Operatie onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis)
Laatste wijziging: 04-03-2025 Foldernummer: 5412
Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over de operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis).
De onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis)
De mens heeft twee onderkaakspeekselklieren, die samen met twee oorspeekselklieren (glandulae parotis) en twee ondertongspeekselklieren (glandulae sublingualis) de zes grote
speekselklieren vormen. Daarnaast bevinden zich nog talloze kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en keelholte. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse speekselproductie (een belangrijke eerste stap in de spijsvertering) en het vochtig houden van de slijmvliezen van mond- en keelholte.
Aandoeningen van de onderkaakspeekselklier, waarvoor operatie soms noodzakelijk is
- Ontsteking
In de klier of in de afvoerbuis naar de mond kunnen stenen voorkomen, die de speekselafvoer belemmeren. Wanneer deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de onderkaakspeekselklier ontstaan. Ook zonder speekselstenen kan de onderkaakspeekselklier chronisch ontstoken raken. Wanneer verwijdering van de steen via de mond geen effect heeft, niet meer mogelijk is, of wanneer de pijnklachten en de ontstekingen ernstige vormen aannemen, kan besloten worden de aangedane onderkaakspeekselklier te verwijderen.
- Goedaardig gezwel
Een gezwel in de onderkaakspeekselklier kan worden opgemerkt, doordat een bobbel onder een kaakrand ontstaat. Over het algemeen geeft dit geen pijnklachten. Een gezwel van de onderkaakspeekselklier is in ongeveer 50% van de gevallen goedaardig (een cyste, pleiomorfadenoom of Warthin tumor).
- Kwaadaardig gezwel
Een gezwel van de onderkaakspeekselklier is in ongeveer 50% van de gevallen kwaadaardig. Uit de klachten valt niet op te maken of het gezwel goed- of kwaadaardig is, zodat altijd verder onderzoek nodig is (zie bij onderzoek). Uw KNO-arts zal zeker de gevolgen bij kwaadaardigheid met u bespreken. Bij een sterke verdenking op een kwaadaardig gezwel (kanker) worden meestal ook lymfeklieren rondom de onderkaakspeekselklier verwijderd en voor microscopisch onderzoek opgestuurd. Dit heeft meestal geen nadelige gevolgen voor u, hoewel er wel een iets grotere kans op zenuwbeschadiging bestaat (zie bij zenuwbeschadiging). Bij kwaadaardige tumoren is het vaak noodzakelijk, dat u na de operatie ook nog wordt bestraald (nabestraling).
Er komen (naast de hierboven beschreven aandoeningen) ook nog zeldzame speekselklieraandoeningen voor, die meestal geen operatieve behandeling behoeven en niet in deze voorlichtingspagina worden behandeld.
Onderzoek onderkaakspeekselklier
De aard van de aandoening kan meestal aan de hand van gerichte vragen en het lichamelijk onderzoek worden vastgesteld. Soms is het ook nodig aanvullende röntgenfoto’s (OPG, CT-scan), MRI-scan of een echo van de onderkaakspeekselklier te maken. Wanneer het vermoeden
van een tumor of cyste bestaat, worden meestal, door een prik met een dun naaldje, cellen gezogen uit de zwelling (vergelijkbaar met bloedprikken). Dit wordt ‘cytologisch onderzoek’ genoemd. Deze cellen worden onder een microscoop door een patholoog-anatoom
(weefseldeskundige) onderzocht. In 90% van de gevallen is het mogelijk een uitspraak te doen over de aard van de aandoening. Wanneer absolute zekerheid nodig is, moet de speekselklier worden verwijderd, zodat de patholoog-anatoom buiten het lichaam weefselonderzoek kan doen.
De operatie
De onderkaakspeekselklier wordt verwijderd (in narcose) via een ongeveer 5 cm lange horizontale huidsnede ongeveer 3 cm onder de kaakrand. In dit gedeelte van de hals lopen een tak van de aangezichtszenuw, de tong- en smaakzenuw. De KNO-arts zal deze zenuwen altijd proberen te sparen. Soms ontstaat een gat in het slijmvlies van de mondholte. Dit geneest meestal zonder problemen vanzelf. De operatie wordt beëindigd met het aanbrengen van een wonddrain (zie verder) en het hechten van de operatiewond. De duur van de operatie bedraagt meestal 45-60 minuten. De ingreep wordt op de dagbehandeling uitgevoerd en in een uitzonderlijk geval wordt u 2-3 dagen opgenomen afhankelijk van de klachten.
