U bent bij ons opgenomen geweest voor de behandeling van een trombosebeen. Tijdens een opname in het ziekenhuis gebeurt er veel. In deze brief geven wij u de belangrijkste informatie mee, zodat u die thuis nog eens kunt doorlezen. Wij adviseren u om deze brief mee te nemen bij de bezoeken aan uw huisarts of specialist.

U heeft een trombosebeen als een bloedstolsel een ader in uw been afsluit. Doordat deze ader is afgesloten, kan het bloed niet meer wegstromen en zwelt uw been op. Het is belangrijk dat een trombosebeen snel behandelt wordt om verergering te voorkomen (o.a. longembolie en post trombotisch syndroom).

De volgende verschijnselen komen bijna altijd voor bij een trombosebeen:

• Een snelle zwelling van één van de benen
• Een zwaar gevoel of pijn in het been
• Een rode / blauwe verkleuring van het been

De volgende verschijnselen kunnen ook voorkomen:

• Een (lichte) temperatuursstijging
• Een strak, gespannen huid

De volgende verschijnselen kunnen ook voorkomen, maar komen niet vaak voor:

• Een wit gekleurd been
• Een zeer pijnlijk been
• Een gevoel van zweepslag in de kuit
• Pijn bij het lopen, die afneemt als u stilstaat

Een trombosebeen wordt behandeld met anti-stollingsmiddelen. Deze bestaan in diverse vormen, nl.:

• Injecties, toe te dienen in de buikhuid
• tabletten met een bloedverdunnend effect, in diverse soorten.

Soms dient de behandeling in eerste week gecombineerd te worden. Afhankelijk van het type tablet kunt u aangemeld worden bij de trombosedienst. Voor alle soorten bloedverdunners geldt dat u deze nauwgezet, volgens het gegeven advies, gebruikt. Ook het stoppen met de bloedverdunners, om welke reden dan ook, dient te gebeuren in nauw overleg met de arts.

Bijwerkingen van de behandeling

Elke vorm van bloedverdunning geeft een risico op het ontstaan van te dun bloed met bloedingen tot gevolg. Dit kan in de huid, uit de neus of in de maag of darm, maar ook in het hoofd gebeuren. Indien u tekenen heeft van bloedverlies tijdens het gebruik van bloedverdunnende middelen waarschuw direct een arts en meldt welk middel u gebruikt.

Ook als u een ingreep of operatie moet ondergaan is het van belang tijdig te melden dat u bloedverdunners gebruikt. Soms dient deze behandeling dan tijdelijk te worden onderbroken.

Naast bovenstaande regels, gelden voor u extra:

• Wees therapietrouw en volg het medicatieadvies van uw arts op
• Voorkom langdurig zitten of liggen
• In het algemeen krijgt u een steunkous aangemeten: deze dient u overdag te dragen, maar mag tijdens het slapen uit gedaan worden.
• Het algemene advies is om deze kous gedurende 2 jaar te dragen: dit verminderd de kans op klachten die het gevolg van een trombose zijn: zwelling, spataders, en chronische wonden (open been).

Voor uw thuismedicatie verwijzen wij u graag naar het actuele medicatie overzicht dat aan u is uitgereikt door de verpleegkundige. Denkt u verder aan eventueel gemaakte vervolgafspraken wat betreft aanvullend onderzoek (zoals bloedafname) en afspraken op de polikliniek?

De eerste 24 uur na uw ontslag kunt u bij problemen contact opnemen met de afdeling interne geneeskunde op telefoonnummer 079-3462880

Bent u langer dan 24 uur uit het ziekenhuis ontslagen dan kunt u contact opnemen met uw huisarts: hij of zij zal u eventueel verder helpen.

Website Trombosestichting