De behandelend arts heeft uw kind een NSAID (Niet Steroïd Anti-Inflammatoire Drug, ofwel een ontstekingsremmende pijnstiller) voorgeschreven voor de behandeling van een reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te kunnen gebruiken, is het belangrijk dat u en uw kind op de hoogte zijn van een aantal zaken. Lees daarom deze folder én de bijsluiter van de apotheek.

Met medicijnen is de oorzaak van reumatische aandoeningen niet weg te nemen. Wél zijn er medicijnen die deze aandoeningen rustiger kunnen maken. Deze worden reumabestrijdende medicijnen genoemd. Ook worden voor deze aandoeningen vaak pijnstillers voorgeschreven. Er zijn twee soorten pijnstillers: zuivere pijnstillers zoals paracetamol en pijnstillers die tevens een ontstekingsremmende werking hebben, de NSAID’s. Deze laatste werken vooral tegen pijn en stijfheid en in lichte mate tegen zwelling van gewrichten.

Er zijn veel soorten NSAID’s. De bekendste zijn naproxen, diclofenac, indometacine en ibuprofen. Alle NSAID’s werken snel, al vanaf de eerste dag kan uw kind minder pijn hebben. Het is van tevoren niet te zeggen welke NSAID bij uw kind het beste effect heeft met de minste bijwerkingen. Daarom moet uw kind soms diverse NSAID’s uitproberen. Als een NSAID een gunstig effect heeft, kan uw kind het gedurende een lange periode blijven gebruiken.

Het gebruik samen met andere geneesmiddelen

Over het algemeen kunnen NSAID’s in combinatie met de meeste geneesmiddelen worden gebruikt. Er zijn echter enkele geneesmiddelen waarvan de werking door NSAID’s worden beïnvloed. Vertel de huisarts en een specialist daarom altijd welke geneesmiddelen uw kind gebruikt.

NSAID’s zijn er in de vorm van capsules, tabletten, dragees (tabletten met een suikerlaagje eromheen), zetpillen, poeders, korreltjes en dranken. Het is afhankelijk van de soort NSAID hoeveel medicijnen uw kind per keer moet innemen. Laat uw kind de medicijnen tijdens of gelijk na een maaltijd innemen, dus bij voorkeur niet met een lege maag. Wanneer uw kind de medicijnen kort voor het slapen gaan inneemt, geef er dan iets te eten bij, zoals een beschuitje, of een bakje vla. Als uw kind vergeten is de medicijnen in te nemen, laat het deze dan die dag alsnog innemen op een later tijdstip.

In de bijsluiter van de apotheek staan alle bijwerkingen van NSAID’s vermeld die ooit zijn voorgekomen.

De meest voorkomende zijn:

• maag- en darmklachten zoals pijn, een vol gevoel, een verminderde eetlust, misselijkheid, brandend maagzuur, braken en/of diarree. Soms worden deze buikklachten veroorzaakt door een ontsteking van de maagwand of door een maagzweer.

In sommige gevallen:

• wordt de bloeddruk wat hoger
• kan uw kind last krijgen van huiduitslag, duizeligheid of hoofdpijn
• kan bij kinderen met astma de benauwdheid verergeren
• kan uw kind erge keelpijn krijgen in combinatie met koorts en regelmatig een bloedneus en snel blauwe plekken krijgen (tekenen van een stoornis in de bloedaanmaak)
• kan een maagzweer gaan bloeden (u kunt dit merken aan zwarte ontlasting of het braken van bloed) of perforeren (hierbij krijgt uw kind zeer heftige buikpijn)
• een enkele keer kan het voorkomen dat uw kind een maagzweer heeft zonder dat het daar iets van merkt
• kunnen er stoornissen in de werking van de nieren en de lever voorkomen. Dit komt slechts zelden voor en vaak merkt uw kind daar niets van. Dit wordt door de reumatoloog regelmatig gecontroleerd d.m.v. bloed- en urineonderzoek.

Neem direct contact op met de behandelend arts of huisarts bij:

• zwarte ontlasting, braken van bloed en zeer heftige buikpijn
• erge keelpijn in combinatie met koorts
• herhaaldelijk een bloedneus
• snel blauwe plekken krijgen.

Als uw kind veel last heeft van bijwerkingen, kunt u stoppen met het gebruik van NSAID’s. Schrijf dan wel op, op welke dag uw kind is gestopt en waarom. Neem bij twijfel contact op met de behandelend arts.

Bewaar geneesmiddelen altijd zo dat kinderen er niet bij kunnen. Als u tabletten overhoudt, lever deze dan in bij de apotheek. Ze worden dan op verantwoorde manier vernietigd.

Als u nog vragen hebt, neemt u dan contact op met de behandelend arts. Het beste is (telefonisch) een afspraak te maken bij het Afsprakenbureau via doorkiesnummer (070) 210 7300.