Micra pacemaker inbrengen

In overleg met uw cardioloog krijgt u een Micra pacemaker. In deze folder vindt u uitleg over de gang van zaken rond uw opname en de ingreep zelf. In de folder ‘Pacemaker’ van de Hartstichting - die u ook meekrijgt - vindt u uitleg over een pacemaker, ritmestoornissen en waarom een pacemaker nodig kan zijn. De cardioloog vertelt u hoe de Micra pacemaker verschilt ten opzichte van de ‘normale’ pacemaker en bespreekt met u de voor- en nadelen van beide systemen.

U krijgt in overleg met uw cardioloog een pacemaker die het beste bij uw ritmestoornis past. U wordt voor de ingreep 1 nacht opgenomen. Het kan ook zijn dat u al in het ziekenhuis ligt. De pacemaker wordt onder plaatselijke verdoving via een ader in uw hals of in uw lies ingebracht. De ingreep duurt gemiddeld 1 tot 1½ uur.

Voor een goed verloop van de ingreep is het belangrijk dat u de volgende instructies goed opvolgt.

• Afhankelijk van het tijdstip van de ingreep moet u nuchter zijn óf mag u nog een licht ontbijt. Als u diabetes patiënt bent, houd hier dan rekening mee met uw medicijnen of insuline. Overleg bij twijfel met uw eigen diabeteszorg of het ziekenhuis.
• Als u dit met uw cardioloog afgesproken heeft, stopt u enkele dagen voor de ingreep tijdelijk met bloed verdunnende medicijnen.
• Verwijder eventuele nagellak.
• Ga op de dag van de ingreep ’s ochtends onder de douche.
• Gebruik geen bodylotion of crème.
• Trek schone kleren aan.

Een medewerker van de polikliniek Cardiologie belt u om de operatiedatum door te geven. U krijgt dan ook uitleg over de voorbereiding op de ingreep. De medewerker vertelt u onder andere of en met welke bloed verdunnende medicijnen u tijdelijk moet stoppen. U kunt de instructies nog eens rustig nalezen in de opnamebrief die u daarna thuisgestuurd krijgt.

Als u al in het ziekenhuis opgenomen bent, krijgt u uitleg van de verpleegkundige.

Koorts

Heeft u de dagen voor uw opname of op de dag van uw opname koorts? Geef dit dan meteen door aan de polikliniek Cardiologie, telefoon (070) 210 2305. Als u een ontsteking of infectie heeft, kan de ingreep namelijk niet doorgaan.

Neem geen waardevolle spullen mee

Neem geen waardevolle spullen en/of veel geld mee naar het ziekenhuis. Ook sieraden kunt u beter thuislaten. U moet ze namelijk voor de ingreep afdoen. Het HagaZiekenhuis is ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet aansprakelijk bij vermissing of diefstal van uw spullen.

U meldt zich bij het Opnamebureau, locatie Leyweg van het HagaZiekenhuis. Daarna gaat u naar de verpleegafdeling Cardiologie. Een verpleegkundige ontvangt u daar. Bent u ergens allergisch of overgevoelig voor? Geef dit dan aan de verpleegkundige door.

Voorbereiding op de ingreep

De verpleegkundige bereidt u als volgt voor op de ingreep:

• u krijgt een infuusnaald in een bloedvat in uw arm;
• als dat nodig is, scheert de verpleegkundige uw hals of uw lies, op de plek waar het bloedvat wordt gebruikt;
• om infecties te voorkomen, krijgt u een ½ uur voor de ingreep via het infuus antibiotica;
• u krijgt een operatiejasje aan. Verder mag u uw schone sokken, ondergoed en een pyjama- of sportbroek aanhouden;
• u gaat vlak voor de ingreep nog naar het toilet.

Een laborant of verpleegkundige neemt bloed af voor bloedonderzoek.

De ingreep

De pacemaker wordt op een speciale behandelkamer (katheterisatiekamer) ingebracht. Om infecties te voorkomen, dragen de zorgverleners operatiekleding en mondkapjes. U krijgt zelf ook een mondkapje en een operatiemuts.

Om uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte te registreren, wordt u aangesloten op een monitor. De verpleegkundige desinfecteert het gebied waar de ader wordt aangeprikt en u krijgt een steriel laken over u heen. Uw gezicht wordt niet bedekt. De cardioloog verdooft de huid in de buurt van de ader. Daarna schuift de cardioloog de katheter met de Micra pacemaker op naar uw rechter hartkamer en plaatst deze met behulp van röntgenstraling op de juiste plek in uw hart. Weerhaakjes aan de pacemaker zorgen ervoor dat de pacemaker op de juiste plek gefixeerd wordt. Tijdens het plaatsen kunt u hartkloppingen voelen. Dit is normaal.

