoffen krijgen. Dit gebeurt bij een langere tijd ziek zijn of langere tijd onvoldoende eten.

Als je zelf weer voldoende kunt drinken en je je weer wat beter voelt, mag het infuus weg. Wel blijft dan nog een klein slangetje met een pleister en een dopje daarop in jouw arm of hand zitten voor de medicijnen. Voor je naar huis gaat, halen we die ook weg.

Na de operatie krijg je op vaste tijden medicijnen tegen de pijn. Als de pijn minder wordt, kunnen de medicijnen minder vaak worden gegeven. Soms is het nodig dat je via het infuus ook antibiotica (medicijnen tegen infectie) krijgt. Dit is het geval bij een geperforeerde appendix. Dit gebeurt via het infuusslangetje en daar voel je niets van.

De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken vragen hoe het met je gaat. Zij controleert dan ook jouw temperatuur, kijkt of je hebt geplast en gepoept en vraagt of je pijn hebt. Zij zal ook vragen of je misselijk bent en of je goed drinkt en eventueel eet. Als het nodig is, overlegt zij met de dokter.

De verpleegkundige kijkt iedere dag je wond na. Na 48 uur krijg je een schone pleister, zo nodig eerder. De wond is gehecht met oplosbare hechtingen, deze verdwijnen vanzelf. Na 1 dag mag je al kort douchen, zonder zeep. Na 7 dagen mag je weer in bad.

De dokter spreekt samen met de verpleegkundige af wanneer je weer wat kunt drinken en eten. Dit is namelijk afhankelijk van de bewegingen die je darm maakt. Als er geen bijzonderheden zijn, mag je na de operatie beginnen met wat te drinken. Gaat dit goed, dan mag je iets licht verteerbaars proberen te eten.

Bij een geperforeerde blindedarm duurt het wat langer voordat je weer goed kunt eten en drinken. Dit is normaal, omdat je buik meer tijd nodig heeft om te herstellen.

Ook al merk je dat meestal niet, maar je darmen zijn altijd een beetje in beweging. Dat is nodig om voedsel en drinken door de darmen te “vervoeren”. Tijdens de operatie liggen de darmen een tijdje stil en gaan daarna weer bewegen. Hierdoor kun je de eerste dagen wat dunne ontlasting (diarree) hebben. Dat gaat vanzelf weer over.

Je mag al snel weer uit bed, zodra je je weer wat beter voelt. Het is namelijk belangrijk dat je voldoende beweging krijgt om je weer beter te gaan voelen. De verpleegkundige helpt je hierbij.

Als je goed bent hersteld, mag je naar huis. Je krijgt dan een afspraak om na een week op de polikliniek voor controle te komen.

Je mag na thuiskomst weer onder de douche. Het is dan wel belangrijk na het douchen de wond goed droog deppen. Van het ziekenhuis krijg je zo nodig extra pleisters mee om na het douchen op de wond te plakken.

De eerste dagen thuis mag je paracetamol (zetpillen of tabletten) gebruiken als je nog pijn hebt.

Na de operatie mag je bewegen op geleide van de pijn. De eerste week, dus tot de controle op de polikliniek, mag je nog geen zware activiteiten doen waarbij je veel moet bewegen. Denk hierbij aan sporten, zwemmen en tillen. Als je een kijkoperatie hebt gehad mag dit wel. Maar wees voorzichtig met contactsport en doe het alleen als het gaat (bewegen op geleide van de pijn). Na de operatie mág je naar school, maar het hoeft nog niet. Ook dit is afhankelijk van hoe je je voelt. Tijdens de controleafspraak met de dokter kun je verder overleggen wat je wel of nog niet mag doen.

Neem contact op met het ziekenhuis bij koorts boven de 38.5 graden:

• tijdens kantooruren: (070) 210 7212
• buiten kantooruren: (070) 210 2060

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze gerust aan de dokter of de verpleegkundige die voor je zorgt.