Spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen

Laatste wijziging: 17-02-2025 Foldernummer: 5597


In deze folder geven wij u informatie over spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen en de behandeling hiervan.

Hoe belangrijk is spreken?

Spreken is voor kinderen al vrij snel een belangrijk communicatiemiddel. Kinderen die slecht spreken kunnen zich vaak niet goed uiten. In ernstige gevallen kan dit tot moeilijk gedrag of driftbuien leiden. Wanneer een kind begint met leren, dan wordt taal heel belangrijk: de meeste kennis krijgt een kind door informatie via taal. Maar niet alleen spraak en taal zijn van belang. Ook een afwijkende stem kan een kind slecht verstaanbaar maken. Hierdoor kan ook het contact met de omgeving moeilijker worden.

Het geluid van de stem wordt gemaakt in het strottenhoofd (herkenbaar aan de adamsappel) door het trillen van de stembanden. Dit zijn twee plooien, die naar elkaar bewegen en gaan trillen door de uitademingslucht. Van het geluid dat in het strottenhoofd gemaakt wordt, maken we klanken door bewegingen van mond en keel. Strottenhoofd, mond en keel vormen samen onze spraakorganen.

Spraakstoornissen

Articulatieproblemen

Bij afwijkingen in de mond of de keel kan een kind bepaalde klanken soms niet goed maken. Uw KNO-arts zal daarom de spraakorganen van uw kind onderzoeken. Wanneer er afwijkingen gevonden worden bespreekt de arts met u wat er gedaan kan worden. Heeft uw kind bijvoorbeeld een grote neusamandel, waardoor het ‘door de neus’ (gesloten nasaal) praat, dan kan uw KNO-arts voorstellen de neusamandel te verwijderen. Het kan ook zijn dat het verhemelte van uw kind aan de korte kant is; dan praat het ook door de neus (dit keer open nasaal, ‘neuslek’).

Meestal worden er geen afwijkingen aan de spraakorganen gevonden, maar ligt de oorzaak van de spraakstoornis aan een onjuist gebruik van deze organen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een kind de gewoonte heeft om de mond open te houden, waardoor de lipspieren verslapt zijn. Uw KNO-arts kan u dan adviseren over eenvoudige spelletjes, waardoor uw kind zijn spieren oefent. Helpt dit niet voldoende of zijn de problemen wat ingewikkelder? Dan kan uw kind verwezen worden naar een logopedist voor gerichte oefentherapie. Overigens hoeft een kind bepaalde klanken zoals ‘sch’ of de ‘r’ pas met 7 jaar te beheersen. Ook zal uw KNO-arts er altijd op letten of uw kind goed hoort. Een slecht gehoor kan ook een oorzaak zijn van niet goed spreken.

Stotteren

Stotteren komt veel voor. Lang niet alle kinderen die als kleuter stotteren blijven dit doen. Kleine kinderen hebben vaak veel te vertellen, maar zijn nog niet zo bedreven in het spreken en gaan dan stotteren. Als ouder hoeft u zich hier niet ongerust over te maken. Sommige kinderen hebben meer aanleg voor stotteren dan anderen. Komt stotteren in de familie voor? Dan is de kans groter dat kinderen blijven stotteren. In dit geval is het wel verstandig om vroeg aan de bel te trekken.

Het is ook verstandig hulp te zoeken wanneer u merkt dat uw kind zelf door heeft dat het niet goed uit zijn woorden kan komen. Wanneer het dingen gaat vermijden, of wanneer het lichamelijk reageert tijdens het stotteren. Bijvoorbeeld door het maken van bewegingen of door transpireren.

Uw KNO-arts zal u na een gesprek en na onderzoek van uw kind mogelijk gerust kunnen stellen en u adviezen geven. Het is ook mogelijk dat voor verdere begeleiding een doorverwijzing krijgt naar een logopedist/stottertherapeut.

Stemstoornissen

Wanneer er afwijkingen zijn van de stembanden, dan is het niet mogelijk om een goed geluid te maken. Uw KNO-arts zal de stembanden proberen te onderzoeken met een spiegeltje dat in de mond van het kind gehouden wordt. Als dit moeilijk gaat dan kan gekeken worden met een dun slangetje (fiberscoop), dat via de neus in de keelholte van het kind wordt gebracht. In zeldzame gevallen kan verder onderzoek onder narcose nodig zijn.

Meestal worden aan de stembanden van het kind geen afwijkingen gevonden, maar blijken de stembanden bij spreken niet goed te sluiten. Hierdoor ontsnapt er bij spreken te veel lucht. Dit horen wij dan als heesheid. Een kind kan leren de stem beter te gebruiken. Dit is voor de meeste kinderen wel moeilijk, vooral omdat zij zelf vaak geen last van de heesheid hebben. Uw KNO-arts geeft u adviezen geven. Als u en uw kind dit willen dan kunt u verwezen worden naar een logopedist bij u in de buurt.

Bij verkeerd stemgebruik kunnen de stembanden plaatselijk ook dikker worden. Er ontstaan dan de zogenaamde stembandknobbeltjes. Deze verdwijnen weer bij een beter gebruik van de stem. Gelukkig gaan de meeste kinderen hun stem na de puberteit ‘vanzelf’ beter gebruiken. De stembanden zijn dan gegroeid. Deze (langer geworden) stembanden worden makkelijker gebruikt. Het is belangrijk dat een kind bij heesheid zijn stem niet forceert door schreeuwen en gillen of door het maken van rare stemmetjes.

Taalstoornissen

Een kind leert zijn moedertaal al heel vroeg. In het eerste jaar oefent het al bepaalde klanken en de zinsmelodie van de moedertaal. Rond de eerste verjaardag moet een kind zijn eerste woordjes gaan spreken (vaak mama). Als een kind twee jaar is, moeten er zinnetjes van twee woordjes gesproken worden. Tot circa zes jaar is een kind gevoelig voor het leren van taal. Het leert dit veel makkelijker dan een volwassene. Voor ouders is het vaak moeilijk om te weten of hun kind voldoende spreekt. Vergelijking met andere kinderen, de mening van een peuterspeelzaalleidster of van de consultatiebureauarts kan u daarbij helpen. Als u zich zorgen maakt over de taalontwikkeling van uw kind, dan zal de KNO-arts uw kind onderzoeken om een oorzaak voor een achterstand in taalontwikkeling te vinden. Vooral het gehoor van uw kind krijgt aandacht. Slechthorendheidkan de oorzaak zijn van een slechte taalontwikkeling. Ook als dit tijdelijk is.

Afhankelijk van wat er gevonden wordt kan uw KNO-arts een bepaalde therapie voorstellen, bijvoorbeeld het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Misschien moet er nog meer onderzoek worden gedaan, zoals een taaltest. Zodat beter bekend wordt wat het niveau van uw kind is.

Ook is het mogelijk dat u doorverwezen wordt naar een team met meer specialisten. Bijvoorbeeld een audiologisch centrum. En misschien raadt uw KNO-arts aan om de taal van uw kind door een logopedist te laten stimuleren.

Contactgegevens

Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO, bereikbaar:

  • van maandag tot en met vrijdag
  • van 8.30 - 16.30 uur
  • telefoon Den Haag: (070) 210 2602, telefoon JKZ: (070) 210 7322, telefoon Zoetermeer: (079) 346 2593

Zie ook onze website https://www.hagaziekenhuis.nl/specialismen/kno/

Wat vindt u van deze patiënteninformatie?

Wij horen graag uw mening over deze folder. Wilt u na het lezen enkele vragen beantwoorden? U vindt de vragen via deze link: https://folders.hagaziekenhuis.nl/2228. Dank u wel.

Spreekt u geen of slecht Nederlands?

De informatie in deze folder is belangrijk voor u. Als u moeite heeft met de Nederlandse taal, zorg dan dat u deze folder samen met iemand leest die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.

Do you speak Dutch poorly or not at all?

This brochure contains information that is important for you. If you have difficulty understanding Dutch, please read this brochure with someone who can translate or explain the information to you.

Czy Państwa znajomość języka niderlandzkiego jest żadna lub słaba?

Informacje zawarte w tym folderze są ważne dla Państwa. Jeśli język niderlandzki sprawia Państwu trudność, postarajcie się przeczytać informacje zawarte w tym folderze z kimś, kto może Państwu je przetłumaczyć lub objaśnić.

Hollandaca dilini hiç konuşamıyor musunuz veya kötü mü konuşuyorsunuz?

Bu broşürdeki bilgi sizin için önemlidir. Hollandaca dilinde zorlanıyorsanız, bu broşürü, size tercüme edecek ya da açıklayacak biriyle birlikte okuyun.

إذا كنتم لا تتحدثون اللغة الهولندية أو تتحدثونها بشكل سيء إن المعلومات الموجودة في هذا المنشور مهمة بالنسبة لكم. إذا كانت لديكم صعوبة في اللغة الهولندية، فاحرصوا عندئذ على قراءة هذا المنشور مع شخص يترجم المعلومات أو يشرحها لكم.

Deel deze informatie