Afhankelijk van het deel van uw voet wat letsel heeft en of het gaat om een ernstig letsel, kunt u langdurig of kortstondig ongemak ondervinden. Breuken in de voet worden vastgesteld met rontgenfoto’s. Soms is een CT scan nodig om het verloop van de breuk goed in kaart te brengen. Breuken van het hielbeen ontstaan meestal door sprong van grote hoogte. 10% van de mensen met een gebroken hielbeen hebben ook een gebroken (lende) wervel. Breuken die weinig verplaatst zijn of juist erg verbrijzeld, worden niet-operatief behandeld. U krijgt gips of drukverband voor twee weken, waarna u mag gaan oefenen. Tot 12 weken na het letsel mag u de voet niet belasten. Bij verplaatsing van de botdelen of ernstige afplatting van het hielbeen is een operatie nodig. Deze kan onder narcose of met ruggenprik. Er kunnen schroeven geplaatst worden via kleine sneetjes in de huid of er kan via een grotere snee een plaat met schroeven geplaatst worden.

Ongeacht of een gebroken hielbeen met of zonder operatie wordt behandeld kunnen problemen op termijn verwacht worden: verminderde functie van het onderste spronggewricht, pijn bij belasten, met name op ongelijk terrein, klem raken van pezen door verbreding van het hielbeen, slijtage, slechte pasvorm schoenen. Na een operatie komen daar nog bij: de kans op wondproblemen en problemen met het ingebrachte materiaal. Ook de andere botten van de voetwortel kunnen breken en de stand van de breuk is bepalend voor de keuze van behandeling (gips of operatie). Breuken van de middenvoetsbeentjes komen veel vaker voor. Meestal kunnen die met gips worden behandeld. Afhankelijk van de plaats van de breuk krijgt u onderbeensgips of een gipsschoen voor in totaal 6 weken.

Om het risico op trombosebeen te verkleinen krijgt u een recept mee voor bloedverdunningsprikjes (fraxiparine). Als er meerdere middenvoetsbeentjes gebroken zijn of er een heel afwijkende stand is wordt u geopereerd. Dit kan onder narcose of ruggenprik. De breuk(en) worden dan gefixeerd met draden, welke na ongeveer 6 weken weer worden verwijderd. Ook na operatie wordt u nabehandeld met gips.

Gebroken tenen moeten bij standsafwijkingen worden gezet en kunnen vervolgens met tape worden gefixeerd aan de teen ernaast (dakpanpleister). Deze behandeling duurt ongeveer 3 weken. Een uitzondering hierop vormt de grote teen. Een breuk van de grote teen moet met een gipsschoen of Orthowedge schoen worden behandeld gedurende 4-6 weken.

Heeft u vragen over deze informatie of over de behandeling, laat dit ons dan weten via de polikliniek chirurgie (tel. 079-3462585) van 8.00-16.30 uur, en buiten deze tijden met de Spoedeisende Hulp (tel. 079-3462539).