Verwijderen van de nier en de urineleider (nefro-ureterectomie)

Laatste wijziging: 11-10-2023 Foldernummer: 2498


Een nefro-ureterectomie is een operatie waarbij de nier en de urineleider die loopt van de nier naar de blaas wordt verwijderd. Deze operatie is nodig als u een kwaadaardige tumor in het nierbekken of in de urineleider heeft. Dan is sprake van kanker in het nierbekken of in de urineleider.

In deze patiënteninformatie krijgt u uitleg over de operatie.

Hoe werken de nieren?

Ieder mens heeft twee nieren. Deze boonvormige organen liggen aan weerszijden van de wervelkolom, achter in de buikholte. De nieren worden voor een deel door de onderste ribben beschermd.

Gezonde nieren filteren het bloed. Ze laten de belangrijke stoffen in het bloed zitten en filteren de afvalstoffen eruit. Deze komen uiteindelijk via de urineleiders als urine in de blaas.

Welke verdoving krijgt u?

Tijdens de operatie bent u onder narcose (verdoving). De anesthesist is verantwoordelijk voor de verdoving tijdens de operatie. U krijgt met de anesthesist een afspraak voor het pre-operatieve spreekuur. Tijdens deze afspraak bespreekt de anesthesist onder andere met u:

  • de narcose;
  • de medicijnen die u mogelijk gebruikt. Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesist met u wanneer u moet stoppen met de bloedverdunners;
  • dat u nuchter moet zijn voor de opname, dat wil zeggen dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten of drinken;
  • een mogelijk extra onderzoek.

Hoe verloopt de operatie?

Gecombineerde kijkoperatie en open operatie

Meestal krijgt u een gecombineerde operatie. De nier wordt dan via een kijkoperatie losgemaakt.

De uroloog maakt 4 - 5 kleine sneetjes van één tot twee centimeter in de onderbuik. Via deze sneetjes kan de uroloog een kleine camera en operatie-instrumenten naar binnen brengen en de operatie uitvoeren. Op deze manier kan de nier worden losgemaakt.

De urineleider wordt via een open operatie losgemaakt. Dit is nodig omdat de urineleider helemaal doorloopt tot de blaas. De instrumenten die tijdens een kijkoperatie worden gebruikt, kunnen dit hele gebied niet goed bereiken. De nier en de urineleider worden in zijn geheel via een snee in de onderbuik verwijderd.

Tijdens de operatie wordt uw buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Daarom kunt u na de operatie last hebben van uw schouders. Deze klachten verdwijnen weer binnen een paar dagen.

Hoe verloopt de opname?

Ongeveer een week voor de opname belt het Opnamebureau u. Zij geven u de datum en het tijdstip door en waar u zich moet melden op de dag van de opname.

Dag van opname

Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, bent u hiermee gestopt. Behalve als de anesthesist iets anders met u heeft afgesproken.

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling Heelkunde. De verpleegkundige van de afdeling ontvangt u en neemt met u een vragenlijst (anamnese) door. De verpleegkundige maakt u wegwijs op de verpleegafdeling en bespreekt de gang van zaken rondom de operatie met u.

Voorbereiding op de operatie

Op de voorbereidingskamer wordt u voorbereid op de operatie.

Tijdens de operatie

Tijdens de operatie brengt de uroloog een blaaskatheter in om de urine op te vangen. U krijgt misschien een wonddrain om bloed en vocht uit het operatiegebied af te voeren. Dit hangt af van de vorm van de operatie.

Na de operatie

Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer. De verpleegkundigen controleren uw hartslag en bloeddruk en of u de operatie verder goed hebt doorstaan.

Als u weer terug bent op de verpleegafdeling, zorgen de verpleegkundigen van de afdeling voor u en dragen zo bij aan een goed herstel.

De wonddrain en het infuus worden verwijderd als uw gezondheidstoestand dat toelaat.

Welke problemen kunnen er zijn?

Meestal verloopt een operatie zonder problemen. Toch bestaat er bij elke operatie kans op een nabloeding of een wondinfectie. Bij een nabloeding is het nodig dat u weer opnieuw geopereerd wordt om de bloeding te stoppen.

