Het leren drinken verloopt bij sommige kinderen anders. Bij deze kinderen is het belangrijk momenten te creëren dat ze goed kunnen (leren) drinken. Hiervoor gebruiken wij een lijst met aandachtspunten die worden gecontroleerd, dit is de zogenaamde “Checklist Oral Feeding” Daarom is het belangrijk dat u de folder goed doorleest.

Met behulp van deze checklist kunnen wij uw kind goed observeren vóór aanvang van de voeding aan de hand van observatiepunten. Als alle aandachtspunten met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, is het voor uw kind veilig om te (leren) drinken. Als vóór de start van de voeding niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, kan er niet gestart worden met drinken. Er zijn dan signalen dat het drinken niet veilig kan verlopen.

Als alle voorwaarden aanwezig zijn voor het drinken zijn er verschillende aandachtspunten bij het geven van een voeding.

Aandachtspunten bij het geven van een voeding

• Zorg dat u in een zo rustig mogelijke omgeving zit
• Let er op dat uw kindje niet in het felle licht kijkt
• Geef uw benen steun door uw voeten op een krukje te zetten. Gebruik eventueel een voedingskussen
• Let op dat het hoofdje en de schouders hoger liggen dan de billen
• Blijf gedurende de voeding goed naar uw kind kijken
• Wacht tot uw kind gaat ‘zoeken’ naar de borst of fles, u ziet dan bij uw kind dat hij/zij z’n hoofdje draait naar de richting van de tepel of de speen. We noemen dit ook wel de ‘rootingreflex’. U kunt bij borstvoeding, voor het aanleggen, alvast de borst masseren zodat er een druppel melk op de tepel ligt. Verder kunt u dit stimuleren door met de tepel of speen via de wang, de bovenlip of onderlip duidelijk maar voorzichtig aan te raken
• Zorg er, bij de fles, voor dat de speen goed gevuld blijft met melk, zodat uw kind niet voor niets zuigt
• Tijdens het voeden is het belangrijk om goed op de stress-signalen van uw kind te letten. Als u stresssignalen ziet, helpt u uw kind door pauzes te geven of stopt u met de voeding. Stress-signalen duiden er op dat uw kind de melk niet goed kan verwerken of slikken, dit kan verslikken en stress tot gevolg hebben. Verderop kunt u lezen welke stress-signalen er mogelijk kunnen zijn.
• U kunt het zuigen tijdelijk stoppen door de fles af te buigen; dat wil zeggen dat u de fles naar boven of opzij beweegt, maar vooral niet uit de mond haalt. Het kost een kind veel energie om, als de speen uit de mond gehaald wordt, opnieuw aan te zuigen. Door het ‘afbuigen’ leert uw kind op tijd pauzes te nemen. Doe dit in overleg met de verpleging of logopedisten.
• Laat een voeding maximaal 25-30 minuten duren, dit is inclusief doorlooptijd van de sonde. Mocht uw kind de fles niet kunnen legen wordt de rest van de flesinhoud via de sonde gegeven.

Stress-signalen

• wenkbrauwen optrekken of fronsen
• neusvleugels opvallend spreiden (neusvleugelen)
• met de ogen knipperen
• onrustig worden
• zwaaien met armen
• strekken met armen of benen
• hoofd wegdraaien van de speen
• piepend of klakkend geluid maken
• verandering van ademhalen
• verandering van kleur van de huid (zoals bleek of grauw zien)
• saturatiedaling of het ritme van de hartslag verandert

Voeding in zijligging

Bij kinderen wordt vaak gekozen in zijligging te voeden omdat ze op deze manier meer controle over het drinken kunnen hebben. Vaak hebben zij moeite met het regelen van zuigen, slikken en ademhalen. Kinderen raken vaak buiten adem of verslikken zich in de voeding omdat het te snel achter elkaar zuigt en slikt. Er wordt dan niet op tijd pauze genomen om rustig adem te halen.

In zijligging voeden kan kinderen ondersteunen bij het leren drinken. De melk loopt bij voeden in zijligging niet direct achter in de mond, maar eerst in de wang. Dit zorgt ervoor dat er minder kans op verslikken is tijdens het voeden. Deze houding kan uw kind helpen.

Indien nodig kan in overleg met verpleegkundige en logopedist een andere houding worden geadviseerd.

Flesadvies

Belangrijk is dat er een fles en speen gekozen worden die passend is bij het kind. In eerste instantie wordt er altijd gekeken of de fles die ouders bij zich hebben, geschikt is voor het kind. Mocht dit niet zo zijn dan adviseren de logopedisten u bij uw keuze.

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige of logopedist (079-3462440) op de afdeling.