In deze patiënteninformatie leest over de oogoperatie na een van de volgende diagnoses:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde via telefoonnummer (070) 210 2400.
Het netvlies vormt de binnenbekleding van het oog. Het netvlies vangt het beeld van de buitenwereld op en geeft het via de oogzenuw door naar de hersenen. In het centrum van het netvlies ligt de gele vlek (macula). Hiermee nemen we details waar die nodig zijn bij lezen en televisiekijken. De rest van het netvlies zorgt voor het gezichtsveld en geeft een breed, maar minder scherp beeld van de ruimte om u heen. Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een soort heldere gelei. Deze gelei zit tussen de ooglens en het netvlies, en laat de lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies.
Bij het ouder worden verandert geleidelijk de samenstelling van het glasvocht waardoor troebelingen in het glasvocht ontstaan. Deze kunnen we zien als zwevende vlekjes in het gezichtsveld. Meestal vallen de glasvochttroebelingen niet op, maar soms kunnen ze het zicht ernstig hinderen.
Door veroudering kan het glasvocht op een gegeven moment loskomen van het netvlies. Dit is een proces dat plotseling optreedt en waarbij opeens meer zwevende vlekjes en ook lichtflitsen zijn te zien. Hierbij ontstaat soms een scheurtje in het netvlies. Het netvlies kan dan los gaan liggen. Het plotseling zien van veel vlekjes kan ook komen door een bloeding of een ontsteking in het oog.
De meest voorkomende redenen voor een operatie aan het glasvocht en/of netvlies (vitrectomie) zijn:
Aan het begin van de operatie krijgt u 3 of 4 poortjes van 0.5 mm doorsnede geplaatst in het oogwit, net achter de lens. Het glasvocht, eventueel aanwezig bloed, bindweefsel of littekenweefsel wordt zoveel mogelijk verwijderd met instrumenten die via de poortjes het oog in en uit kunnen gaan.
Vaak combineren we de vitrectomie met een staaroperatie. Hierbij vervangen we uw eigen lens door een kunstlens. Een enkele keer zal niet direct een kunstlens geplaatst kunnen worden. Uw arts legt dit dan later aan u uit.
Indien nodig behandelen we het netvlies tijdens de operatie met de laser. Hierdoor kunt u na de operatie enkele maanden een verschil in pupilgrootte hebben. Dit trekt vrijwel altijd langzaam weg.
De arts laat aan het eind van de operatie lucht, gas of olie achter in het oog. Uw arts bespreekt dit voor de operatie met u. Tijdens de operatie kan het zijn dat een andere keuze beter is. Uw arts legt dit dan later aan u uit.
Het is goed te weten dat indien het oog gevuld is met gas of lucht, dat de gas- of luchtbel vanzelf verdwijnt. De gemiddelde duur voor lucht is 5 - 7 dagen. Voor het kortwerkende gas is dit 2 weken. Voor het langwerkende gas 6 - 8 weken.
De operatie kan plaatsvinden onder:
De anesthesioloog kijkt voor de operatie of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Dit noemen we preoperatieve screening. Tijdens dit gesprek komen een aantal onderwerpen aan bod. Dit zijn onder andere de soort verdoving (anesthesie) en pijnstilling. Ook hoort u waar u, de dagen rondom de operatie, op moet letten met eten, drinken en roken.
Daarnaast maakt u afspraken over hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Bespreek het gebruik van bloedverdunners ook altijd met uw behandelend arts. Als u medicijnen gebruikt, neem dan een actueel medicijnoverzicht of medicijnpaspoort mee.
U krijgt een zogenaamde ‘subtenon’ verdoving. Eerst maakt de oogarts met een klein knipje een opening in het oogslijmvlies. Daarna spuit de oogarts rondom het oog de verdovingsvloeistof in met een niet scherpe canule (kunststof buisje).
Het risico op een ernstige bloeding in de oogkas is gering, in tegenstelling tot een verdoving met een scherpe naald.
Kleine problemen, zoals een zwelling of een bloeding tussen het slijmvlies en het oog, komen voor. De zwelling of bloeding is niet ernstig, geeft geen hinder bij het zien en verdwijnt vanzelf.
Voor bloedverdunners die de trombosedienst geeft en controleert, geldt dat de dosering moet worden aangepast zodat de INR (mate van bloedstolling) voldoende verlaagd is voor de operatie. U moet zelf de trombosedienst vragen de dosering aan te passen en eventueel een extra controle in te plannen.
De hoogte van de INR wordt in het ziekenhuis net voor de operatie nogmaals gemeten. De operatie kan bij een te hoge INR niet doorgaan vanwege het risico op bloedingen in of achter het oog. Gemiddeld wordt een INR aangehouden tot maximaal 3,5. Afhankelijk van de operatie kan dit soms afwijken, maar de behandelend arts zal dat dan met u bespreken.
Voor alle bloedverdunners geldt dat u uw bloedverdunners mag blijven slikken.
U krijgt op de polikliniek meestal meteen de datum van de operatie te horen. We bellen u 1 tot 3 werkdagen voor de operatie om u te laten weten hoe laat u aanwezig moet zijn.
Het komt een enkele keer voor dat uw operatie tot een dag vóór de ingreep alsnog wordt afgezegd. Dit gebeurt alleen als zich dezelfde dag iemand heeft gemeld waarvoor een spoedoperatie nodig is.
Als u van tevoren weet dat u niet geopereerd kan worden, bijvoorbeeld omdat u ziek bent geworden, geef dit dan zo spoedig mogelijk door aan het planbureau via nummer (070) 210 2407.
Wanneer uw operatie onder plaatselijke verdoving plaatsvindt, meldt u zich op de afgesproken datum en tijd in het HagaZiekenhuis Den Haag bij het OK-Dagcentrum voor volwassenen op de 1e etage. Wanneer uw operatie onder narcose gaat, meldt u zich bij de receptie in de centrale hal.
Een verpleegkundige druppelt uw oog met verdovende druppels. Ook plaatst hij/zij een klein pilletje onder uw onderooglid, zodat de pupil wijd wordt. U kunt uw kleding en schoenen aanhouden. Ook krijgt u een operatiemuts op. Daarna gaat u in een operatiestoel zitten. De verpleegkundige kantelt deze stoel, zodat u tijdens de operatie op uw rug ligt. Verder krijgt u een ‘knijpertje’ op een vinger om uw hartslag tijdens de ingreep te controleren. Gebruik daarom geen nagellak of kunstnagels. U krijgt uit veiligheidsoverweging een infuusnaaldje (Venflon) in uw hand. Dit is nodig voor het geval dat de anesthesist u, bijvoorbeeld in een noodgeval, medicijnen moet geven. De Venflon wordt na de operatie weer verwijderd.
U mag bijna altijd direct na de operatie naar huis. Na de operatie krijgt u een verband over uw geopereerde oog. De rest van de dag houdt u rust. De ochtend na de operatie verwijdert u zelf het verband.
Het kan zijn dat u van uw oogarts een houdingsadvies krijgt.
Van de verpleging op het dagcentrum krijgt u MOGELIJK een plastablet mee naar huis. Deze neemt u in om 20.00 uur ‘s avonds op de dag van de operatie. Dit medicijn zorgt ervoor dat een mogelijke stijging van de oogdruk tegengegaan wordt. Let op: na het innemen van deze tablet is het mogelijk dat u meerdere keren naar het toilet moet om te plassen.
Indien u een afwijking heeft aan de nieren moet u dat aangeven aan de verpleegkundige of oogarts. In deze situatie kan het zijn dat de arts u afraadt om het tablet Diamox na de operatie in te nemen.
De dag na de operatie bellen we u op om te vragen hoe het met u gaat. Let op: wij bellen met een afgeschermd nummer. Als u een blokkade heeft op anonieme nummers vragen we u om deze uit te zetten, zodat we u kunnen bereiken.
Soms staat in de bijsluiter een andere dosering of tijdsduur. Ook kan het zijn, dat de oogarts een ander medicijn heeft voorgeschreven. Houdt u zich aan de instructies van uw oogarts.
Als u na de operatie pijn heeft kunt u de volgende pijnstillers innemen:
Een netvliesoperatie is ingrijpend voor het oog. Het kan zijn dat u te maken krijgt met de volgende klachten:
Na de operatie kan het oog rood en gezwollen zijn. Ook voelen patiënten vaak een lichte irritatie of een gevoel van een zandkorrel. Dit wordt veroorzaakt door het wondje en de hechtingen die soms tijdens de operatie zijn gebruikt. Indien hechtingen geplaatst zijn, lossen deze na enige tijd vanzelf op. De roodheid en irritatie verdwijnen na verloop van tijd (4-6 weken). Het kan helpen een zonnebril te dragen wanneer u fel licht moeilijk kunt verdragen.
Zolang er lucht of gas in het oog zit, kunt u met het oog weinig zien. Als er olie in het oog zit, is de gezichtsscherpte ook minder. De gas- of luchtbel ziet u als een ‘trillende horizon’. Deze wordt langzaam minder.
Na de operatie kunt u hoofdpijn hebben. Dit trekt meestal vanzelf weer weg. Hoofdpijn in combinatie met misselijkheid en een pijnlijk oog kan wijzen op een te hoge oogdruk. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de oogzenuw met uitval van het gezichtsveld.
Na de operatie kunt u stippeltjes zien. Dit is normaal en verdwijnt na ongeveer 6 weken.
U mag na de operatie niet zelf autorijden. Dit geldt zolang er lucht of gas in het oog aanwezig is. Ook raden we fietsen af, omdat verkeerssituaties met een lucht of gasbel moeilijker in te schatten zijn. Wandelen is geen bezwaar.
Om uw oog te beschermen tegen stoten en wrijven, adviseren wij u gedurende 5 dagen overdag uw (zonne)bril te dragen en ’s nachts het kapje (zonder gaasje eronder). Tape om het kapje vast te plakken aan uw huid, kunt u bij de apotheek of drogist kopen. Wrijf de eerste week niet in het geopereerde oog en druk niet op het oog.
Houd u er rekening mee dat u de eerste week na de operatie waarschijnlijk niet kunt werken. Dit vanwege het houdingsadvies, irritatie bij het oog en/of verminderd gezichtsvermogen of het niet mogen autorijden.
U mag bukken en tillen, maar geen zware voorwerpen of kinderen. Overmatige lichamelijke inspanning raden we zeker gedurende de eerste week af. U kunt zoveel lezen, televisiekijken en computeren als u wilt.
U mag gewoon douchen en uw haren wassen. Er mag water in uw oog komen, bij shampoo in uw oog goed spoelen met lauw water en zachte straal en vooral niet wrijven.
U mag tot 14 dagen na de operatie niet zwemmen of sporten. Pas op met contact- en balsporten.
Indien u gas in het oog heeft, mag u 2 tot 8 weken geen ingreep onder narcose met lachgas ondergaan omdat dit gevaarlijk is.
U krijgt daarom een groen bandje om uw pols waardoor artsen hiervoor gewaarschuwd worden. U mag het groene polsbandje verwijderen als u ziet dat de gasbel uit het oog is verdwenen.
Na de operatie kunt u door de verdoving enige tijd dubbelzien. Dit gaat vanzelf weer over.
Had u een netvliesloslating waarbij ook de macula loslag? Dan kan het beeld na de operatie vervormd zijn. Dit kan gedurende maanden verbeteren. Vorming van littekenweefsel op de macula kan ook oorzaak zijn van een vervormd beeld. In dit geval zal er geen verbetering optreden en kan nog een netvliesoperatie nodig zijn.
Door de operatie verandert de brilsterkte, zeker in het geval van een gecombineerde operatie (vitrectomie en staaroperatie). Bij de laatste controle (meestal 4 - 6 weken na de operatie) wordt een meting uitgevoerd en krijgt u eventueel een briladvies. Het dragen van een contactlens wordt ontraden totdat het oog voldoende is genezen (zeker 1 maand in acht houden).
Hieronder volgt een opsomming van de verwachte resultaten van de meest voorkomende aandoeningen:
Bij de meeste patiënten lukt het om het netvlies weer op zijn plaats te krijgen en te houden. Soms zijn hier wel meerdere operaties of laserbehandelingen voor nodig. Vorming van littekenweefsel is de belangrijkste reden waarom het netvlies niet op zijn plek blijft. Hoe goed de gezichtsscherpte uiteindelijk zal zijn, hangt met name af van de toestand van uw netvlies voor de operatie. Hierover vertelt uw netvlieschirurg u meer.
In bijna alle gevallen lukt het om de hinderlijke glasvochttroebelingen te verwijderen. Toch is het nog mogelijk dat er nog enkele kleine, minder opvallende vlekjes overblijven. Als het glasvocht nog niet is losgekomen of losgemaakt van het netvlies, kunnen er na verloop van tijd weer troebelingen zichtbaar worden op het moment dat het overgebleven glasvocht alsnog loskomt van het netvlies. Zo nodig kunnen deze troebelingen ook weer worden verwijderd.
In ongeveer 98% van de gevallen lukt het om het maculagat te sluiten. Een gesloten maculagat geeft niet altijd een verbetering van het gezichtsvermogen. Bij meer dan 90% treedt wel in enige mate een verbetering van het gezichtsvermogen op. Ook vermindert de beeldvervorming.
Het is niet waarschijnlijk dat na de operatie het gezichtsvermogen volledig herstelt. Er kan nog enige vertekening van het beeld overblijven. Het uiteindelijke resultaat is van tevoren niet goed te voorspellen. Dit hangt onder andere af van de grootte van het maculagat en hoe lang het maculagat al bestaat.
Het herstel van de macula verloopt langzaam. Dit kan enkele maanden tot een jaar duren.
Bij ongeveer 95% van de patiënten lukt het om de maculapucker goed te verwijderen. Bij 80% van de patiënten vermindert de beeldvervorming. De kans op verbetering van het gezichtsvermogen na de operatie is ongeveer 70%. Bij 25-45% van de patiënten treedt geen verbetering op en bij 5-15% kan het gezichtsvermogen na de operatie zelfs verslechteren. Het is niet waarschijnlijk dat na de operatie het gezichtsvermogen volledig herstelt en er kan nog enige vertekening overblijven.
Het uiteindelijke resultaat is van tevoren niet goed te voorspellen. Dit hangt onder andere af van de ernst van de pucker, hoe lang de pucker al bestaat en het gezichtsvermogen voor de operatie. Het herstel van de macula verloopt langzaam. Dit kan enkele maanden tot een jaar in beslag nemen.
Na een vitrectomie adviseren wij u ieder jaar uw oogdruk te laten controleren bij een optometrist of opticien bij u in de buurt. Als de oogdruk hoger is dan 22 mmHg neemt u dan contact met ons op.
Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.
De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.
This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.
Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.
Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.
إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.