Uw arts wil een longbiopsie bij u laten uitvoeren.

Het doel van het onderzoek is een stukje weefsel te verkrijgen voor nader onderzoek.

Voor dit onderzoek hoeft u niet nuchter te zijn.

Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, moet u daar voorafgaand aan het onderzoek mee stoppen. Dit dient u in overleg met de arts te doen die de biopsie aanvraagt. Mocht u vragen hebben of twijfelen over bepaalde medicatie, neem dan ook contact op met uw arts.

Op de dag van het onderzoek wordt u opgenomen op de afdeling Dagbehandeling. Op de afgesproken tijd voor het onderzoek wordt u naar de CT scan op de afdeling Radiologie gebracht. De biopsie is altijd vooraf besproken tussen de verwijzende arts en de radioloog.

Na het bepalen van de exacte plaats van het te biopteren gebied, maakt de radioloog de keuze of er gebruik wordt gemaakt van een echoapparaat of een CT-scan.

De huid wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) en verdoofd op de plaats waar geprikt moet worden.

Als de biopsie met behulp van een echoapparaat plaatsvindt, zal tijdens de procedure steeds met echobeelden gekeken worden of de richting goed is.

Als de biopsie met de CT scan plaatsvindt, zal de radioloog een geleidenaald enkele centimeters inbrengen en even weglopen om vervolgens enkele CT plaatjes te maken om de richting te controleren. Dit proces herhaalt zich steeds totdat de naald zich op de juiste positie bevindt.

Vervolgens wordt (een stukje) weefsel met een speciale biopsienaald weggenomen. Hierna verwijdert de arts de naald en het wondje wordt afgedekt met een pleister. Het weefsel wordt opgestuurd naar het laboratorium.

Het onderzoek duurt, afhankelijk van de plaats waar gebiopteerd moet worden, tussen de 30 en 60 minuten en kan soms als belastend worden ervaren.

Na afloop van het onderzoek neemt u plaats op bed en u wordt teruggebracht naar de afdeling.

U moet dan twee uur bedrust houden, waarvan één uur platte bedrust, daarna halfzittend.

Uw bloeddruk en pols worden regelmatig gecontroleerd op de afdeling.

U mag wel gewoon eten of drinken.

Gecontroleerd wordt of er geen complicaties zijn ontstaan. Op de afdeling wordt aangegeven wanneer u weer uit bed mag. In principe mag u dezelfde dag weer naar huis.

De meeste mensen hoesten na een longbiopsie wat bloed op. Dit komt doordat er in de long is geprikt en daarbij wat bloed in de long kan komen. Dit verdwijnt bij de meeste mensen vanzelf.

Daarnaast kan het direct, of in de eerste uren na het onderzoek, gebeuren dat er wat lucht lekt via het gaatje dat is ontstaan bij de biopsie. U kunt daarbij last krijgen van een trekkend gevoel op de borst en kortademigheid. Indien u dit ervaart of andere klachten heeft, geeft u dit dan door aan de verpleegkundige op de afdeling. Er kan namelijk een zogenaamde klaplong (pneumothorax) ontstaan zijn. Deze wordt gecontroleerd d.m.v. een foto van de longen enkele uren na de procedure. In veel gevallen is het voldoende om af te wachten tot de long zelf weer ontplooit. In sommige gevallen zal de longarts besluiten om (onder plaatselijke verdoving) een dun slangetje (drain) in te brengen om de long weer tot ontplooiing te zuigen.

Als u een drain krijgt, moet u wat langer in het ziekenhuis blijven, omdat de arts u dan extra wil controleren.

Als u thuis bent, en binnen 48 uur na de biopsie alsnog bloed opgeeft, een trekkend of pijnlijk gevoel op de borst krijgt, kortademigheid ervaart of andere klachten krijgt, dient u contact op te nemen de polikliniek van de specialist die u heeft doorverwezen voor de biopsie (polikliniek Longgeneeskunde: (079) 346 2883, polikliniek Interne Geneeskunde: (079) 346 2880. Buiten werktijd neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp (079) 346 2539.

Uw behandelend arts bespreekt de resultaten van het onderzoek met u. Over het algemeen duurt het vijf werkdagen voordat de uitslag bekend is.

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie. De afdeling Radiologie is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer: (079) 346 25 20 .