Een inleiding is het kunstmatig op gang brengen van de bevalling.

Door middel van een inwendig onderzoek is geconstateerd dat op dit moment uw baarmoedermond nog niet ‘rijp’ genoeg is voor het inleiden van de bevalling. Een onrijpe (of staande) baarmoedermond voelt lang en stug aan. Een rijpe baarmoedermond is naar voren gekanteld, een beetje open en zacht.

• De gynaecoloog/klinisch verloskundige zal samen met u en uw partner een datum afspreken. Op die dag wordt u met uw partner om 14.00 uur verwacht op de afdeling Verloskunde op de eerste etage (tenzij anders met u is afgesproken).
• Eén van de manieren om een inleiding voor te bereiden is het inbrengen van een ballonkatheter door de baarmoedermond. Door de inwendige druk van de ballonkatheter wordt er wat ontsluiting gemaakt. Deze druk zorgt er ook voor dat het lichaam hormonen (prostaglandine) aanmaakt die de baarmoeder rijpen,
• Deze katheter wordt ingebracht door de gynaecoloog of de klinisch verloskundige in het ziekenhuis.
• Het uiteindelijke doel van de ballon is om de baarmoedermond ‘rijp’ te maken en om voldoende ontsluiting te creëren zodat de vliezen gebroken kunnen worden.

De verpleegkundige zal u en uw partner ontvangen en naar uw kamer brengen. De verpleegkundige zal u vervolgens aan een CTG (cardiotocogram) apparaat aansluiten. Deze registreert de harttonen van de baby en het drukverschil in uw buik (weeën, harde buiken). Dit gebeurt door twee banden om uw buik met een sensor voor de harttonen en een drukmeter.

Het bed is voorzien van beensteunen, waar de benen in gelegd kunnen worden.

Eerst zal de gynaecoloog/klinisch verloskundige door middel van een inwendig onderzoek de rijpheid van de baarmoedermond bepalen en voelen of u al ontsluiting heeft. Daarna brengt de gynaecoloog/klinisch verloskundige een speculum (eendebek/spreider) in. De katheter wordt ingebracht en de ballon van de katheter wordt met water gevuld en blijft dan zitten. Op het uiteinde van de katheter wordt een klemmetje geplaatst zodat er geen vocht uit kan lopen.

Na het plaatsen van de ballonkatheter zal het CTG nog een half uur aangesloten blijven.

Afhankelijk van de reden van de inleiding blijft u die nacht op de afdeling slapen of gaat u naar huis en komt u de volgende dag op de afdeling Verloskunde voor opname.

De baby merkt in principe niets van de ballonkatheter. Deze zit namelijk aan de buitenkant van de vliezen. U moet de baby dan ook voelen bewegen zoals u gewend bent.

U kunt wat menstruatieachtige buikpijn of rugpijn ervaren. Ook kunt u wat meer harde buiken hebben. Wat bloed- of slijmverlies is normaal. Indien u de balloncatheter verliest, mag u deze weggooien.

Baden, zwemmen, inwendig spoelen of seksuele gemeenschap raden wij af in verband met een risico op een infectie.

Neem (ongeacht het tijdstip) telefonisch contact op met de afdeling Verloskunde via het centrale nummer 079- 3462626 indien een van de volgende punten optreedt:

• Breken van de vliezen
• Weeënactiviteit die toeneemt in kracht en frequentie (om de 5 minuten en minimaal 1 minuut aanhoudend een uur lang)
• Bloedverlies (meer dan een lichte menstruatie)
• Minder leven voelen
• Als u zelf ongerust bent

Op de afdeling wordt dan een CTG gemaakt en u wordt beoordeeld door de gynaecoloog/klinisch verloskundige. Daarna wordt het verdere beleid met u besproken. Als u alleen de ballonkatheter heeft verloren, hoeft u niet meteen te bellen maar kunt u dit melden wanneer u weer op de afdeling bent.

De volgende dag wordt u weer verwacht op de afdeling Verloskunde. Er wordt opnieuw een CTG gemaakt. Door middel van een inwendig onderzoek zal de gynaecoloog/klinisch verloskundige voelen of u al ontsluiting heeft en wordt het verdere beleid met u besproken. Het is soms onvoorspelbaar hoe druk het op de verloskamers is. Om te voorkomen dat u lang moeten wachten in het ziekenhuis voordat de inleiding gestart wordt, vragen wij u daarom om in de ochtend van de opname rond 7:00 uur contact op te nemen. Het kan zijn dat de verpleegkundige dan een later tijdstip van opname aan u doorgeeft. U kunt bellen naar telefoonnummer 079-3462626. 

Afhankelijk van uw medische voorgeschiedenis en de rijpheid van uw baarmoeder:

• Wordt er een nieuwe ballonkatheter ingebracht.
• Zal er gestart worden met tabletten misoprostol die vaginaal worden ingebracht. Deze tabletten worden in sommige gevallen in combinatie met de ballonkatheter gebruikt en maximaal 3 keer per dag ingebracht. U kunt er ook voor kiezen om de tabletten misoprostol elke twee uur oraal in te nemen. Dit is maximaal 6 maal daags.
• Worden de vliezen gebroken en wordt de bevalling verder ingeleid door middel van een infuus met oxytocine waardoor de weeën op gang komen.

Indien er voor u nog onduidelijkheden of vragen zijn, stel deze gerust aan een van de verpleegkundigen, klinisch verloskundigen of gynaecoloog. Wij willen u graag attenderen op de voorlichtingsvideo: https://www.degynaecoloog.nl/informatiefilms/bevalling