Uw arts heeft voor u een onderzoek aangevraagd waarbij Botox ® in de speekselklier wordt gespoten om de speekselproductie te remmen. In deze folder leest u wat Botox ® is, hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en waar u rekening mee moet houden.

Botulinetoxine A, het werkzame bestanddeel van Botox ® , remt de speekselproductie.

Bij een Botoxbehandeling wordt Botox ® in de speekselklier gespoten. De speekselklier wordt op deze wijze ‘drooggelegd’. Het effect van Botox ® op de speekselklier is slechts tijdelijk. Om ervoor te zorgen dat de speekselproductie blijvend geremd wordt, moet de Botoxbehandeling minimaal jaarlijks worden herhaald. Meestal wordt ervoor gekozen de beide onderkaakspeekselklieren te behandelen. Deze speekselklieren produceren de hele dag door speeksel. De oorspeekselklier produceert voornamelijk tijdens maaltijden speeksel.

Botoxbehandeling wordt toegepast bij patiënten die kwijlen. Kwijlen is de uiting van ‘overmatige’ speekselvloed en kan aanleiding geven tot problemen. Het is een probleem waar zowel de patiënt als de omgeving onder kunnen lijden. Patiënten die kwijlen, kunnen bijvoorbeeld worden geplaagd door ontstoken mondhoeken, gevoelens van misselijkheid, een nat hoofdkussen bij het ontwaken en het besmeuren van de kleding door lekkage van speeksel. Dit laatste is, naast het hinderlijke spreken met consumptie, in sociaal opzicht vaak storend en belemmert het sociale contact.

De volgende aandoeningen geven een risico op complicaties van het onderzoek:

• Ontsteking van de speekselklier(en)
• Overgevoeligheid voor botulinetoxine A (Botox®)
• Neurologische ziektes die te maken hebben met de motorische neuronen

Er is geen voorbereiding voor dit onderzoek.

• Uw neuroloog of revalidatiearts vraagt het onderzoek aan en verwijst u naar de afdeling Radiologie waar het onderzoek plaatsvindt. De afdeling Radiologie bevindt zich tegenover de hoofdingang op route 8.
• De Botox-behandeling wordt uitgevoerd door de radioloog; deze arts is gespecialiseerd in o.a. echografie. De speekselklieren, meestal de onderkaakspeekselklieren, worden allereerst met behulp van echografie in beeld gebracht. Echografie is een onderzoeksmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven.
• Nadat de speekselklier zichtbaar is wordt door de huid een naald ingebracht tot in de speekselklier. Als de radioloog op de echo ziet dat de punt van de naald zich in de speekselklier bevindt wordt de Botox ® ingespoten. Eventueel vindt een tweede toediening van Botox ® in dezelfde speekselklier plaats. Vervolgens wordt de onderkaakspeekselklier aan de andere zijde op dezelfde wijze behandeld.
• De hele behandeling duurt ongeveer een kwartier.

• Het duurt na toediening van botulinetoxine A (Botox®) 7 -10 dagen voordat de afname van de speekselproduktie duidelijk merkbaar wordt.
• U heeft geen beperkingen na de behandeling.
• Indien u vragen heeft over het effect van de behandeling, kunt u contact opnemen met de specialist die de behandeling heeft aangevraagd.

Ondanks dat het zeer weinig voorkomt, zijn we verplicht u op de hoogte te brengen van de meest voorkomende bijwerkingen van de behandeling:

• Overgevoeligheidsreacties na behandeling met Botox® komen zelden voor. Symptomen van deze reacties zijn anafylactische shock, netelroos en kortademigheid.
• Wanneer u lijdt aan neurologische ziektes, in het bijzonder ziektes die te maken hebben met de motorische neuronen, wordt afgeraden om een behandeling met Botox® te ondergaan.

Effecten van een Botoxbehandeling bij deze mensen kunnen moeilijkheden met slikken en ademhalingsproblemen zijn.

• Er zijn gevallen bekend van mensen met cardiovasculaire aandoeningen die te maken kregen met hartritmestoornissen en myocardinfarcten.
• Doordat er tijdens de productie van Botox® humaan albumine wordt toegevoegd, bestaat er een risico dat er virussen worden doorgegeven door de behandeling met Botox®.

Als u bovenstaande klachten ervaart, neem dan contact op met de specialist die de behandeling heeft aangevraagd (indien niet-spoed binnen kantooruren) of SEH ( 079) 346 25 39 (spoed).

Bel bij levensbedreigende situaties het alarmnummer 112. Denk hierbij aan acute benauwdheid, hartinfarct of bewusteloosheid.

Mocht u iets te melden hebben of na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur via telefoonnummer (079) 346 25 20.