Als de technische metingen een juiste positie van de Micra pacemaker bevestigen, verwijdert de cardioloog de katheter.

De opening in het bloedvat wordt gesloten met een niet oplosbare hechting (Proglide). De insteekopening van de huid wordt gehecht met niet oplosbaar hechtmateriaal. De dag na de ingreep verwijdert de zaalarts of (specialistisch) verpleegkundige deze hechting.

Na de ingreep

Na de ingreep brengt een verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling.

Bij een ingreep via de lies krijgt u gedurende 6 uur een drukverband. U houdt 24 uur bedrust, waarvan de eerste 6 uur half liggend.

Bij een ingreep via de hals hoeft u geen bedrust te houden.

U mag wat eten en drinken.

Voor controle van uw hartslag en om na te gaan of de pacemaker goed werkt, wordt een hartfilmpje gemaakt. Ook controleert een verpleegkundige uw temperatuur, pols en bloeddruk. Heeft u pijn? Geef dit dan meteen door aan de verpleegkundige. U krijgt hier pijnstillers voor. Goede pijnbestrijding is belangrijk voor een vlot herstel.

Uw hartritme wordt voortdurend geregistreerd (telemetrie). U krijgt hiervoor elektrodeplakkers op uw borst die verbonden zijn met een kastje dat u bij u draagt.

Bij een ingreep via de hals is het mogelijk dat u dezelfde dag al naar huis mag. Dit is afhankelijk van het tijdstip en het verloop van de ingreep.

De dag na de ingreep wordt er op het Radiologisch Centrum een röntgenfoto van uw hart en longen gemaakt. Verder komt de pacemaker technicus bij u langs.

De technicus:

• meet de pacemaker door;
• controleert en verzorgt de insteekopening;
• geeft u uitleg en instructies en beantwoordt uw vragen;
• geeft u de pacemaker identificatiekaart en
• geeft u een controleafspraak over 1 à 2 weken bij de Pacemaker polikliniek.

Als u op de dag van de behandeling naar huis mag, wordt er vóór uw ontslag nog een röntgenfoto van uw hart en longen gemaakt.

Afhankelijk van uw behandeling en de uitslagen van de onderzoeken, mag u in overleg met de cardioloog, zaalarts of verpleegkundig specialist naar huis. De zaalarts verwijdert de hechting van de insteekopening voordat u naar huis gaat.

De verpleegkundige neemt belangrijke leefregels voor thuis met u door. En u krijgt de volgende papieren mee:

• controleafspraak bij de pacemaker technicus: na 7 tot 10 dagen;
• controleafspraak bij de cardioloog: na ongeveer 6 weken;
• recept(en) voor medicijnen;
• pacemaker identificatiekaart;
• indien nodig een gebruiksaanwijzing voor bloed verdunnende medicijnen.

Het kan zijn dat de cardioloog bij uw ontslag bloed verdunnende medicijnen voorschrijft. Afhankelijk van het soort en type bloedverdunner neemt de trombosedienst dit over, inclusief de controle van uw antistollingsbloedwaarden. De afdeling Cardiologie neemt hiervoor contact op met de trombosedienst.

Uw behandelend arts informeert uw huisarts dat u een Micra pacemaker gekregen heeft.

De kans is erg klein, maar tijdens en na het plaatsen van een Micra pacemaker kunnen complicaties optreden, zoals:

• bloeduitstorting of zwelling bij de insteekopening;
• longembolie of luchtembolie;
• doorprikken van de hartwand met de flexibele weerhaakjes (perforatie): de cardioloog behandelt dit meteen;
• na de ingreep kan er een weerhaakje onvoldoende contact maken met de hartwand, waardoor de fixatie niet optimaal is. Dit kan de levensduur van de batterij beperken;
• ontsteking (infectie) van de insteekopening van de huid;
• littekenvorming op het contactpunt van de Micra pacemaker met de hartwand. Dit kan de levensduur van de batterij beperken.

Bij een van de onderstaande klachten neemt u tijdens kantooruren contact op met de pacemakerpolikliniek, telefoonnummer (070) 210 2305:

- bij bloedverlies uit de insteekwond;

- bij meer dan 38,5 graden koorts.

Buiten kantooruren, ’s nachts en in het weekend kunt u contact opnemen met uw huisarts of de Spoedeisende Hulp van het HagaZiekenhuis via telefoonnummer (070) 210 2060.

U komt na 7 tot 10 dagen voor controle bij de pacemaker technicus. Uw pacemaker wordt dan doorgemeten en de insteekopening wordt gecontroleerd. Na ongeveer 6 weken komt u voor controle bij uw cardioloog.

