U heeft een operatie aan de grote bloedvaten in de buik ondergaan (open aorta broekprothese of aorta buisprothese operatie). Nu staat u op het punt het ziekenhuis te verlaten. Bij ontslag krijgt u nog enkele adviezen mee.

U heeft na de operatie een flinke wond op uw buik. Het is normaal dat deze enige tijd gevoelig/pijnlijk is. Er kunnen complicaties optreden zoals:

• Roodheid en warmte ter plaatse van het litteken;
• Temperatuur hoger dan 38° C;
• Het niet genezen van de wond. Hierdoor gaat de wond meer wondvocht lekken en/of is er geel beslag te zien.

Als dit gebeurt kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer 079 – 346 2585, of anders met uw huisarts. Hij/zij is uw eerste aanspreekpunt en beschikt over al uw recente medische gegevens. De huisarts neemt zonodig contact op met het ziekenhuis.

Met een kunststofprothese in uw lichaam is het belangrijk dat u zichzelf beschermt tegen infecties die door bacteriën worden veroorzaakt. Worden bijvoorbeeld uw tanden getrokken of ondergaat u een operatie, vertel uw (tand)arts dan altijd dat u deze operatie heeft ondergaan. U krijgt uit voorzorg antibiotica.

Het kan zijn dat de hechtingen nog niet verwijderd zijn als u met ontslag gaat. U krijgt voor het verwijderen van de hechtingen een afspraak mee voor in de polikliniek. U mag met de wond onder de douche zodra de wond helemaal droog is, u hoeft de wond dan ook niet meer te bedekken.

U heeft een ingrijpende operatie ondergaan, het zal enige tijd kosten voor u zich weer helemaal goed voelt. Ook moet u de operatie geestelijk verwerken. Angst is niet zomaar weg te nemen, we raden u aan om met een naaste over uw gevoelens te praten. Ook zij moeten de operatie verwerken. Mocht het verwerken van de operatie problemen opleveren en u ondervindt hier hinder van (bijvoorbeeld slecht slapen, slechte eetlust, sombere stemming), neem dan contact op met uw huisarts zodat deze u verder kan helpen.

Na ontslag merkt u dat snel moe bent. Het kan enkele maanden duren voor u zich weer net zo fit voelt als voor de operatie. Dit komt door de lange nawerking van de narcose en het herstel van het lichaam.

Is er tijdens de opname niets gewijzigd in de medicijnen die u voor de operatie gebruikte, dan kunt u deze blijven innemen zoals u dat gewend bent. Voor medicijnen waarmee u in het ziekenhuis begonnen bent krijgt u een recept mee. Als u tijdens de opname met Marcoumar (een bloedverdunnend middel) begonnen bent, krijgt u een folder mee over de trombosedienst en de werking van Marcoumar.

Het is raadzaam om uw bloeddruk een keer per half jaar bij de huisarts te laten controleren zodat deze, als hij te hoog is, behandeld kan worden.

Uit onderzoek is gebleken dat bij mensen die blijven roken een grotere kans bestaat op het ontstaan van nieuwe vaatafsluitingen. Daarnaast heeft roken nadelige gevolgen op de wondgenezing, daarom adviseren wij u niet (meer) te roken.

U mag lichamelijke activiteiten rustig opbouwen. Pas uw activiteiten aan op pijn en vermoeidheid. Wacht met zwaar huishoudelijk werk zes weken (zware boodschappen dragen, stofzuigen), zodat de wond voldoende tijd heeft om te genezen. U mag uw werk hervatten als u denkt dat u daar weer toe in staat bent. Verricht u zware arbeid, bespreek het hervatten van werk dan tijdens uw eerste controleafspraak met de chirurg.

Bij mannen kan het voorkomen dat na de operatie aan de aorta de erectie gestoord is, of dat ondanks een normale erectie de zaadlozing wegblijft. Dit kan tijdelijk zijn maar is meestal van blijvende aard. De arts heeft dit met u besproken. Heeft u nog vragen dan kunt u bij hem terecht.

• Eventueel krijgt u een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen;
• Een afspraak bij de chirurg op de polikliniek ( over zes weken tot drie maanden);
• Eventueel recept(en);
• Eventueel de folder over de trombosedienst en de werking van Marcoumar;
• Eventueel een afspraak en een brief van de trombosedienst.

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur via telefoonnummer: 079 – 346 25 85.