U heeft een ontsteking aan de neusbijholten. Dit noemen we ook wel sinusitis. In deze folder leest u meer over de oorzaken en de behandeling van neusbijholtenontsteking.

In het hoofd zitten boven en naast de neus holle ruimten. Dit noemen we de neusbijholten. Het meest bekend zijn 2 voorhoofdsholten, die boven de ogen liggen en de 2 kaakholten onder de ogen. Minder bekend zijn de zeefbeenholten. Die liggen tussen de beide oogkassen. En de Wiggebeensholte. Deze ligt ver achter in het hoofd.

Al deze holten staan in verbinding met de neus. Ze zijn bedekt met slijmvlies en bevatten lucht.

Een bijholteontsteking (ook wel sinusitis genoemd) ontstaat meestal na een verkoudheid. Het neusslijmvlies loopt door in het slijmvlies dat de bijholtes bedekt. Hierdoor kan een virus, schimmel of bacterie zich makkelijk van de neusholte naar de bijholte verspreiden. Dit gaat sneller als u vaak uw neus snuit. Bij een verkoudheid is het neusslijmvlies vaak erg gezwollen. Door deze zwelling wordt soms de opening van een bijholte afgesloten. De pus die het ontstoken slijmvlies in de bijholten maakt, kan dan niet weg. Hierdoor ontstaat druk in de bijholte. Andere oorzaken van afgesloten bijholten zijn:

• allergie
• neuspoliepen
• een scheef neustussenschot

Bij acute neusbijholtenontsteking zijn de klachten meestal hoofdpijn rond de ogen en wangen. Dit neemt toe als u bukt. Vaak is er ook koorts.

Bij een verdenking op neusbijholtenontsteking onderzoekt de arts uw neus met een neusspeculum of optiek om de oorzaak van de afgesloten bijholten op te sporen. Hij kijkt of er neuspoliepen zijn. Of dat het neustussenschot scheef staat. Soms is het nodig om ook een CT-scan te maken om de diagnose te stellen.

Er is een verschil tussen acute en chronische neusbijholtenontsteking. Hieronder vindt u de behandeling van beide vormen van neusbijholtenontsteking.

Acute neusbijholtenontsteking

Hierbij duren de klachten niet langer dan 2 maanden of u heeft minder dan 4 keer per jaar een korte periode met klachten. De neusbijholtenontsteking verdwijnt meestal vanzelf, als het nodig is met intensieve therapie. Deze therapie bestaat uit:

Neus spoelen met zoutoplossing :

• Neem 1 glas (200 cc) lauw kraanwater.
• Doe 1 afgestreken theelepel keukenzout (Jozo) in het water en roer goed om.
• Zet het glas aan uw neus en snuif de helft van het water op door de mond.
• Spuug het water daarna uit.
• Niet uw neus snuiten, maar als het nodig is uw neus ophalen.

Doe dit 2 keer per dag, 14 dagen lang. Of vaker als u dat wilt.
Door het spoelen met zoutoplossing zal het neusslijmvlies sneller genezen.

Medicijnen:
U krijgt antibiotica eventueel samen met een corticosteroïd-bevattende pil voor een aantal dagen. Hierdoor kan de slijmvlieszwelling afnemen waardoor u klachten minder worden.

Chronische neusbijholtenontsteking

U heeft een chronische neusbijholtenontsteking als deze na 12 weken nog niet genezen is. Dit kan komen door de aanwezigheid van neuspoliepen of doordat uw neustussenschot scheef staat.
Chronische neusbijholtenontsteking is een belangrijke indicatie voor een operatie aan de neusbijholten.

Tijdens de operatie maakt de KNO-arts de ontstoken holten (kaakholte, zeefbeenholte, wiggebeensholte en zo nodig de voorhoofdsholte) schoon. En hij maakt de natuurlijke openingen naar de neus ruimer. Hierdoor ontstaat er weer een open en functionele verbinding met de neus.

Operatie
Een operatie aan de neusbijholten gebeurt meestal onder complete narcose, maar kan ook plaatsvinden onder plaatselijke verdoving. De operatie gebeurd via de binnenkant van de neus. Er ontstaan geen uitwendige littekens.

Tijdens de operatie gebruikt de KNO-arts een optiek . Dit is een klein buisje met een lens, licht en een camera. Hiermee bekijkt hij de neus vanbinnen heel precies. De optiek wordt ingebracht via de neusopening. Met de optiek kan de arts goed zien waar de ontsteking zit. Met speciale instrumenten kan de arts daarna de ontstoken neusholten open leggen.

Na de operatie
Na de operatie is uw neus nog niet genezen. Eigenlijk begint de genezing dan pas, omdat de neusholten nu beter belucht worden.

U mag de eerste paar dagen na de operatie uw neus niet snuiten.

De eerste dagen na de operatie kan er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit uw neus komen. Soms komen nog wat oude bloedresten uit de neus. Dit stopt na een tijdje meestal vanzelf. Het is erg belangrijk dat u de neus schoonhoudt (spoelt). U spoelt de neus met een zoutoplossing (zie de beschrijving hiervan eerder in deze folder).

Complicaties
Bij iedere operatie is er enig risico. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of eenbloeding. Daarnaast bestaat er risico voor beschadiging van de oogkas of schedelbasis. In de praktijk komen complicaties bij een operatie aan de neusbijholten gelukkig weinig voor (minder dan 1 procent).

Resultaat
Er zijn verschillende redenen voor een operatie aan de neusbijholten. Uw arts probeert zo zorgvuldig mogelijk in te schatten hoe groot de kans is dat uw klachten minder worden door de operatie. Ook houdt hij rekening met het risico op complicaties.

Soms worden de klachten niet minder na een operatie aan de neusbijholten. Bij sommige mensen is vaker een endoscopische neusbijholtenoperatie nodig.