Het kan zijn dat u een bloeduitstorting krijgt rond de insteekopening. Deze trekt na ruim een week vanzelf weg. Voor een goed herstel is het belangrijk dat u de volgende instructies goed opvolgt:

• u mag 24 uur na de ingreep weer douchen;
• ga nog niet in bad of zwemmen zolang de insteekopening niet dicht is;
• bij pijn aan de wond mag u verdeeld over de dag maximaal 8 tabletten van 500 mg paracetamol innemen;
• als de ingreep via uw lies is gebeurd, doet u tot de eerste controle voorzichtig met uw lies;
• u mag de eerste 6 weken niet sporten: contactsporten zoals judo en boksen kunt u beter helemaal niet (meer) doen;
• u mag de eerste 6 weken geen zwaar (huishoudelijk) werk doen;
• na de eerste controle mag u in principe weer fietsen en autorijden.

Wanneer mag u weer aan het werk?

Als dit voor u van toepassing is, mag u bij goed herstel na ongeveer een week weer aan het werk. Doet u zwaar lichamelijk werk? Overleg dan eerst met uw cardioloog.

Vertel hulp- en zorgverleners dat u een pacemaker draagt

• Krijgt u een medisch onderzoek, behandeling of een operatie? Geef dan altijd door dat u een pacemaker draagt. Laat ook uw pacemaker-identiteitskaart zien. Het kan zijn dat de instelling van uw pacemaker dan aangepast moet worden.
• U mag met een Micra pacemaker in principe in een MRI-scanner. Als een MRI scan nodig is, legt de MRI afdeling contact met de pacemaker technicus of de MRI scan is toegestaan en welke maatregelen er eventueel getroffen moeten worden. Een CT-scan en het maken van röntgenfoto’s zijn sowieso geen probleem.
• Krijgt u fysiotherapie of een bepaalde vorm van pijnbestrijding (TENS)? Geef dan ook altijd door dat u een pacemaker draagt. Bij gebruik van bepaalde apparaten moet uw therapeut voorzichtig zijn.

Als een arts radiotherapie (bestraling) bij u wil toepassen, meld dan dat u drager van een pacemaker bent. Afhankelijk van de hoeveelheid en de plaats kan bestraling schadelijk zijn voor de pacemaker. Het is belangrijk dat uw pacemaker dan extra gecontroleerd wordt.

Voel ik het als de pacemaker werkt?

Nee, u voelt er niets van. Alleen uw hart is gevoelig voor de lage energiestroom van de pacemaker.

Blijft de pacemaker ook goed werken als de batterij bijna leeg is?

Ja, de pacemaker technicus kan precies zien hoeveel energie de batterij nog kan leveren. Ook als de pacemaker ouder wordt, blijft deze maximaal functioneren. De pacemaker technicus meldt u op een gegeven moment dat uw pacemaker verwisseld moet worden. Pacemakers gaan vaak 7 tot 10 jaar mee.

Mag ik op een luchthaven door de veiligheidspoortjes en in winkels door de antidiefstalpoortjes?

Ja, uw pacemaker raakt dan niet ontregeld. Het is wel belangrijk dat u aan douane- en veiligheidsmedewerkers doorgeeft dat u een pacemaker draagt. Volg de instructies van deze medewerkers op.

Heb ik door mijn pacemaker seksuele beperkingen?

Na twee weken is de insteekopening voldoende genezen en heeft u geen seksuele beperkingen meer. De inspanning bij vrijen is vergelijkbaar met het lopen van 2 trappen. Kunt u dit zonder problemen? Dan is ook seksueel contact geen enkel bezwaar.

Moet ik mijn pacemaker-identiteitskaart altijd bij me dragen?

Ja, neem uw kaart altijd mee.

Hoe reageren het hart en de pacemaker bij overlijden?

De pacemaker heeft bij overlijden geen effect meer op het hart.

Soms duurt het wel een halfjaar voordat iemand helemaal aan een pacemaker gewend is. Meer informatie over leven met een pacemaker en waar u rekening mee moet houden, vindt u in de folder ‘Pacemaker’ van de Hartstichting.

Voor al uw vragen over (het inbrengen van) uw pacemaker kunt u contact opnemen met de Pacemaker polikliniek van het HagaZiekenhuis, bereikbaar:

• van maandag tot en met vrijdag
• van 09.00 - 17.00 uur
• via telefoonnummer (070) 210 2305
• e-mail pacemakerpoli@hagaziekenhuis.nl

Voor vragen die niet dringend zijn, gebruikt u bij voorkeur het e-mailadres.