Deze folder bevat algemene informatie over een lumbaalpunctie. Indien u na het lezen nog vragen heeft, stel ze dan gerust aan uw behandelend arts of aan de verpleegkundige.

Een lumbaalpunctie wordt uitgevoerd om de samenstelling van het hersenvocht en de druk in het hoofd te onderzoeken. Het hersenvocht bevindt zich rondom de hersenen en het ruggenmerg. Het vocht, een heldere vloeistof, heeft als functie de hersenen te beschermen. Neurologische ziekten kunnen afwijkingen van de samenstelling van het hersenvocht tot gevolg hebben. Daarnaast kan een stoornis in de circulatie van dit vocht leiden tot een verhoogde hersendruk. Een lumbaalpunctie kan informatie geven over eventuele afwijkingen.

Er zijn geen voorbereidingen nodig. Voor het onderzoek wordt u kortdurend opgenomen. Trek makkelijk zittende kleding aan.

U wordt gevraagd om op bed in zijligging te gaan liggen met de knieën goed opgetrokken en de rug bol te houden. Hierna wordt met een dunne naald tussen twee lendenwervels in een holte, de zogenaamde lumbaalzak, geprikt. Deze holte is gevuld met hersenvocht.

Via de dunne naald wordt de druk in de holte gemeten en worden drie buisjes hersenvocht afgenomen. Omdat in de lumbaalzak zenuwen lopen, kunt u een tinteling in de benen voelen als de naald één van deze zenuwen raakt. Dit is onschuldig en gaat vanzelf weer over. Een ruggenprik is over het algemeen niet pijnlijker dan een prik voor bloedafname. De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.

Het kan zijn dat u na de punctie even moet liggen. Dit is om het punctiegaatje de tijd te geven om goed dicht te gaan. U hoort van de arts hoe lang u moet blijven liggen. Dit is namelijk afhankelijk van de hoe de punctie is gegaan.

Sommige patiënten krijgen na een lumbaalpunctie last van hoofdpijn. Deze hoofdpijn verdwijnt bij plat liggen op bed. U wordt geadviseerd veel te drinken (water en koffie) en eventueel een pijnstiller (Paracetamol) te nemen.

Zijn de hoofdpijnklachten hevig of blijven ze lang bestaan? Meld dit dan dient aan de arts of verpleegkundige op de verpleegafdeling. Krijgt u na een paar dagen temperatuursverhoging? Neem dan contact op met de Neurologie afdeling.

De uitslag van de lumbaalpunctie wordt meestal tijdens het eerstvolgende poliklinische bezoek besproken. Dit is ongeveer twee weken na de ingreep.

Den Haag

Polikliniek Neurologie:

• bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur
• telefoonnummer: (070) 210 2381.

Poli Klinische Neurofysiologie (KNF)

• bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 7.45 en 16.30 uur
• Telefoonnummer (070) 210 2876.

Zoetermeer

Polikliniek Neurologie:

• bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur
• telefoonnummer: (079) 346 2563.

Polikliniek Klinische Neurofysiologie

• bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur
• telefoonnummer: (079) 346 2521.