Jodiumhoudende contrastmiddelen

Laatste wijziging: 09-05-2025 Foldernummer: 5280


Uw arts heeft voor u een onderzoek aangevraagd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een jodiumhoudend contrastmiddel. Dit is nodig om bepaalde organen, bloedvaten en/of gewrichten goed te kunnen afbeelden. Een jodiumhoudend contrastmiddel wordt bij een CT-scan gewoonlijk via een infuusnaaldje in een ader van de arm aan de bloedbaan toegediend. Bij angiografie zal dit via een catheter in de slagader toegediend worden. Het kan ook in een gewricht, orgaan, klier, holte of blaas worden ingebracht.

In deze folder spreken we veelal over CT-scan. Indien u voor een angiografie onderzoek komt, kunt u angiografie lezen waar CT scan staat.

CT-scan

Het gebruik van contrastmiddel is niet bij alle CT-scans noodzakelijk, maar wordt per patiënt bekeken en beoordeeld door de radioloog. Echter, bij CT-scans van de hals, longen, buik, nieren/blaas en bloedvaten is dit nagenoeg altijd het geval.

Zie verder de uitgebreide informatie over CT-scans

Overgevoeligheid of allergie

Wij maken gebruik van het meest veilige non-ionische contrastmiddel. In zeer zeldzame gevallen is het mogelijk dat er allergische reacties optreden. Dit kan leiden tot verhoogde niesprikkel of huiduitslag. Deze reacties nemen in de regel vrij snel weer af. In extreem zeldzame gevallen kunnen zware allergische reacties optreden, zoals stoornissen in de bloedsomloop, lever, nieren en/of zenuwen.

In alle onderzoekskamers waar het contrastmiddel wordt gebruikt zijn alle middelen aanwezig om deze reacties meteen met passende maatregelen tegen te gaan. Al het personeel is bekwaam in het herkennen en behandelen van een eventuele reactie.

Let op:

Als u in het verleden een allergische reactie op een contrastmiddel hebt gehad, moet u dit minstens 48 uur voor het onderzoek melden bij de afdeling Radiologie.

Effect op de nieren

Bij een kleine categorie mensen kan het toedienen van contrastmiddel (tijdelijke) schade veroorzaken aan de nieren. Dit kan met een aanvullende voorbereiding van de CT-scan worden voorkomen. Indien u tot deze categorie mensen(kan) behoren, krijgt u een afspraak voor de Contrastpolikliniek. Hier wordt bepaald welke aanvullende voorbereiding u krijgt. Voor de Contrastpoli hebben wij een aparte folder met informatie beschikbaar. Indien u geen verwijzing naar de Contrastpolikliniek heeft gekregen, kunt u volstaan met onderstaande voorbereiding.

Voorbereiding onderzoek

Nuchter

Bij alle onderzoeken, behalve bij een angiografie onderzoek, waarbij contrastmiddel aan de bloedbaan wordt toegediend, moet u nuchter zijn. Dit houdt in dat u minstens twee uur voor het onderzoek niets mag eten, drinken of roken.

Bij een angiografie onderzoek mag u een licht ontbijt of lichte maaltijd gebruiken. Dit heeft geen invloed op het gebruik van he contrastmiddel, omdat er maar kleine hoeveelheden contrastmiddel per keer worden ingespoten.

Bij onderzoeken waarbij contrastmiddel in een gewricht, darmen, klier, holte of in de blaas wordt toegediend (o.a. arthrogram, cystogram, HSG, pyelografie) hoeft u niet nuchter te zijn.

Medicijnen

U kunt uw medicijnen gebruiken zoals u gewend bent. Mocht er tussen het maken van de afspraak voor het onderzoek en het onderzoek iets veranderd zijn in uw medicijngebruik, meldt u dit aan de afdeling Radiologie.

In de 24 uur voor en de dag van het onderzoek wordt het afgeraden vrij verkrijgbare medicijnen tegen pijn en ontstekingen te gebruiken, zoals: Diclofenac, Ibuprofen en Naproxen. U kunt Paracetamol als alternatief gebruiken.

Aandachtspunten

U wordt geadviseerd de dag voor het onderzoek (zo mogelijk ook de dag van de CT-scan tot twee uur voor het onderzoek) en na de CT-scan voldoende (1,5 tot 2 liter) te drinken.

Als er tussen het maken van de afspraak en de CT-scan zelf één van de volgende situaties optreedt, dient u contact op te nemen met de specialist, die het onderzoek (CT-scan of angiografie) heeft aangevraagd:

  • uitdroging;
  • diarree of overgeven;
  • hart- en vaatproblemen;
  • ziekenhuisopname;
  • ander onderzoek met jodiumhoudend contrastmiddel;
  • wijziging van medicijnen;
  • therapie met medicijnen.