Ook bestaat er een kleine kans op beschadiging van omliggende organen. Voor een veilige voortgang van de operatie kan de uroloog besluiten om een kijkoperatie om te zetten in een open operatie.

Hoe lang wordt u opgenomen?

Na deze operatie blijf u gemiddeld 4 - 5 dagen in het ziekenhuis.

Hoe gaat het verder na de operatie?

Cystografie en blaasspoeling

Ongeveer 7 tot 10 dagen na de operatie krijgt u een dagopname. Dan wordt er een foto van de blaas (cystografie) gemaakt. Dit is een onderzoek waarbij via contrastvloeistof de urineblaas te zien is op röntgenfoto’s. Zo kan de uroloog zien of de blaas na de operatie goed genezen is. Als dat het geval is, krijgt u eenmalig een blaasspoeling met Mitomycine. U krijgt de blaasspoeling via de katheter die u dan nog heeft. Deze behandeling vindt plaats op de polikliniek Urologie.  

De blaasspoelvloeistof blijft ongeveer een uur in de blaas. De katheter wordt dan afgeklemd. Tijdens deze behandeling verblijft u op de polikliniek Urologie.
Na ongeveer een uur wordt de katheter weer opengezet.

De blaasspoelvloeistof loopt dan uit de blaas in de katheterzak.
Als de blaas leeg is, verwijdert de verpleegkundige de katheter en kunt u weer naar huis. 
In de folder ‘Mitomycine blaasspoeling’ kunt u lezen wat Mitomycine is. U krijgt in deze folder ook informatie over voorzorgsmaatregelen en hygiëne.

Weefselonderzoek

De verwijderde nier en urineleider gaan naar de patholoog voor verder onderzoek. De uitslag hiervan krijgt u tijdens een nacontrole op de polikliniek van uw behandelend uroloog.Als het mogelijk is tijdens de dagopname.

Gevolgen van het helemaal of voor een deel verwijderen van de nier

Als de gehele nier en de urineleider worden verwijderd, heeft dit geen ernstige gevolgen. De gezonde nier heeft genoeg capaciteit om de functie over te nemen. U kunt goed met één nier leven.

Wanneer moet u direct contact opnemen?

In de volgende situaties moet u direct contact opnemen met de polikliniek Urologie, (070) 210 6482:

  • hevige buikpijn;
  • koorts boven de 38.5°C;
  • pijn in de flanken;
  • hevige roodheid of pus uit de wond(jes).

Buiten kantoortijden neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp: (070) 210 2060

Hoe verloopt het herstel?

Verschillende factoren, zoals leeftijd, algehele conditie en het soort operatie spelen een rol bij het herstel.

  • Na een operatie kunnen vooral vermoeidheidsklachten optreden. Afhankelijk van het genezingsproces, functioneert u na verloop van tijd weer zoals u dat gewend bent.
  • U mag alles eten en drinken.
  • U wast of doucht zich zoals u dat gewend bent. De wond heeft bij een normale genezing geen speciale zorg nodig.
  • U mag tot zes weken na de operatie geen zwaar werk of zware arbeid doen. Dat wil zeggen niet te zwaar tillen of intensief sporten.
  • Autorijden mag, maar houdt u rekening met een verminderd concentratievermogen.
  • Dagelijks bewegen draagt bij aan de opbouw van uw conditie.

Hoe gaat u om met kanker?

Sommige patiënten krijgen graag extra ondersteuning van een deskundige vanwege hetgeen hen is overkomen. Om u zo goed mogelijk te informeren, adviseren en begeleiden bij uw ziekte werkt de uroloog samen met de oncologieverpleegkundige urologie.

Zij geeft u en uw naasten informatie over de operatie, de behandelingen en het vervolgtraject. Zij bespreekt ook met u hoe u met de situatie kunt omgaan.

Er bestaat geen kant en klaar antwoord op de vraag hoe te leven met kanker. Iedereen is anders en elke situatie is anders. Iedereen verwerkt het hebben van kanker op zijn of haar eigen manier en in zijn of haar eigen tempo.

Heeft u behoefte aan extra ondersteuning? Dan kunt u contact opnemen met de gespecialiseerd oncologieverpleegkundige urologie op telefoonnummer (070) 210 6482, of via de email; uro-oncologie@hagaziekenhuis.nl

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie