Implantaten als houvast voor kunstgebit in bovenkaak (met sinus)
Laatste wijziging: 03-12-2024 Foldernummer: 5362
Binnenkort ondergaat u een operatie in de bovenkaak voor het aanbrengen van implantaten om het houvast van uw kunstgebit te verbeteren. Op deze implantaten wordt in een latere fase een nieuw kunstgebit vastgezet.
Gedurende de behandeling krijgt u te maken met een team van behandelaars van de afdeling ‘Mondziekten, Kaak –en Aangezichtschirurgie’ van het HagaZiekenhuis Zoetermeer en u huistandarts.
- Een MKA-chirurg (ook wel kaakchirurg genoemd): verzorgt de operaties en plaatst de implantaten.
- Een tandarts: maakt het kunstgebit op de implantaten.
- Een mondhygiënist: geeft aanwijzingen voor uw mondverzorging.
- Assistenten: assisteren bij de operatie en de tandheelkundige behandelingen.
Waarom implantaten?
Als al uw tanden en kiezen zijn verwijderd, slinken uw kaken in de loop van de jaren. Dit kan in de bovenkaak leiden tot een loszittende prothese (kunstgebit).
Als de bovenkaak ernstig is geslonken, kan uw tandarts geen nieuwe prothese maken die voldoende houvast geeft. Dan is het mogelijk met behulp van implantaten meer houvast te geven aan het kunstgebit. Om dit mogelijk te maken, plaatst de kaakchirurg operatief een aantal implantaten in uw bovenkaak. Uw eigen tandarts kan op deze implantaten meestal een staafconstructie maken, waarop uw (nieuwe) kunstgebit kan worden vast geklikt.
Ook als het dragen van een bovenprothese met een bedekking van het verhemelte problemen voor u oplevert (bijvoorbeeld een versterkte kokhalsneiging), kunnen implantaten een oplossing bieden.
Wat is een implantaat?
Een implantaat is een kunstwortel, gemaakt van een speciaal metaal (titanium). Deze kunstwortel wordt in het kaakbot aangebracht en groeit daarin vast.
Het implantaat heeft de vorm van een schroef of cilinder. De lengte en diameter zijn afhankelijk van de hoogte en breedte van uw kaak, maar gewoonlijk is de lengte 8-10 mm en de diameter ongeveer 4 mm. Soms worden ook kortere of smallere implantaten gebruikt. De implantaten zijn deels hol, zodat hier later de staafconstructie op kan worden vastgeschroefd.
Welke operaties zijn nodig?
Soms is de bovenkaak zo geslonken dat het niet meer mogelijk is direct implantaten aan te brengen. De bovenkaak is dan te smal geworden om implantaten stabiel te kunnen plaatsen. Daarnaast kunnen de neusbijholten in de geslonken bovenkaak voor problemen zorgen: de bothoogte van de bovenkaak is onvoldoende om de implantaten te kunnen plaatsen.
Als dit het geval is bij u, dan moet eerst een bovenkaak-verbreding en/of ophoging van de kaak (sinusbodemelevatie) plaatsvinden. Dit gebeurt in de eerste operatie. Daarna kunnen – 4 tot 5 maanden later – in een tweede operatie de implantaten worden aangebracht.
Eerste operatie
Voor de eerste operatie wordt u 1 nacht in het ziekenhuis opgenomen.
Onder narcose (algehele verdoving) verwijdert de chirurg uit uw bekkenkam een stukje bot.
In de mond wordt het tandvlees van de bovenkaak opzij geschoven. Hierna wordt een botluikje gemaakt naar de neusbijholte, waarna het slijmvlies van de neusbijholte een klein stukje omhoog kan worden geschoven. De hierbij ontstane holte kan nu worden opgevuld met het bot van de bekkenkam.
Als dat nodig is, wordt de bovenkaak hierna verbreed door stukjes bot van de bekkenkam vast te zetten aan de buitenzijde van de bovenkaak met behulp van mini schroefjes. Het tandvlees wordt daarna weer teruggelegd en gehecht.
De totale ingreep duurt ongeveer 3 uur.
Pijn
In de praktijk blijkt dat er relatief weinig last wordt ondervonden van de wond in de mond. Wel kan de wond in het bekkengebied pijnklachten veroorzaken. Deze pijnklachten zijn vaak goed te onderdrukken met pijnstillers. Om het bekkengebied te ontzien, is het raadzaam de eerste dagen voorzichtig te lopen. U kunt wel lopen, maar het kan enkele weken duren voordat de pijnklachten weg zijn.
Advies
Het advies luidt gedurende 1 maand geen zware lichamelijk arbeid te verrichten en niet te sporten.
De eventuele wondjes in uw neusbijholte zijn kwetsbaar. Daarom is het advies 2 weken lang uw neus niet te snuiten. Als u moet niezen, mag u uw neus niet dichtknijpen.
Kunstgebit
Omdat uw bovenkaak is ‘verbreed’ past uw oude kunstgebit niet meer. Als de wond is genezen, gewoonlijk na 2 tot 3 weken, dan kan de tandarts uw huidige bovengebit aanpassen, zodat u deze weer (tijdelijk) kunt dragen.
Tweede operatie
- 4 tot 5 maanden na de eerste operatie is het aangebrachte bot goed vastgegroeid en is het tijd voor de tweede operatie om de implantaten te plaatsen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving.
- De kaakchirurg schuift het tandvlees opzij om het kaakbot zichtbaar te maken en boort er gaatjes in ter grootte van het implantaat. De chirurg plaatst 4 tot 6 implantaten in de bovenkaak. Het aantal implantaten is afhankelijk van de kaakvorm en de bestaande situatie in de onderkaak.
- Op de implantaten worden afdekdopjes geschroefd, die meestal zichtbaar zijn in de mond. Ten slotte wordt het tandvlees gehecht.
- Deze operatie duur ongeveer 1 uur. Meestal kan direct na de operatie uw huidige kunstgebit worden aangepast en van een zachte voering worden voorzien. Het ‘vastgroeien’ van de implantaten in de bovenkaak duurt ongeveer 2-4 maanden. Gedurende deze periode mag u de implantaten niet belasten.
- Zodra de implantaten zijn vastgegroeid, kan uw nieuwe (klik)kunstgebit worden gemaakt.
Hoe gaat de behandeling verder?
De tandarts kan 2-4 maanden na het plaatsen van de implantaten beginnen met het maken van uw nieuwe (klik)kunstgebit. Dit verloopt globaal als volgt:
- Tijdens de eerste twee bezoeken aan uw tandarts wordt de vorm van de kaak en de plaats van de implantaten met afdrukken (happen) vastgelegd.
- Tijdens het derde en vierde bezoek wordt vastgelegd hoe de kiezen op elkaar moeten komen. U kiest samen met de tandarts de kleur en de vorm van de tanden die u wilt hebben.
- Tijdens het vijfde bezoek wordt u kunstgebit ‘in was’ gepast. Dat wil zeggen dat de tanden en kiezen in was staan opgesteld, zodat u kunt beoordelen hoe uw nieuwe kunstgebit eruit gaat zien. Waar nodig kan het kunstgebit nog worden aangepast.
- Tijdens het zesde bezoek wordt een staafje (steg) of drukknop op de implantaten geschroefd.
- Uw kunstgebit is nu klaar en kan op de steg of drukknopen worden vast geklikt.
U leert hoe u zelf uw kunstgebit uit de mond kunt nemen en ook weer kunt vastklikken. De tandarts maakt de nodige controle afspraken met u. Dan kunnen eventuele irritatieplekken en andere klachten verholpen worden.
Na de operatie
Medicijnen
Voor de operaties krijgt u van de kaakchirurg vooraf een advies pijnstilling en een advies spoelvloeistof, indien nodig een recept. Soms wordt ook een antibioticum voorgeschreven. Bespreek vooraf met de kaakchirurg het gebruik van medicijnen die u normaal gesproken neemt. Als u bloedverdunners gebruikt, krijgt u hier instructies over.
Roken
Roken vertraagt de wondgenezing en maakt de mond extra vies. Roken verstoort het vastgroeien van de implantaten. Stop daarom – in elk geval een aantal weken voor de operatie – met roken.
Voeding
Nadat de implantaten zijn aangebracht, moeten deze vastgroeien in het kaakbot. Dit vastgroeien duurt ongeveer 2-4 maanden. In deze periode mogen de implantaten niet te zwaar worden belast. Daarom krijgt u het advies voor een dieet met zachtere voeding. De aangepaste oude prothese draagt u dus meer voor de ‘show’: u mag er niet krachtig mee kauwen. Ook mag u de prothese ’s nachts niet dragen.
Mondverzorging
Goede mondverzorging is na de operatie erg belangrijk in verband met een goede genezing.
Spoel uw mond niet de eerste dag na de ingreep. Dit vergroot de kans op een nabloeding. Vanaf de tweede dag gaat u spoelen met een desinfecterend spoelmiddel (chloorhexidine) gedurende 2 weken. U heeft hiervoor een advies of recept van de kaakchirurg gekregen.
Drie dagen na de operatie kunt u de afdekdopjes van de implantaten en het omliggende tandvlees weer zachtjes gaan poetsen met een tandenborstel.
Een goede reiniging is van groot belang voor gezond tandvlees en een lange levensduur van de implantaten. De mondhygiënist geeft u hier informatie over en helpt u de implantaten goed te reinigen. Ook nadat uw nieuwe prothese is geplaatst, geeft de tandarts of mondhygiënist u informatie hoe u deze het beste kunt reinigen.
Pijn
De plaatselijke verdoving is na 1 tot 3 uur uitgewerkt. U kunt dan pijn krijgen. Deze pijn is goed te bestrijden door het innemen van de pijnstillers zoals geadviseerd. U kunt het beste bij thuiskomst direct beginnen met de pijnstillers (voordat de verdoving is uitgewerkt).
Zwelling
Door de operatie kan een zwelling ontstaan. Deze zwelling is 2 dagen na de operatie het grootst en slinkt daarna langzaam. Dit is een normaal gevolg van de ingreep.
Als de zwelling en/of pijn toeneemt na 4 of 5 dagen, belt u het HagaZiekenhuis Zoetermeer.
Nabloeding
Het eerste uur na de ingreep kan de wond nog een beetje bloeden. Dit gaan vanzelf over. Ook kan het speeksel de eerste dag na de ingreep nog wat rood zijn.
Wanneer de wond opnieuw gaat bloeden of als het bloeden toeneemt, kunt u het volgende doen:
U pakt een (steriel) gaasje of schone katoenen zakdoek en legt die opgevouwen op de (bloedende) wond. Daarna bijt u de kaak stijf dicht. Hou dit een half uur vol. Het gaat erom dat er constante druk op de wond wordt uitgeoefend. Als het bloeden hierna niet gestopt is, belt u het HagaZiekenhuis Zoetermeer, afdeling MKA-chirurgie.
Mogelijke bijwerkingen en risico’s
- Bij het aanbrengen van implantaten kunnen complicaties optreden, zoals een ontsteking van het kaakbot of tandvlees. Soms wordt door patiënten na de operatie aan de bekkenkam, een (tijdelijke) verlies van het gevoel aan de zijkant van het bovenbeen bemerkt. De kans op deze complicaties is echter klein en de stoornissen zullen vrijwel altijd van tijdelijke aard zijn.
- Als gevolg van de operatie kunnen verder bijwerkingen optreden in de vorm van pijn, zwelling en bloeduitstortingen. Door het gebruik van een pijnstiller is de pijn vaak goed te onderdrukken.
- Net na de operatie is het mogelijk dat u een geringe verhoging heeft. Als de koorts hoger wordt dan 39˚C belt u het HagaZiekenhuis Zoetermeer. Dat doet u ook als de zwelling en/of pijn toeneemt na 4 of 5 dagen.
- Er bestaat een gering risico (kleiner dan 5%) dat een implantaat niet goed vastgroeit en moet worden verwijderd. Mocht dit noodzakelijk zijn, dan ontstaat weer dezelfde situatie als vóór het inbrengen van het implantaat. Dan overlegt de arts met u of er een nieuwe poging wordt gedaan om een implantaat aan te brengen of dat het beter is te zoeken naar een andere oplossing.
Controle
Nadat uw nieuwe kunstgebit is geplaatst en u aan de nieuwe situatie gewend bent, komt u terug bij de kaakchirurg voor controle. De eindcontrole bij de kaakchirurg is een jaar na het plaatsen van de nieuwe prothese. U wordt verzocht hiervoor zelf tijdig een nieuwe afspraak te maken.
De verdere controles vinden daarna bij uw tandarts plaats. Het advies is om de implantaten, het omliggende tandvlees, het kaakbot en uw kunstgebit jaarlijks te laten controleren door de eigen tandarts.
Wat zijn de kosten?
- Als de tandenloze bovenkaak zover is geslonken dat zonder hulp van implantaten geen kunstgebit meer te maken is met voldoende houvast, dan vergoedt de zorgverzekering soms de behandeling met implantaten. Wel wordt vaak een eigen bijdrage voor het maken van het nieuwe kunstgebit in rekening gebracht.
- Vraag het eerst na bij uw eigen zorgverzekeraar.
- De kaakchirurg dient de aanvraag voor de botopbouw en de implantaten in bij uw zorgverzekeraar. De tandarts dienst de aanvraag voor het nieuwe (klik)kunstgebit in.
- Vervolgens beoordeelt een adviserend tandarts van de zorgverzekeraar of de aanvraag voor implantaten wordt goedgekeurd.
- Ongeveer 6 weken na de aanvraag krijgt de kaakchirurg bericht van de zorgverzekeraar. Bij goedkeuring van de aanvraag krijgt u een oproep voor een informatief gesprek en een aparte afspraak voor de operatie. Bij afwijzing ontvangt u zelf ook bericht van uw zorgverzekeraar.
Contactgegevens
De polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie is bereikbaar:
- Van maandag tot en met vrijdag
- Van 8.00 - 16.30 uur op telefoonnummer (079) 346 4355, locatie Zoetermeer
- Van 8.00 - 17.00 uur op telefoonnummer (070) 210 6710, locatie Den Haag
Buiten bovengenoemde uren neemt u voor spoedeisende zaken contact op met de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer: (070) 210 2060.
Vermeld erbij dat u onlangs in het HagaZiekenhuis behandeld bent geweest.
Wat vindt u van deze patiënteninformatie?
Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.
Spreekt u geen of slecht Nederlands?
De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.
Do you speak Dutch poorly or not at all?
This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.
Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?
Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.
Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?
Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.
إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.