Medicatie bij dementie

Laatste wijziging: 23-12-2024 Foldernummer: 5349


De neuroloog of geriater heeft u het medicijn galantamine, rivastigmine of memantine voorgeschreven. In het HagaZiekenhuis Zoetermeer begeleiden wij u en uw mantelzorger bij het gebruik van deze medicijnen. In deze informatie leest meer over Alzheimer ‘remmers’ en waarom en hoe wij patiënten begeleiden. Ook leest u hoe u de medicijnen moet gebruiken.

Alzheimer ‘remmers’

Er zijn medicijnen die het proces bij de ziekte van Alzheimer kunnen vertragen, of bepaalde verschijnselen kunnen verminderen.

  • Galantamine
  • Rivastigmine
  • Memantine

In Nederland zijn meerdere middelen voor de ziekte van Alzheimer beschikbaar. Deze medicijnen genezen niet de beschadiging van de hersenen, maar kunnen de gevolgen van het ziektebeeld beperken. Het dagelijks functioneren op het gebied van geheugen, denken, taal en handelen kan door de geneesmiddelen verbeteren. De effecten van de medicijnen zijn per persoon verschillend en niet te voorspellen. Een vroegtijdige diagnose is belangrijk. Hoe eerder de diagnose dementie wordt gesteld, des te beter kunnen medicijnen het ziekteproces vertragen.

Prikkeloverdragende stof

In de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer is de concentratie van de neuro-transmitter acetylcholine verlaagd. Neuro-transmitters zijn stoffen die in het zenuwstelsel

informatie overbrengen. De theorie is dat het tekort aan acetylcholine in de hersenen de achteruitgang van de cognitieve functies veroorzaakt. Rivastigmine en galantamine zijn zogenaamde cholinesteraseremmers: ze remmen de afbraak van acetylcholine. De hoeveelheid acetylcholine in de hersenen stijgt hierdoor. De communicatie tussen zenuwcellen kan hierdoor op peil blijven en de symptomen van de ziekte van Alzheimer mogelijk beperkt.

Voor wie zijn deze medicijnen bedoeld?

De werkzaamheid van cholinesteraseremmers is onderzocht en beoordeeld bij mensen met een licht tot matig ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer. Bij lichte dementie zijn werk en sociale activiteiten belemmerd, maar kan iemand met enig toezicht onafhankelijk functioneren. Bij matige dementie zijn er stoornissen van geheugen, besef van tijd en plaats, praktische en intellectuele vaardigheden, taal en gedrag. Bij matig ernstige dementie kan iemand zonder hulp niet meer zelfstandig functioneren. Hij/zij heeft hulp nodig bij onder andere financiële zaken en aankleden.

Effect

Onderzoekers hebben gelet op het effect van de verstandelijke achteruitgang, de algemene indruk en het dagelijks functioneren van mensen met de ziekte van Alzheimer. Bij sommige mensen werd de achteruitgang op één of meerdere van deze functies vertraagd. Bij anderen bleef de situatie gelijk en bij een kleine groep werd een lichte verbetering waargenomen. In het algemeen zijn het de attentie, concentratie en het spraakvermogen die verbeteren en niet het geheugen.

Partners merken op dat de persoon met dementie ‘er meer bij is’, weer ‘meedoet’, ‘deelneemt aan het gesprek’. Dit merkbare effect treedt bij een minderheid van de gebruikers op, zo’n 7-10%. Een groter deel ondervindt op de langere termijn een vertragend effect. Het is van tevoren niet mogelijk te beoordelen bij wie het middel werkt.

Dilemma

Soms is het niet wenselijk bij iemand met dementie om het beloop te vertragen of tijdelijk weer iets beter te functioneren. Als de inschatting is dat dit niet leidt tot een betere kwaliteit van leven, bijvoorbeeld omdat een periode van verwardheid of angst langer kan duren. De medicijnen kunnen wel gunstig zijn, als er een langere periode is waarin iemand relatief zelfstandig functioneert, goed kan communiceren en zich kan voorbereiden op de toekomst. als de medicijnen niet een gunstig effect hebben, worden ze weer gestopt en dit kan voor iemand met dementie en zijn naasten confronterend zijn.

Medicatie begeleiding op de Geheugenpoli

De begeleiding is bedoeld voor patiënten die het medicijn galantamine, rivastigmine (pillen of pleisters), memantine gebruiken. Deze medicijnen worden voorgeschreven aan mensen die de ziekte van Alzheimer hebben. Soms schrijft de arts deze medicijnen voor aan mensen met andere vormen van dementie of ziekte van Parkinson. In deze informatie leest u op welke manier u wordt begeleid bij het gebruik van de medicijnen en welke afspraken er plaatsvinden.

U krijgt een vaste begeleider: een verpleegkundig specialist van de Geheugenpoli.

Begeleiding bij gebruik dementiemedicatie

Als u medicijnen heeft gekregen voor een dementie, wordt u door een verpleegkundig specialist van het ziekenhuis begeleid bij het gebruik hiervan.

  • De verpleegkundig specialist begeleidt u bij het instellen van de medicijnen.
  • De verpleegkundig specialist bekijkt wat het effect of de eventuele bijwerkingen van de medicijnen zijn.
  • De verpleegkundig specialist kan de informatie die u van de specialist heeft gekregen toelichten en aanvullende informatie geven over uw ziekte en/of behandeling.
  • De verpleegkundig specialist begeleidt en adviseert u en uw familie of verzorgende, over het omgaan met de ziekte. In het dagelijks leven is dit niet altijd gemakkelijk.
  • De verpleegkundig specialist kan ook adviseren bij het aanvragen van bijvoorbeeld thuiszorg of dagopvang of het inschakelen van trajectbegeleiding.

Waarom begeleiding?

Er is een aantal redenen waarom we u graag willen begeleiden bij het gebruik van deze medicijnen.

  • Het is een medicijn dat langzaam moet worden opgebouwd om het goed te kunnen verdragen. Dit opbouwschema staat vermeld in de folder over het medicijn en op de recepten.
  • Tijdens de opbouwfase kunnen bijwerkingen optreden. We willen graag weten of u het medicijn verdraagt. We kunnen eventueel maatregelen nemen als u last krijgt van bijwerkingen.

Instellen van de medicijnen

De arts of verpleegkundig specialist heeft met u gesproken over de werking van de medicijnen en een opbouwschema gemaakt. Het recept is per faxbericht doorgestuurd naar de apotheek of aan u persoonlijk meegegeven. U kunt de medicijnen bij de apotheek ophalen. Als u de medicijnen niet zelfstandig kunt gebruiken, dan kunt u thuiszorg aanvragen om hierbij te helpen. Thuiszorg kunt u aanvragen bij een thuiszorgorganisatie naar keuze. Het instellen van de medicijnen gaat volgens protocol en afhankelijk van het soort medicijn kan er vooraf een hartfilmpje en bloedonderzoek worden verricht. Daarnaast meten we de bloeddruk, pols en gewicht bij start van de medicatie.

Telefonische controle

In de periode dat uw medicijnen nog worden ingesteld, belt de verpleegkundig specialist u of uw contactpersoon op de afgesproken tijden. Afhankelijk van het soort medicijn, is dit om de twee of om de vier weken. Tijdens dit telefoongesprek vraagt de verpleegkundig specialist of u last heeft van bijwerkingen. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van misselijkheid, buikkrampen, diarree, verminderde eetlust, verwardheid of duizeligheid. Ook kunt u tijdens dit telefoongesprek vragen stellen over bijvoorbeeld het medicatieschema. Afhankelijk van eventuele bijwerkingen en het effect van de medicijnen kan de verpleegkundig specialist zonodig in overleg met de arts uw medicatieschema aanpassen. Uw medicatie wordt zodanig ingesteld dat het beste effect optreedt met zo min mogelijk bijwerkingen. In plaats van een telefonische controle kan er in overleg ook een controle op de polikliniek plaatsvinden. Tijdens dit bezoek kan de bloeddruk, de pols en het gewicht worden gemeten.

Controleafspraak na een half jaar

Een half jaar nadat de juiste dosering van het medicijn voor u is vastgesteld, komt u bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek Neurologie of Geriatrie. Zij vraagt u en uw familie of verzorgende hoe het met u gaat, hoe u functioneert in het dagelijks leven, of er problemen zijn (geweest) en of de zorg zo goed mogelijk is geregeld. Tijdens dit bezoek doet u opnieuw een geheugentest. Ook meet de verpleegkundig specialist zo nodig opnieuw de bloeddruk, pols en gewicht. Neemt u altijd uw actuele medicatieoverzicht mee naar uw afspraak. Het medicatieoverzicht kunt u via uw eigen apotheek krijgen.

Jaarlijkse controleafspraak

Een jaar na de eerste controle bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek, heeft u weer een controleafspraak bij de arts of verpleegkundig specialist. Aan de hand van de uitslag van de testen, uw functioneren en het beloop in het afgelopen jaar beoordeelt de verpleegkundig specialist en arts of u doorgaat met het gebruiken van de medicatie. Deze afspraak duurt maximaal een uur. De controleafspraak met de verpleegkundig specialist en de geriater vindt één keer per jaar plaats. Neemt u altijd uw actuele medicatieoverzicht mee naar uw afspraak. Het medicatieoverzicht kunt u via uw eigen apotheek krijgen.

Hoe gebruikt u de medicijnen?

Tabletten

Afhankelijk van welk medicijn u gebruikt, neemt u de tabletten één of twee maal per dag in.

Het is belangrijk dat u de medicijnen dagelijks op hetzelfde tijdstip inneemt.

Vaak is begeleiding van een partner of verzorgende (mantelzorger) nodig bij de inname, omdat uzelf mogelijk vergeet de medicijnen steeds op het juiste tijdstip in te nemen. Soms kan de thuiszorg u helpen bij het op tijd innemen van de medicijnen.

Het is belangrijk dat u de medicijnen tijdens de maaltijd inneemt (tussen twee happen, met wat drinken). Bij het gebruik van deze medicijnen is het belangrijk, dat u elke dag goed drinkt (minimaal 8 glazen).

Pleister

Heeft u in plaats van tabletten, een pleister voorgeschreven gekregen? Dan plakt u elke dag een nieuwe pleister op. De pleister plakt u op niet-behaarde huid. Bijvoorbeeld de borst of rug. Op de plek waar u een pleister plakt, mag u daarna 14 dagen geen pleister plakken. U plakt de pleister dus gedurende deze 14 dagen steeds weer op een andere plek. Eventueel is er ook een plakschema te verkrijgen.

Belangrijk!

Plak de pleister niet op:

  • geïrriteerde huid;
  • een wond(je);
  • huid met uitslag.

U heeft hulp nodig bij het gebruik van deze medicijnpleisters. Heeft u een partner? Dan kan deze misschien helpen. Ook kunt u hulp krijgen van een verzorgende van de thuiszorg.

Vragen?

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist neurologie of geriatrie. Tijdens het eerste bezoek krijgt u de contactgegevens van uw vaste begeleidster.

  • Telefoonnummer Geheugenpoli Neurologie: (079) 346 6362
  • Telefoonnummer Geheugenpoli Geriatrie: (079) 346 6335

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie