De arts heeft een afwijking in uw borst en/of lymfeklier gevonden. Binnenkort heeft u een afspraak voor een ‘mammalokalisatie’. Tijdens deze ingreep markeren we de exacte plaats van de afwijking met een ‘magneetzaadje’.

Het magneetzaadje helpt de chirurg om de plek van de afwijking terug te vinden. Deze afwijking kan dan worden verwijderd. De operatie is meestal een week na de plaatsing van het magneetzaadje, maar kan ook iets eerder of later zijn.

Een magneetzaadje is een heel klein staafje ter grootte van een potloodpunt. Daarmee kunnen we de afwijking in de borst en/of lymfeklier markeren. Dat doen we door het magneetzaadje met een naald in te brengen op de plek van de afwijking. Na het markeren maken we tijdens de operatie met speciale apparatuur precies zichtbaar waar de afwijking zich bevindt. De chirurg weet zo exact waar die moet opereren.

• De afwijking in de borst en/of lymfeklier niet of slecht te voelen is.
• U krijgt chemotherapie voordat u wordt geopereerd. Bij de start van de behandeling is dan een hydromarker bij u geplaatst. Daar plaatsen we het magneetzaadje bij, zodat de chirurg het gebied kan terugvinden tijdens de operatie. Door de chemo kan het gebied zo geslonken zijn, dat de afwijking in de borst en/of lymfeklier niet meer voelbaar/zichtbaar is.

De afwijking in de borst en/of lymfeklier niet of slecht te voelen is. U krijgt chemotherapie voordat u wordt geopereerd. Bij de start van de behandeling is dan een hydromarker bij u geplaatst. Daar plaatsen we het magneetzaadje bij, zodat de chirurg het gebied kan terugvinden tijdens de operatie. Door de chemo kan het gebied zo geslonken zijn, dat de afwijking in de borst en/of lymfeklier niet meer voelbaar/zichtbaar is.

• Voor dit onderzoek mag u geen huidproducten (bijv. bodylotion, crème, zinkzalf of talkpoeder) gebruiken op uw borsten.
• Draag losse, comfortabele kleding en een stevige bh voor steun na het onderzoek.
• Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meldt dit dan bij de laborant op de afdeling Radiologie.

Op de afgesproken tijd meldt u zich bij de receptie van de afdeling Radiologie. Nadat u in de wachtruimte heeft plaatsgenomen, komt de echo-assistente of laborante u halen. Voor het onderzoek is het nodig dat u het bovenlichaam ontbloot. Dit kunt u doen in een kleedkamer. De radioloog voert het onderzoek uit, samen met een echo-assistente of laborante.

Er zijn twee mogelijkheden om de tumor goed in beeld te brengen tijdens het plaatsen van het magneetzaadje. Meestal kan dit met behulp van echografie (geluidsgolven) en anders met behulp van een mammografie (röntgenstralen):

• Echografie:
  Als de afwijking waarneembaar is met echografie, vragen we u op uw rug te gaan liggen. De radioloog brengt wat gel aan op de borst en bepaalt met de echokop de plaats van de afwijking en de positie voor de naald.

• Mammografie:
  Als de afwijking alleen met röntgen (mammografie) waarneembaar is, vragen we u om op een stoel plaats te nemen met de borst op een steunplaat. De borst wordt platgedrukt door middel van een plaatje. Dat houdt de borst tijdens het onderzoek op zijn plaats. De druk op de borst is lager dan bij een normale mammografie. De laborant maakt foto’s van de borst. Vervolgens bepaalt de radioloog via de computer de plaats van de afwijking en positie voor de naald.

Nadat de exacte plaats van de afwijking en de positie voor de naald zijn bepaald, wordt de huid ontsmet. Vervolgens brengt de radioloog het magneetzaadje met een naald in de borst. Soms worden meerdere zaadjes ingebracht.

Tenslotte maken we enkele controle-foto’s met het mammografie-apparaat om te beoordelen of het magneetzaadje goed is geplaatst. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten en vindt poliklinisch plaats. Dat wil zeggen dat u na het onderzoek gewoon naar huis kunt.

Ondanks dat we de insteekplaats verdoven, kan het onderzoek toch pijnlijk zijn. Wij raden u aan om na het onderzoek de arm en borst te ontzien. U kunt paracetamol nemen als u dat nodig vindt.

Na de mammalokalisatie ontstaat soms een bloeduitstorting of een infectie op de plaats waar het magneetzaadje is ingebracht. Neem daarom contact op met uw behandelend arts of de mammacare-verpleegkundige bij:

• toenemende roodheid of zwelling van de borst of oksel;
• als u koorts krijgt;
• of bij hevige pijnklachten.

U kunt met een magneetzaadje een MRI-onderzoek ondergaan. Het magneetzaadje geeft wel verstoring rondom het gebied waar deze is geplaatst. Dit is de reden dat u eerst een hydromarker krijgt bij het starten van de behandeling (bij deze hydromarker is het gebied in de borst wel goed te beoordelen). Vlak voor de operatie en na de laatste MRI van de borst krijgt u het magneetzaadje geplaatst.

Wij doen ons best u zoveel mogelijk op tijd te helpen. Wilt u zo vriendelijk zijn op tijd aanwezig te zijn voor het onderzoek? Als u om wat voor reden dan ook de afspraak niet kunnen nakomen, wilt u dit dan zo snel mogelijk melden via onderstaand telefoonnummer? Zo kunnen wij de wachtlijst zo kort mogelijk houden.

Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de Radiologie. We zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30, via telefoonnummer:

• HagaZiekenhuis Den Haag - Telefoon: (070) 210 2349
• HagaZiekenhuis Zoetermeer - Telefoon: (079) 346 2520