Wat zijn de mogelijke klachten van de operatie?
- Pijn
De pijn na de operatie is meestal gering en wordt veroorzaakt door de wond en soms door de houding van het hoofd tijdens de operatie. Indien nodig, is paracetamol meestal voldoende als pijnstiller.
- Zwelling
In het wondgebied treedt dikwijls geringe zwelling op, die na verloop van enkele weken weer verdwenen is. Een forse zwelling wijst op een ontsteking of bloeduitstorting.
- Wonddrain
Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen, wordt een zogenaamde wonddrain (slangetje) in de wond gelegd, die door de huid van de hals weer naar buiten komt. De wonddrain die zuigkracht (veroorzaakt door een vacuümfles) moet blijven houden, is meestal 24 uur nodig. Wanneer de wond minder dan 15 cc-wondvocht maakt in 24 uur, kan de wonddrain verwijderd worden. Het verwijderen is gevoelig en kan niet worden verdoofd.
- Speeksel
Het gemis van een onderkaakspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de hoeveelheid speeksel.
- Eten
Wanneer er geen wond in de mond is ontstaan, kunt u de avond na de ingreep weer een lichte maaltijd nuttigen.
- Gevoelszenuw
Om een onderkaakspeekselklier adequaat te verwijderen, is het niet mogelijk om alle gevoelszenuwen van de huid rond de huidsnede te behouden. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van het operatiegebied. Na verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied steeds kleiner en meestal herstelt het helemaal. Mocht het gevoel niet geheel normaal worden, dan wordt dat in het dagelijks leven meestal nauwelijks als hinderlijk ervaren.
- Hechtingen
Het hechtmateriaal (indien niet zelfoplosbaar) kan na acht tot tien dagen poliklinisch door de KNO-arts of door de huisarts worden verwijderd.
Zijn er ook late gevolgen van de operatie?
- Andere gevoelssensatie
Soms kan een doof gevoel van het operatiegebied blijven bestaan, dat echter nauwelijks hinderlijk is.
- Litteken
De operatiewond ligt in de schaduw van de onderkaak in een bestaande huidplooi, zodat het litteken na enkele maanden nauwelijks meer zichtbaar is.
Is er kans op complicaties?
- Nabloeding
Wanneer er veel bloed via de wonddrain afloopt of het operatiegebied dikker wordt, is er sprake van een nabloeding. Het is dan meestal noodzakelijk de wond opnieuw onder narcose te openen om een nog bloedend bloedvaatje dicht te maken.
- Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk of wordt na enkele dagen pijnlijk en zwelt op.
De huid rond de wond is of wordt dan ook vaak rood. Neemt u dan contact op met uw KNO-arts. Er kan dan sprake zijn van een wondinfectie. U krijgt hiervoor dan soms een antibioticumkuur.
- Zenuwbeschadiging
Bij het verwijderen van een onderkaakspeekselklier, is het vrijwel altijd mogelijk om de belangrijkste zenuwen in dat huidgebied te behouden. Zenuwbeschadiging kan ontstaan wanneer een zenuwtakje (de zogenaamde mondtak of een lagergelegen halstak) van de aangezichtszenuw (nervus facialis) wordt beschadigd. Na de operatie is erin ongeveer 10% van de gevallen gedurende enkele dagen tot weken enige zwakte in de beweeglijkheid van de mondhoek. Over het algemeen verbetert dit na enkele weken. Zelden ontstaat er een blijvend scheve mond, die alleen zichtbaar is bij aanspannen van de spieren van de mondopening.
De kans op beschadiging van de zenuwen van de tong (voor gevoel, smaak en beweging) is bij deze operatie zeer klein.
Contactgegevens
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO, bereikbaar:
- van maandag tot en met vrijdag
- van 8.30 - 16.30 uur
- telefoon Den Haag: (070) 210 2602, telefoon Zoetermeer: (079) 346 2593
Buiten deze uren kunt u in dringende gevallen contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoon Den Haag (070) 210 2060, telefoon Zoetermeer (079) 346 2626.
In het geval van een levensbedreigende situatie: bel altijd 112.
Zie ook onze website https://www.hagaziekenhuis.nl/specialismen/kno/
Wat vindt u van deze patiënteninformatie?
Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.
Spreekt u geen of slecht Nederlands?
De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.
Do you speak Dutch poorly or not at all?
This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.
Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?
Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.
Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?
Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.
إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.