De specialist bekijkt of er aanvullende voorbereiding nodig is voor het onderzoek, zoals bloedprikken om de nierfunctie te controleren of alsnog een bezoek aan de Contrastpoli.

Jodium en schildklieraandoeningen

In jodiumhoudende contrastmiddelen is het jodium gebonden aan een andere stof. Er komt ook een geringe hoeveelheid zogenoemd vrij jodium voor in deze contrastmiddelen. Dit is van belang, indien u op korte termijn mogelijk behandeld zult worden met radioactief jodium ( 131 I) voor bepaalde aandoeningen van de schildklier. Met korte termijn wordt hier bedoeld een periode van een half jaar. Als u weet dat dit zeker of mogelijk zal gebeuren, meldt u dit dan bij uw behandelend specialist, internist of bij de afdeling Radiologie. Er kan dan nagegaan worden welke andere mogelijkheden er zijn voor u. Ook diagnostisch onderzoek ( 131 I of 123 I) op de afdeling Nucleaire Geneeskunde zal enige tijd niet mogelijk zijn.

Jodium en een te snel werkende schildklier

Soms kan de geringe hoeveelheid vrij jodium in de contrastvloeistof een versnelde werking van de schildklier uitlokken. Dit is vooral het geval indien uw schildklier al te snel werkt of indien u hiervoor behandeld wordt. Het is niet aangetoond dat er geneesmiddelen zijn die dit kunnen voorkomen. Meldt u zich bij tekenen van versnelde schildklierwerking (zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, niet verdragen van warmte, transpireren, nerveusheid, hartkloppingen) bij uw internist of huisarts.

Zwangerschap

Er bestaan geen aanwijzingen dat het contrastmiddel schadelijk is tijdens de zwangerschap. De röntgenstraling kan in bepaalde omstandigheden schadelijk zijn voor de vrucht. Het is dus noodzakelijk dat het nut van een röntgenonderzoek - met of zonder contrastmiddel - extra zorgvuldig wordt afgewogen tegen het eventuele risico.

Borstvoeding

Een zeer klein deel van de contrastvloeistof kan in de moedermelk terecht komen en door de baby worden gedronken. Wij adviseren u om uw moedermelk voor 24 uur te kolven en niet aan uw baby te geven. U kunt 24 uur na contrasttoediening de borstvoeding weer hervatten.

Laboratorium / Bloedafname

Indien uw arts ook een laboratorium bloedonderzoek voor u heeft aangevraagd, dient u er rekening mee te houden dat uw bloedwaarden binnen 24 uur na contrasttoediening niet betrouwbaar zijn. Het bloedonderzoek moet dan voorafgaand aan het onderzoek of minimaal 24 uur na het onderzoek met contrastmiddel plaatsvinden. Tussen 08.00 en 10.30 is het vaak druk op de bloedafnamepoli. Indien mogelijk wordt u geadviseerd na half 11 te komen, zodat u sneller en rustiger geholpen kunt worden.

Verschijnselen

De toediening van contrastmiddel in de bloedbaan kan enkele verschijnselen veroorzaken. Tijdens de injectie kunt u in het hele lichaam een warmtegevoel krijgen. Dit gevoel begint in de hals en keel. Als het warmtegevoel rond de blaas komt, voelt het soms alsof u plast. Dit is maar schijn! Bij een angiografie is dit gevoel lokaal, afhankelijk van de ligging van de catheter. Al deze verschijnselen duren vijf tot twintig seconden en verdwijnen hierna snel.

Onderzoek van een gewricht (arthrogram, CT gewricht, MRI gewricht)

Bij een arthrogram wordt contrastmiddel soms in combinatie met lucht, verdoving en/of medicijnen in een gewrichtsholte toegediend. Het contrastmiddel komt dus niet direct in de bloedbaan en u hoeft hierom ook niet nuchter te zijn voor dit onderzoek.

U mag na een arthrogram geen voertuig besturen, omdat verzekeringsmaatschappijen niet uitkeren bij een ongeval kort nadat er lucht, verdoving, medicijn of contrastmiddel in een gewricht is ingebracht. Zorg dus dat u niet zelf hoeft terug te rijden.

Zie hiervoor de uitgebreide folder arthrografie

Tot slot

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben of na het onderzoek problemen ondervinden, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie.
De afdeling Radiologie is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer: (079) 346 25 20.
Voor dringende zaken die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag, kunt u contact opnemen via telefoonnummer: (079) 346 43 91.

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie