Carpaal Tunnel Syndroom - Zenuwbeklemming pols

Laatste wijziging: 09-12-2025 Foldernummer: 2257


In deze folder lees je de algemene informatie over een carpaal tunnelsyndroom en de behandelmogelijkheden hiervan.

Wat is een Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)?

De carpale tunnel zit in je pols. Deze tunnel wordt gevormd door polsbotjes (carpalia) in je pols. Daarover zit een strak bandje (peesplaat). In deze tunnel lopen de middelste handzenuw (nervus medianus) en 9 buigpezen. Bij een CTS zit de middelste handzenuw klem. Zie tekening 1.

De beklemming ontstaat doordat het weefsel rond de buigpezen toeneemt. Hierdoor krijgt de zenuw minder ruimte en krijgt je een doof of prikkelend gevoel. Je kunt ook pijn krijgen in je arm, hand en vingers.

Wat is de oorzaak?

De oorzaak is meestal onbekend. Hormonen kunnen een rol spelen, zoals de overgang of een zwangerschap. Het kan ook komen als er teveel druk komt op een zenuw, bijvoorbeeld door:

  • een (eerdere) breuk in je hand/pols
  • slijtage (artrose) van je polsgewricht

Een CTS komt ook voor bij mensen met:

  • schildklieraandoeningen
  • reumatoïde artritis
  • suikerziekte (diabetes)

Een combinatie van oorzaken is ook mogelijk.

Wat zijn de klachten?

Klachten zijn vaak:

  • pijn en/of gevoeloosheid in de duim, wijsvinger en (gedeelte) van de ringvinger
  • een tintelend gevoel, mn in de nacht
  • krachtsverlies

Een combinatie van deze klachten komt ook voor.

Soms straalt de pijn uit richting de schouder. De tintelingen kunnen ook optreden als de hand lang in dezelfde stand staat bijvoorbeeld bij het vasthouden van een telefoon, fietsen en autorijden. Soms merken patiënten dat ze minder grip hebben en regelmatig iets uit de hand laten vallen. In ernstige gevallen kan het gevoel in de vingers verdwijnen. Ook de spieren in de duimmuis kunnen steeds zwakker worden.

Hoe weet je arts wat u hebt

Door deze genoemde klachten wordt al snel aan een carpaal tunnel syndroom gedacht. Verder wordt meestal gevraagd naar:

  • je medische geschiedenis
  • hoe je je handen gebruikt
  • of je in het verleden iets aan je hand en/of pols hebt gehad

Een zenuwgeleiding onderzoek (ElektroMyoGrafie: EMG) en/of een zenuwecho kan worden aangevraagd, soms in combinatie met een röntgenonderzoek.

Hoe kunnen wij je helpen?

Het hangt van de oorzaak af voor wat voor behandeling je krijgt. Dit kunnen 1 of meer mogelijkheden zijn. De arts bespreekt deze mogelijkheden met je.

Aanpassen activiteiten

Het kan zijn dat je sommige activiteiten moet aanpassen. Door de hand minder te belasten, kunnen de klachten afnemen.

Nachtspalk

Door het dragen van een spalk tijdens de nacht blijft je pols recht. Hierdoor krijgt de zenuw iets meer ruimte. Hierdoor worden de tintelingen in de nacht vaak minder. 

Injectie

In sommige gevallen kan een injectie helpen. De arts spuit dan een ontstekingsremmer (corticosteroïden) en een verdovend middel in hand. De verdikking rond de zenuw neemt dan af, daardoor kunnen de klachten minder worden. Soms werkt de injectie tijdelijk. 

Na de injectie kunnen je vingers/duim een korte tijd gevoelloos zijn. De pijnklachten kunnen 1 à 2 dagen erger zijn. Je kunt binnen 2 weken na de prik effect verwachten.

Operatie

Een operatie is nodig als:

  • de maatregelen die hierboven staan niet helpen
  • je klachten heel ernstig zijn

De operatie is op de Zelfstandige Behandel Kamers (ZBK) en duurt ongeveer 15 minuten. De operatie is in principe altijd poliklinisch. Je krijgt een plaatselijke verdoving. Tijdens de operatie krijg je een strakke band om je bovenarm. Hierdoor stroomt tijdelijk geen bloed naar je hand. Dit noemen we bloedleegte. Tijdens de operatie wordt de strakke peesplaat die over de zenuw loopt doorgenomen, waardoor de zenuw weer voldoende ruimte krijgt. Als laatste wordt de huid gesloten met hechtingen. 

Na de operatie

Je krijgt na de operatie een drukverband om de hand. Houd je hand dezelfde dag goed omhoog of leg hem op een kussen. Na een paar uur is de verdoving uitgewerkt. Je kunt wat pijn krijgen, advies is om direct bij thuiskomst paracetamol te gebruiken. Je mag maximaall 4 keer per dag 2 x 500 mg paracetamol innemen. 

Direct na de operatie is het goed om je vingers te bewegen. Maak regelmatig een lichte vuist. Het drukverband mag je zelf na 2 dagen er afhalen. De hand kunt je na de operatie langzaamaan weer meer gaan gebruiken.

Na ongeveer 10 dagen verwijderen wij je hechtingen. Dit gebeurt op de polikliniek. Je krijgt hiervoor een afspraak.

Na de operatie zijn de gevoelloosheid en het tintelend gevoel meestal snel verdwenen. Het litteken kan na weken of maanden nog steken en drukgevoelig zijn. Dit verdwijnt op den duur uit zichzelf. Je knijpkracht in je hand en pols komt langzaam terug. Dit kan wel een paar maanden duren.

Extra informatie

Bloed verdunnende medicijnen

Gebruik je bloed verdunnende medicijnen? Dan kan het zijn dat je hier vóór je operatie even mee moet stoppen. Dit doe je alleen in overleg met je arts. Als dat nodig is, nemen wij contact op met de trombosedienst.

Let op: je kunt niet zelf met de auto, scooter of fiets naar huis rijden. Vraag of iemand je thuisbrengt, ga met het openbaar vervoer of bestel een taxi.

Complicaties

Na elke operatie kunnen problemen optreden zoals een nabloeding of een wondinfectie. Dit komt weinig voor en is goed te behandelen.

Tot slot

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze dan aan een van onze medewerkers.

Krijg je meer pijn? Is de hand rood en dik? Heb je een nabloeding of een ontsteking? Neem dan contact op met de afdeling Plastische Chirurgie/Hand-, Pols- en Elleboogcentrum, bereikbaar:

  • van maandag tot en met vrijdag
  • tussen 8.00 en 16.30 uur
  • via telefoonnummer: (070) 210 7760 

Buiten deze uren neem je in spoedgevallen contact op met de Spoedeisende Hulp van het HagaZiekenhuis via telefoonnummer (070) 210 0000.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie